Geavanceerde monitorconfiguratie
Waarschuwingen
Indien de standaardconfiguratie (zie
drukknoppen anders worden geprogrammeerd volgens de hieronder beschreven procedure.
Aan het eind plaatst u de dipswitches 1-2-3-4 van S2 op 1111 (setting PROG in de configuratietabellen
monitorconfiguratie").
Met deze instelling van de dipswitches bedienen de drukknoppen de geprogrammeerde functies, de
NIETgeprogrammeerde drukknoppen bedienen de functies vermeld op regel 0000 (zie
aanraaktoetsen").
Stel de instelling van de gebruikerscode opnieuw in op S1, zie "adresseringstabel".
Programmeringen voor intercomoproep
Algemene intercom: functie waarmee één of meerdere binnentoestellen kunnen worden opgeroepen met hetzelfde
oproepadres als vanuit het deurstation.
Selectieve intercom: functie waarmee één of meerdere binnentoestellen kunnen worden opgeroepen met een
speciaal oproepadres (zie
De algemene en selectieve intercom zijn NIET compatibel op dezelfde stamleiding.
Programmeren/wissen van een intercomadres (enkel voor selectieve intercom)
Noteer de instelling van S2, S1 en herstel deze aan het einde van de programmering
DIP OFF
Programmering; code invoeren,
tabel B
S1
Wissen
DIP ON
S1
Adressen voor selectieve intercom
Het intercomadres moet bij alle binnentoestellen van de stamleiding worden ingesteld.
Het is mogelijk om hetzelfde intercomadres aan max. 3 binnentoestellen te koppelen.
Voor de groepsoproep moeten de gewenste intercomcodes tegelijkertijd worden geselecteerd (max. 3).
Code
Dip switch ON
1
2
3
4
"Basisconfiguratie
tabel
B) dat anders is dan het oproepadres vanuit het deurstation.
1)
S1
1
2
3
4
aanraaktoetsen") niet voldoet aan de vereisten, kunnen de
2)
S2 DIP
S2
1 2 3 4 5 6
0 0 0 1 1 1
S2 DIP
S2
1 2 3 4 5 6
1 1 1 1 1 1
TAB. B
Code
5
6
7
8
"Geavanceerde
"Basisconfiguratie
3)
Dip switch ON
5
6
7
8
S1
11