9. Reiniging/opslag
Beschermkappen mogen slechts een
keer worden gebruikt.
De sensortip is het gevoeligste onder-
deel van de oorthermometer. Ga bij het
reinigen van de sensortip voorzichtig
te werk om beschadigingen te voor-
komen. Gebruik daarvoor een zachte
doek of een wattenstaafje, eventueel
bevochtigd met alcohol, warm water of een desinfecterend
middel.
Gebruik voor het reinigen van het complete apparaat een zach-
te, licht met zeepsop bevochtigde doek.
Gebruik geen agressief reinigingsmiddel.
Verwij der de batterij en als u het apparaat langere tij d wilt op-
bergen. Bewaar of gebruik het apparaat niet bij een te hoge
of te lage temperatuur of luchtvochtigheid (zie technische ge-
gevens), in zonlicht, in combinatie met elektrische stroom of
in stoffi ge ruimten. Anders kunnen er meetfouten ontstaan.
10. Verwij dering
Deponeer de gebruikte, volledig lege batterij en in de daarvoor
specifi ek bestemde afvalbakken of bied ze bij het afvalverwer-
kingsstation of de elektriciteitszaak aan als chemisch afval.
U bent wettelij k verplicht de batterij en correct te verwij deren.
Aanwij zing: deze tekens kunt u aantreff en
op batterij en met schadelij ke stoff en: Pb = batterij
bevat lood, Cd = batterij bevat cadmium,
Hg = batterij bevat kwik.
Verwij der het apparaat conform de EU-richtlij n voor
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
– WEEE (Waste Electrical and Electronic Equip-
ment). Voor meer informatie kunt u contact opne-
men met de verantwoordelij ke instanties voor afvalverwij de-
ring in uw gemeente.
11. Wat te doen bij foutmeldingen
Foutmelding Oorzaak
De oorthermometer is
nog niet klaar om een
ER1
meting te verrichten.
De gemeten om-
gevingstempera-
ER2
tuur ligt nog niet
tussen 10 °C en 40 °C
(50 °F en 104 °F).
De oorthermometer is
ER3
niet correct in het oor
ingebracht.
11
Oplossing
Start pas met meten zo-
dra de lichaams- (
objecttemperatuurmodus
(
) op de display wordt
weergegeven.
Leg de oorthermometer
gedurende 30 minuten in
een ruimte met een om-
gevingstemperatuur van
10 °C tot 40 °C (50 °F tot
104 °F).
Neem de aanwij zingen in
het hoofdstuk "Meten" in
acht. Voer de meting op-
nieuw uit.