Functies van de toetsen op het front, de display
en de LED's
Tijdens het programmeren verschijnen de volgende woorden: FO, Fl, F2, F3, F4, F5, F6, F7, F8, SP1,
SP2, SP3, SP4, SIO.
Uitgang Hi.
Uitgang LO.
Alarm.
Decimale punt.
Een knipperende punt betekent dat de omvormer werkt.
programma een stap verder (F0, Fl, F2, F3, F4, F5, F6, F7, F8, SP1, SP2, SP3, SP4, S10).
ENTER Wanneer deze toets tijdens het programmeren wordt ingedrukt, worden de instructies tijdens het
programmeren op het display weergegeven; de toetsen L en M worden gebruikt om de instelling aan te
passen en te veranderen. Wanneer de toets voor de tweede keer wordt ingedrukt worden de opgeslagen
instructies bevestigd.
L L L L
Door het indrukken van deze toets tijdens het programmeren wordt de waarde / aflezing verhoogd op
het display; in F2, verschuift de decimale punt naar rechts. In de normale werking wordt deze gebruikt om
de waarde in Volts, mA of Ptl00 in te stellen welke corresponderen met de ingang.
M M M M
Door het indrukken van deze toets tijdens het programmeren wordt de waarde / aflezing verlaagd op
het display; in F2, verschuift de decimale punt naar links. In de normale werking wordt deze gebruikt om
de waarde in Volts, mA of Ptl00 in te stellen welke corresponderen met de ingang.
PROG Elke keer dat deze toets wordt ingedrukt gaat het
2