6 Functie Data-Hold
De functie Data-Hold kan bij dichtheidsbepaling van vaste stoffen worden aangezet
als ook bij dichtheidsbepaling van vloeistoffen.
De afgelezen dichtheidswaarde schommelt vaak en is daardoor moeilijk af te lezen.
Door de functie Data-Hold te activeren wordt de afgelezen dichtheidswaarde na
succesvolle stabilisatiecontrole gestopt totdat de toets UNIT wordt gedrukt.
6.1
De functie activeren
1. Het menu opvragen:
In de weegmodus de toets MENU 2x
drukken.
2. De navigatietoetsen ( ) meermals
drukken totdat de aanduiding "APL.FUNC"
verschijnt.
3. De toets PRINT drukken.
4. De navigatietoetsen ( ) meermals
drukken totdat de aanduiding "SG"
verschijnt. Met de toets TARE bevestigen;
de aanduiding "SET" en de actuele
instelling verschijnen achter elkaar.
5. De navigatietoetsen ( ) meermals
drukken totdat de aanduiding "SG.HOLD"
verschijnt.
Met de toets TARE bevestigen.
De aanduiding geeft aan dat de functie
Data-Hold actief is.
6. Om terug naar de modus
dichtheidsbepaling te keren de toets
ON/OFF meermals drukken.
6.2
De aanduiding van het resultaat dichtheidbepaling stoppen/wissen
De dichtheidsbepaling uitvoeren, zie hoofdstuk 4.2/stap 6 of hoofdstuk 5.3/stap 4.
Terwijl de weegschaal het resultaat van dichtheidsbepaling bepaald verschijnt ca.
5 s lang de blinkende aanduiding "WAIT".
De aanduiding [∗] toont aan de gestopte dichtheidswaarde.
Om de gestopte aanduidingwaarde te wissen, de toets UNIT drukken. De
weegschaal wordt terug in de modus dichtheidsbepaling omgeschakeld.
ACS-A03-BA-nl-1210
16