8
De naaf smeren
Geen onderdelen vereist
Procedure
Smeer de naaf; zie
De naaf smeren (bladz.
9
Achterwiel monteren
Geen onderdelen vereist
Procedure
1.
Gebruik de eerder verwijderde wielmoeren om
het wiel aan de naaf te bevestigen
1. Wielmoer
2.
Draai de wielmoeren vast (in een kruispatroon
zoals getoond in
108 tot 122 N·m.
6).
(Figuur
Figuur 8
Figuur
9) met een torsie van
Figuur 9
10
De zekering monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Zekering
Procedure
Monteer de zekering in de sleuf die bestemd is
voor de driewielaandrijving op het zekeringblok
voor het messenkooiaandrijvingscircuit; raadpleeg
het onderdeel over onderhoud van het elektrische
systeem in de Gebruikershandleiding van uw
machine.
11
Driewielaandrijving
inschakelen
8).
Geen onderdelen vereist
Procedure
De driewielaandrijving dient automatisch
te worden ingeschakeld wanneer u de
kabelboomaansluitingen van de tandwielkast
aansluit op de machinekabelboom.
Om er zeker van te zijn dat de driewielaandrijving
geactiveerd is, kunt u navigeren naar de optie
g300939
DRIEWIELAANDRIJVING
uw InfoCenter. Het item geselecteerd/actief icoontje
geeft aan dat de driewielaandrijving geactiveerd
is.
12
De montage voltooien
Geen onderdelen vereist
g274650
Procedure
1.
Laat de machine neer op de grond.
5
in het menu I
NSTELLINGEN
van