De unit op een vloer monteren
Stap 1: De unit heeft 4 grote
montagepads/voeten (zie gearceerde gebieden).
Boor gaten voor in een plank volgens de
getoonde afmetingen en maak gaten met een
minimale diameter van 1x 105 mm voor de
condensafvoer, voor een rechter of linker
configuratie. Als de unit tegen een muur staat, is
er een uitsparing aan de achterkant van de plank
nodig voor de kabeldoorvoerdoos.
Stap 2: De plank kan met passende
bevestigingsmiddelen aan balken, vloeren of
gelijkwaardig objecten worden bevestigd
voordat de unit wordt gemonteerd. Monteer de
unit op de plank en breng de uitsparingen aan.
Opmerking: Zorg dat alle andere bekabeling
(bijvoorbeeld sensor, bedieningskabels, etc.)
door de doos aan de achterkant van de unit zijn
gevoerd voor de plank wordt bevestigd.
Comair raadt aan indien mogelijk de wandhouder
te gebruiken in combinatie met vloermontage om
omkiepen van de unit te voorkomen.
Stap 3: Markeer de positie van de wandhouder
met behulp van de getoonde afmetingen.
Onthoud de positie van de bovenkant van de
unit in relatie tot de wandhouder. Zorg dat de
houder parallel met de vloer staat.
Stap 4: Bevestig de wandhouder aan de muur
of tengels met behulp van de passende
bevestigingen. (Zoals getoond op pagina 6)
Stap 5: Til de unit op en plaats de twee haken
aan de achterkant op de wandhouder voordat
de unit aan de vloer wordt bevestigd. (zoals
getoond op pagina 6).
Installatie
Kabeldoorvoer door
doos aan de achterkant
Bovenkant van unit
Uitsparing
voor
kabeldoorvoer
7