REMKO serie ELT
Bedrijf met warmeluchtslangen
De apparaten zijn voorzien van een
speciale krachtige axiaalventilator.
Hiermee is het gebruik van
warmeluchtslangen in verschillende
varianten mogelijk om de verwarmde
lucht gericht en effectief naar de
desbetreffende toepassingslocatie te
transporteren.
Er mogen uitsluitend de door ons
vrijgegeven warmeluchtslangen
(accessoire) worden gebruikt, aangezien
deze specifiek op de apparaten zijn
afgestemd.
Opmerkingen betreffende de montage
van de warmeluchtslangen
De binnenste overlappingen op de
■
naden moeten in de luchtrichting
wijzen.
Neem een veilige bevestiging op de
■
uitblaassteunen van de apparaten
resp. de slangverlengstuk in acht.
Montagevoorbeelden
Slangverlengstuk ø 305
Warmeluchtslang ø 305
6
Om warmtestuwing te vermijden,
■
mogen er geen scherpen knikken
en buigingen in de slanggeleiding
ontstaan.
Zorg altijd voor een vrije luchtuitvoer
■
bij het uiteinde van de slang.
Variatiemogelijkheden:
(max. lengte 15 m)
1. Warmeluchtslang ø 305
maximaal 2 x 7,6 m
met slangverlengstuk
2. Warmeluchtslang ø 203
maximaal 2 x 7,6 m
met voorzetstuk
3. Warmeluchtslang ø 305
in combinatie met ø 203
maximaal 1 x 7,6 m ø 305
plus 2 x 7,6 m ø 203
met voorzetstuk 2 afvoeren
Warmeluchtslang ø 305
Warmeluchtslang ø 205
Warmeluchtslang ø 205
REMKO accessoire:
Warmeluchtslang ø 305,
7,6 m met sluitband
EDV-nr. 1099502
Warmeluchtslang ø 203,
7,6 m met sluitband
EDV-nr. 1099501
Voorzetstuk
met 2 afvoeren a ø203
EDV-nr. 1099550
Slangverlengstuk ø 305
met 2 sluitbanden
EDV-nr. 1009760
LET OP
Op basis van de speciale,
krachtige axiaalventilator moet het
gebruik van het apparaat zonder
slangaansluiting (vrij uitblazend)
worden vermeden.
Voorzetstuk
met 2 afvoeren
LET OP
Bij een temperatuurverhoging
van meer dan 100 °C op de
uitlaat van het apparaat wordt het
verwarmingsbedrijf onderbroken.
Warmeluchtslang ø 205
Warmeluchtslang ø 205