Om een nieuwe kabel aan te sluiten, dient men het deksel "A"
te openen door de 4 schroeven "B" los te draaien (zie figuur 3).
Vervolgens dient de fasendraad op het klemmenbord aangesloten
te worden. De minimale doorsnee van de draden dient door de
de persoon die voor de installatie zorgt, bepaald te worden. Men
raadt aan om slechts IMQ goedgekeurde kabels en stopcontacten
te gebruiken. Controleren of de aansluiting correct is door de
eenheid in te schakelen en de draairichting te controleren. De
eenheid beschikt over een aardaansluiting (gele-groene draad).
Een onjuiste aardaansluiting kan de fysieke veiligheid van de
gebruiker op het spel zetten. De firma Rasor
voor eventuele daaruitvloeiende schade of letsel. De elektrische
voeding dient door een tegen overstroom beveiligde installatie te worden geleverd (d.m.v.
een automatische magnetothermische schakelaar of trage zekeringen die met de installatie
overeenkomen). De uitschakelstroom van de beveiligingen dient zo laag mogelijk te zijn,
rekening houdend met de maximale absorptie van de eenheid (zie gegevens op het
identificatieplaatje).
OPGELET
De gebruiker dient een stroomscheider op de voedingslijn te installeren om de eenheid te
kunnen uitschakelen in geval van nood.
10. OVERIGE RISICO'S
Het gebruik van de snijeenheid is veilig. Er kunnen zich echter potentieel gevaarlijke situaties
voordoen voor de gebruiker en de personen die zich in de buurt van de apparatuur bevinden.
Aan het einde van de werkzaamheden, kunnen de metalen onderdelen heet zijn.
Men kan het mes laten functioneren zonder de betreffende afdekking.
is niet aansprakelijk
®
B
B
A
B
NL
9
3