Bedieningspaneel
A. LCD-display
B. MODE-knop
C. SETUP-knop
DMX-bedieningsmodus
De apparaten worden individueel aangestuurd
op de controller. De d knippert als er een DMX-signaal waargenomen wordt.
De apparaten reageren op het DMX-signaal uit de controller. (Als u het DMX-adres selecteert en opslaat,
toont de controller de volgende keer het opgeslagen DMX-adres.)
DMX-adrestoewijzing
Met het bedieningspaneel op de voorkant van de Mirage IMC kunt u het DMX-fixtureadres toewijzen. Dit
is het eerste kanaal waarmee de Mirage IMC zal reageren op de controller.
Merk op dat het apparaat beschikt over 3 kanalen als u de controller gebruikt.
Zorg dat u de DMX-adressen goed instelt als u meerdere Mirage IMC gebruikt.
Het DMX-adres van de eerste Mirage IMC dient daarom 1(d001)te zijn, ; het DMX-adres van de tweede
Mirage IMC dient 1+3=6 (d004); te zijn, ; het DMX-adres van de derde Mirage IMC dient 4+3=7 (d007), te
zijn. Zorg ervoor dat er geen overlappende kanalen optreden, om elke Mirage IMC correct aan te
kunnen sturen.
Als er twee of meer Mirage IMC's eenzelfde adres hebben, zullen deze gelijktijdig werken.
Zie de instructies onder "Adres toewijzen" voor adresinstellingen.
Gebruik:
Nadat u een adres hebt toegewezen aan alle Mirage IMC-toestellen, kunt u beginnen deze te
gebruiken via uw verlichtingscontroller.
Opmerking: Na het inschakelen detecteert de Mirage IMC automatisch of er DMX 512-data ontvangen
wordt. Als er geen dataontvangst via de DMX-ingang is, zal de "LED" op het bedieningspaneel niet
knipperen.
Het probleem is mogelijk:
• De XLR-kabel van de controller is niet aangesloten op de ingang van de Mirage IMC.
• De controller is uitgeschakeld of defect, de kabel of de aansluiting is defect of de signaalkabels in de
invoerstekker zijn omgewisseld.
Opmerking: U moet een XLR-eindplug (met 120 Ohm) in de laatste fixture plaatsen voor goede
gegevenstransmissie over de DMX-datalink.
D. Omhoog-knop
E. Omlaag-Button
via een datalink en aangesloten
10
Afb. 4