Probleemoplossing
Probleem
De
applicatiesnelheid is
laag of wordt lager
Onregelmatig debiet
of sputteren
Snelkoppeling blijft
niet aangesloten.
Pistool gaat niet uit
Vloeistoflek bij de
debietafstelmoer
Naaldafstelling werkt
niet
22
Oorzaak
Materiaal te dik
Spuitmond te klein
Er wordt te veel lucht
gebruikt
Pompslang versleten
Pistool verstopt of vuil
Slang is geknikt
Pistool te laag afgesteld Verhoog het debiet met de debietafstelmoer.
Te veel apparaten
aangesloten op
dezelfde groep
Verlengsnoer te lang of
niet zwaar genoeg
De trechter is niet goed
aangesloten
Vuil in het systeem
Fitting vervuild of
gecorrodeerd
Versleten spuitmond
of naald
Vuil in de
naalddoorgang
Beschadigde afdichting
Vervuilde schroefdraad
Spuitmond zit niet op
het pistool
Verdun het materiaal.
Gebruik een grotere maat spuitmond. Zie de Tabellen
met aanbevolen spuitmonden, pagina 15.
Sluit het luchtventiel van het pistool gedeeltelijk om het
luchtdebiet te verlagen.
Vervang de slang.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 9. Reinig
het pistool.
Verwijder de knik uit de slang.
Koppel andere apparaten af.
Gebruik een ander verlengsnoer. Zie Aarding en
Elektrische vereisten, pagina 9.
Controleer de pakking. Draai de koppeling goed vast.
Maak het systeem schoon.
Grondig schoonmaken. Onderdompelen in olie. Breng
een paar druppels lichte olie aan.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 9.
Vervang de versleten onderdelen.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 9. Reinig.
Voer de Drukontlastingsprocedure, pagina 9.
Vervang de afdichting.
Reinig de schroefdraad.
Plaats de spuitmond op het pistool.
Oplossing
3A5658L