FO2 INSTELLEN
Iedere keer als de duikcomputer wordt ingeschakeld, wordt de FO2 ingesteld op de
standaardwaarde AIR [lucht] die u in stappen van 1% kunt wijzigen in een waarde tussen
21 en 50%.
• Als de computer achtereenvolgensde oppervlaktedisplay weergeeft, drukt u de knop 2
seconden in.
• Laat de knop los zodra het scherm FO2 wordt geopend (afb. 18). De waarde
knippert.
• Druk herhaaldelijk op de knop om de FO2-waarde in stappen van 1% te wijzigen in een
waarde tussen 21 en 50% en vervolgens opnieuw in AIR[Lucht].
• Bij iedere FO2-waarde die wordt weergegeven, ziet u ook de maximale diepte die van
toepassing is bij een PO2 van 1,60 bar (afb. 19a), of de waarde die is ingesteld voor
het PO2 alarm. Als de FO2 is ingesteld op AIR [Lucht], wordt de maximale diepte niet
weergegeven.
• Houd de knop 2 seconden ingedrukt om de FO2-waarde te bevestigen en door te gaan
naar het scherm Natte inschakeling instellen.
Afb. 18 - FO2 ingesteld op AIR
[Lucht]
a
Afb. 19 - FO2 ingelsteld op 32%
(130 foot toegestaan)
21