Instelbare 24V-laadmodus
5 A
12,5 A
5 A
12,5 A
Extra laadfuncties kunnen met de knop 'Mode' worden geselecteerd.
SHOW
Functie SHOW ROOM: 13,8 V. Met deze functie worden de verbruikers van het voertuig tijdens demonstraties
in het autobedrijf gevoed, zonder de accu te belasten. (Alleen in de 12V-modus.)
ROOM
SUPPLY
Functie SUPPLY: 14,0 V. Om deze functie in te schakelen, houdt u de knop 'Mode' 5 seconden ingedrukt.
Deze functie houdt de geheugens van een voertuig actief tijdens het vervangen van de accu of in alle gevallen
waarin de accu van het elektrische circuit van het voertuig wordt losgekoppeld. (Alleen in de 12V-modus.)
LET OP! IN DEZE FUNCTIE IS DE ACCULADER NIET BESCHERMD TEGEN OMGEKEERDE POLARITEIT.
GEVAAR VOOR SCHADE!
Gebruik van de lader:
Aansluiten
1.
Steek de netadapter van de lader in een stopcontact.
2.
Selecteer de gewenste laadmodus naargelang de op te laden accu.
3.
Sluit eerst de rode klem aan op de pluspool van de accu.
4.
Sluit vervolgens de zwarte klem aan op de minpool van de accu of op de massapool aan de carrosserie van het voertuig.
(Bij voertuigen met een BMS (Battery Management System) op de minpool, dient de massapool van de carrosserie te
worden gebruikt. Raadpleeg bij twijfel de handleiding van het voertuig.)
Loskoppelen
5.
Na gebruik van de lader moet eerst de netadapter uit het stopcontact worden getrokken.
6.
Verwijder vervolgens de zwarte klem van de minpool/massapool.
7.
Verwijder vervolgens de rode klem van de pluspool van de accu.
Analyse van de accu en foutmeldingen:
De lader kan voor en tijdens het laadproces de status van de accu controleren en eventuele fouten tussen de lader en de op
te laden accu melden. Dit gebeurt via een digitaal display, waarop de foutcode wordt weergegeven. Als tijdens het laadpro-
ces storingen optreden, kunnen de volgende indicaties verschijnen:
Displaymelding
Oorzaak
De klemmen van de uitgangskabel zijn niet juist
aangesloten op de accu. Eventuele ompoling.
Accu met te lage spanning. (Er wordt geprobeerd
een 12V-accu op te laden, terwijl de acculader op
24 V is ingesteld.) Accu met te hoge spanning.
(Er wordt geprobeerd een 24V-accu op te laden,
terwijl de acculader op 12 V is ingesteld.)
Lader defect.
Na een bepaalde tijd is de accu niet in staat
stroom op te nemen.
Het opfrissen van de accu is mislukt na een volle-
dige ontzwavelingscyclus.
De stroom die bij de functie 'Supply' wordt opge-
nomen, is te hoog.
Kabel losgekoppeld of kortgesloten.
Accu volledig kortgesloten.
Opladen van 24V-accu's, 5 Ah tot 100 Ah
Druppelladen van 24V-accu's, 5 Ah tot 150 Ah
Geschikt voor het opladen van standaard- en gelaccu's
Opladen van 24V-accu's, 70 Ah tot 250 Ah
Druppelladen van 24V-accu's, 70 Ah tot 360 Ah
Geschikt voor het opladen van standaard- en gelaccu's
Opladen van 24V-accu's, 5 Ah tot 100 Ah
Druppelladen van 24V-accu's, 5 Ah tot 150 Ah
Geschikt voor het opladen van AGM- en EFB-accu's;
of standaardaccu's bij temperaturen onder 5 °C
Opladen van 24V-accu's, 70 Ah tot 250 Ah
Druppelladen van 24V-accu's, 70 Ah tot 360 Ah
Geschikt voor het opladen van AGM- en EFB-accu's;
of standaardaccu's bij temperaturen onder 5 °C
Oplossing
Sluit de klemmen juist aan en hervat het laadpro-
ces (zie hoofdstuk 'Gebruik van de lader').
Controleer de accuspanning.
Zorg ervoor dat de instelling correct is. Anders is
de accu waarschijnlijk defect.
Laat de lader door een specialist controleren.
De accu is waarschijnlijk defect.
De accu is waarschijnlijk defect.
Verlaag de stroomopname.
Sluit de klemmen juist aan en hervat het laadpro-
ces (zie hoofdstuk 'Gebruik van de lader').
De accu is waarschijnlijk defect.