Namen en functies
Hieronder staat een beschrijving van de functies van de knoppen.
1/29. Open/ close
-knop
Druk op deze knop om schijfhouder te openen en te sluiten. De schijfhouder kan tijdens het afspelen niet
geopend worden. Stop het afspelen voordat u de schijfhouder opent.
2. CD/ USB -knop
Gebruik deze knop om CD-modus of USB-modus te selecteren.
3. Scratch-knop
Gebruik deze knop om scratchstand aan of uit te zetten. De ingebouwde LED feeft aan dat de CDMP-
2200 in de scratchstand staat.
4. Time-knop
Gebruik deze knop om de tijdsweergave TIME in het LCD-display (13) over te schakelen tussen verstreken
en resterende tijd. De geselecteerde stand wordt aangegeven met ELAPSED (verstreken) or REMAIN
(resterend).
5. Rec/auto-knop
Met deze knop kunt u een hotcue-punt opslaan.
Als u de knop rec/auto (5) ingedrukt houdt en tegelijkertijd het jogwiel (14) draait, kunt u de lengte van
de Auto Loop instellen. Zie pagina 14 "Instellen van automatische luslengte".
6. Hot cue A-knop
Gebruik deze knop om een hotcue-punt op te slaan. Zie pagina 12 "Instellen van een hotcue-punt".
7. Hot cue B-knop
Gebruik deze knop om een hotcue-punt op te slaan. Zie pagina 12 "Instellen van een hotcue-punt".
8. Folder-knop
Druk op deze knop om het folder-menu te openen. Als u in het folder-menu bent, verschijnt Folder op het
display. Kies een map (folder) met de knoppen Track/trim
(19) en Track/trim
(20) en open de
map met de knop folder (8).
9. Prog-knop
Gebruik deze knop om programmeerstand aan of uit te zetten. Zie pagina 13, Afspelen van programma
voor meer informatie.
10. Pitch-knop
Met deze knop kunt het maximale bereik van de actieve pitch control-fader instellen.
Afb. 3
11. Pitch Control -fader
Gebruik deze fader om de pitch van de cd te regelen. Verplaats de fader naar boven om de pitch te
verlagen, omlaag om de pitch te verhogen.
12. Relay-knop
Gebruik deze knop om relay play aan of uit te zetten.
8