Afbeelding 1
1: CO-alarm
2: LCD-scherm
3: Zoemer.
4: Stroomindicator. 5: Fout indicator.
7: Testknop.
8: Sensor ingang.
10: Bevestigingsholte. 11: Montageplaat.
12: Schroefgat. 13: Gesp.
1.2.2 Functie van de onderdelen
1) CO-alarm: het hele product.
2) LCD-scherm: toon de parameters van de detector.
3) Zoemer: geluid van de detector.
4) Stroomindicator: groen licht dat wordt gebruikt als stroomindicatie.
6: Alarmindicator.
9: Batterijhouder.
5) Fout indicator: geel licht dat wordt gebruikt als
storingsindicatie.
6) Alarmindicator: rood licht dat wordt gebruikt voor
alarmindicatie.
7) Testknop: voor testen en alarmonderdrukking.
8) Sensor ingang: gasinlaat.
9) Batterijcompartiment: waar installeert u de batterijen.
10) Bevestigingsholte: holte voor de gesp.
11) Montageplaat: de plaat waaraan de detector is bevestigd
ter ondersteuning.
12) Schroefgat: holte voor schroefinstallatie.
13) Gesp: voor het bevestigen van de detector aan de
montageplaat.
1.3 Informatie-indicatie en opstarten
1.3.1 Informatie indicatie
1.3.1.1 Informatie indicatiekaart
Informatie
Status
De vermogen
indicator, fout
indicator en alarm
indicator zullen
tegelijkertijd
Opstart
knipperen, en de
prompt
zoemer zal ook
piepen.
De vermogen
Normale
indicator knippert op
werking
zijn minst één keer
elke minuut.
Functie
Het geeft aan dat de
voeding normaal
verbonden is. Het
indicatielampje is
aan en de zoemer
maakt een normaal
geluid, hetgeen wijst
op de goede
werking van beide,
anders zou er een
storing zijn.
Het geeft aan dat de
detector in normale
werking is