Installatie
Locatie
Deze apparatuur is niet bestemd voor gebruik in
ruimtes met ontploffingsgevaar of op gevaarlijke
locaties. Apparatuur die uitsluitend is goedgekeurd voor
niet-gevaarlijke locaties mag niet op een gevaarlijke
locatie worden geïnstalleerd.
Installeer de voedingsmodule op een niet-gevaarlijke
locatie.
Montage
1. Zie
Montageafmetingen, page
2. Verzeker u ervan dat de wand en het montagemateriaal
sterk genoeg zijn om het gewicht van de apparatuur
en kabels te dragen, inclusief de belasting tijdens de
werking.
3. Gebruik de apparatuur als sjabloon om de
montagegaten te markeren op de wand; breng ze aan
op een hoogte waarop de operator gemakkelijk kan
werken en de apparatuur gemakkelijk bereikbaar is.
4. Boor de montagegaten in de wand. Installeer ankers
indien nodig.
5. Zet de apparatuur goed vast met bouten.
332969B
10.
Aarding
De apparatuur moet worden geaard om het risico
op statische vonken en elektrische schokken te
verminderen. Elektrische of statische vonken kunnen tot
gevolg hebben dat dampen ontbranden of ontploffen.
Een onjuiste aarding kan elektrische schokken
veroorzaken. Aarden biedt de elektrische stroom een
ontsnappingsdraad.
Sluit de aardedraad van de voeding aan op een echt
aardpunt. Zie Afb. 1.
Installatie
5