Figuur 5
1. Hefarm
2. Beugel van zwenkwielarm
3. Maaihoogtestang
4. Blokken van hefarm
5. Drukringen
6. Gaffelpen
4.
Herhaal de procedure voor de tegenoverliggende
hefarm.
5.
Start de tractie-eenheid en breng de
maai-eenheid omhoog.
6.
Druk de achterzijde van de maai-eenheid
omlaag en steek de maaihoogtestangen door de
blokken van de hefarmen.
7.
Monteer de maaihoogtekragen op de
maaihoogtestangen en bevestig met de
gaffelpennen en R-pennen
kop van de gaffelpen indien mogelijk naar de
voorzijde van het maaidek gericht.
8.
Monteer een bout (½" x ¾") en een ring bovenop
elke maaihoogtestang
7. R-pen
8. Maaihoogtekraag
9. Gaffelpen
10. R-pen
11. Bout
(Figuur
5). Plaats de
(Figuur
5).
6
De aftakas aan de
tandwielkast van de
maai-eenheid bevestigen
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Schuif de mannelijke aftakas in de vrouwelijke
aftakas
(Figuur
in de ingangsschacht van de tandwielkast uit
met de openingen in de aftakasschacht en
schuif deze in elkaar.
g012229
1. Aftakas
2. Bouten en borgmoeren
2.
Bevestig deze met een rolpen
3.
Draai de bouten en moeren vast
10
6). Lijn de montage-openingen
Figuur 6
3. Tandwielkast
4. Rolpen
(Figuur
(Figuur
g012230
6).
6).