Parameter
Bit rate type
(Bitsnelheidstype)
Max Bitrate
(Max. bitsnelheid)
Frame rate
(Framesnelheid)
I-frame interval
(Interval I-frame)
Multicast address
(Multicast-adres)
RTSP Port
(RTSP-poort)
Video encoder type
(Videocoderingstype)
Een opnameschema definiëren
U kunt een opnameschema voor de camera definiëren in het venster Schedule
Recordings (Opnames plannen). De opname wordt opgeslagen op de SDHC-
kaart in de camera. Hoewel de opnames op een DVR worden opgenomen, biedt
de SDHC-kaart van de camera een back-up voor als er zich bijvoorbeeld een
netwerkfout voordoet.
Het geselecteerde opnameschema geldt voor alle alarmtypen.
U wordt gevraagd de camera opnieuw op te starten na het wijzigen van het
schema.
Opnametijden na gebeurtenissen
De opnametijd na de gebeurtenis wordt gebruikt als de bewegingsdetectie is
ingeschakeld. Wanneer een bewegingsalarm wordt vrijgegeven, blijft de camera
opnemen op basis van de waarde die voor deze optie is opgegeven. De volgende
opties zijn beschikbaar: 5 (standaard), 10, 30 seconden, 1, 2, 5 en 10 minuten.
TruVision Outdoor IP-camera Gebruikershandleiding
Beschrijving
Hier kunt u opgeven of de variabele of vaste bitsnelheid wordt gebruikt.
Een variabele bitsnelheid geeft een hogere kwaliteit die geschikt is voor
het downloaden en streamen van video. De standaardinstelling is
Constant.
Hier wordt de maximaal toegestane bitsnelheid ingesteld. Bij een
hogere beeldresolutie moet tevens een hogere bitsnelheid worden
geselecteerd.
De volgende opties zijn beschikbaar: 32 bps, 48, 64, 80, 96, 128, 160,
192, 224, 256, 320, 384, 448, 512, 640, 768, 896, 1024, 1536, 1792,
2048, Custom (Aangepast: handmatig een waarde invoeren). De
standaardinstelling is 2048.
Hier wordt de framesnelheid voor de geselecteerde resolutie ingesteld.
De framesnelheid is het aantal videoframes dat per seconde wordt
weergegeven of verzonden. De standaardwaarde is 25 (PAL) / 30 (NTSC).
Een videocompressiemethode. Het is raadzaam om de weergegeven
standaardinstelling niet te wijzigen: 25.
Hier wordt een D-klasse IP-adres opgegeven tussen 224.0.0.0 en
239.255.255.255. U hoeft deze optie niet op te geven als u geen gebruik
maakt van de multicast-functie. Sommige routers staan het gebruik van
de multicast-functie niet toe ter voorkoming van netwerkstormen. De
standaardwaarde is 0.0.0.0.
Hier wordt de RTSP-poort opgegeven. De standaardwaarde is 554.
Geeft de gebruikte video-encoder weer.
De volgende opties zijn beschikbaar: H.264 en MPEG4
Hoofdstuk 4: De camera configureren
33