Problemen oplossen
Probleem
De camera gaat
niet aan
Geen beeld op het
scherm
Het beeld op het
scherm is slecht
zichtbaar
8
De sluiter
ontspant niet
De opname is
donker bij gebruik
van de flitser
194
Oorzaak
De batterijen zijn niet
geplaatst
De batterijen zijn niet
juist geplaatst
De batterijen zijn
uitgeput
De camera is
aangesloten op een
computer
De camera is
aangesloten op
een TV
De helderheid van het
scherm is te donker
ingesteld
De batterijbesparings-
functie is geactiveerd
De flitser wordt
opgeladen
Er is geen vrije ruimte
op de SD-
geheugenkaart of in
het interne geheugen
Opnemen
Het onderwerp is te ver
weg in een donkere
omgeving, zoals bij
een nachtopname
Oplossing
Controleer of de batterijen zijn geplaatst.
Is dat niet het geval, plaats de batterijen
dan.
Controleer de stand van de batterijen.
Plaats de batterijen opnieuw volgens de
poolaanduidingen +- in het
batterijcompartiment (p.29).
Plaats nieuwe batterijen of gebruik de
netvoedingsadapter.
Wanneer de camera is aangesloten op
een computer, is het scherm uitgeschakeld.
Als de camera is aangesloten op een tv,
is het scherm uitgeschakeld.
Stel de helderheid in met de optie
[Helderheid] in het menu [W Instelling]
(p.160).
Als de batterijbesparingsfunctie is
ingeschakeld, wordt het scherm na
verloop van tijd automatisch gedimd.
Druk op een knop om de normale
helderheid te herstellen.
Selecteer [Uit] bij [Batt besparing] in het
menu [W Instelling] om de batterijbespar-
ingsfunctie uit te schakelen (p.161).
Er kunnen geen opnamen worden gemaakt
terwijl de flitser wordt opgeladen. Wacht
tot het opladen gereed is.
Plaats een SD-geheugenkaart met
voldoende vrije ruimte of verwijder
overbodige opnamen (p.34, 120).
Wacht tot opslaan gereed is.
De opname wordt donker als het
onderwerp te ver weg is. Maak opnamen
binnen het aangegeven flitsbereik.