SATEL
15. Als de detector de kruipzone moet beveiligen, draai dan de knop aan de binnenkant van
de detectorkap in de positie die wordt getoond in Afb. 10-A. Als de detector de kruipzone
NIET moet beveiligen, draai dan de knop dan in de positie die wordt getoond in Afb. 10-B.
16. Sluit en open het sabotagecontact om de test mode te activeren.
17. Herplaats de behuizing van de detector.
18. Controleer of bij beweging binnen het detectiegebied van de detector ervoor zorgt dat de
LED gaat branden. Afb. 4 en 5 tonen het dekkingsgebied
detector die op een hoogte van 2,4 m is gemonteerd (Afb. 4 – normale gevoeligheid,
Afb. 5 – hoge gevoeligheid; u kunt de gevoeligheid instellen met de jumper – Afb. 3).
Afb. 4 en 5 tonen het bereik van de MPD-310 detector met de groothoek (WD) lens,
die standaard in de detector geïnstalleerd is. U kunt de behuizingkap van de detector
vervangen om zo een andere lens te installeren. Het SATEL heeft hiervoor kapjes met
een gordijn (CT) lens en met een long-beam (LR) lens.
MPD-310
en kruipzone
van een
7