4
Backplate
Bekabeling
1.
Strip de afzonderlijke draden met 12 mm. Als de
draad flexibele geleiders heeft, wordt aanbevolen
om adereindhulzen op alle draden te gebruiken.
Gebruik geschikt gereedschap om ze aan te drukken.
2.
Draai de schroefklem vast met een moment van
5 Nm.
LET OP
—
Bij het parallel aansluiten van meerdere backplates
dient elke schroefklem als koppelpunt voor
aangrenzende backplates. Alle backplates moeten
met dezelfde fasevolgorde worden aangesloten.
Externe aansluitdozen of een platte kabel kunnen
worden gebruikt als dat het beste uitkomt.
—
We raden aan om de bestaande kleurcodes te volgen
die in de installatie worden gebruikt. De kleuren van
de draden kunnen afwijken van de afbeeldingen,
afhankelijk van de nationale standaarden. De
afbeeldingen in deze handleiding volgen de IEC
60446-norm.
—
Zorg ervoor dat de draden goed zijn aangesloten en
vastgedraaid voordat u de stroom inschakelt. Test
dit door aan elke draad te trekken.
2
PE
1
10
TN/TT 3 fase
(3x 230/400 V)
PE
N
L1
L2
L3
TN 1 fase
(230 V)
PE
N
L1
–
–
IT/TT 3 fase
(3x 230 V)
PE
L1
L2
L3
–
IT/TT 1 fase
(230 V)
PE
L1
L2
–
–