Bedrijfsstanden
Deur die open en dicht gaat
De regelingsfunctie stelt vast of de deur standaard
open of dicht is, deze stand wordt als standaard
ingesteld en aangeduid als Flexibel (instelling
onder Installatiemenu >Instellingen ventilator >
Deurstand).
Open deur
Op het installatiescherm verschijnt OP.
Ventilatorregeling draait op maximaal toerental
en wordt aangestuurd via de buitentemperatuur.
Tijdens dalende buitentemperaturen in de winter
en toenemende buitentemperaturen in de zomer
gaat het maximale toerental van de ventilator
omhoog. Het maximale toerental kan worden
ingesteld onder Hoofdmenu > Ventilatorregeling
> Maximaal toerental. De regelcurven voor de
buitentemperatuur worden ingesteld onder
Installatiemenu > Instellingen ventilator >
Verhoging toerental, waar de temperaturen voor
minimaal en maximaal toerental voor de zomer-
en winterstanden worden ingesteld.
Normaal gesproken slaat de verwarming aan
als de deur wordt geopend. De waarde van het
instelpunt (Kamertemp. dag) wordt dan verhoogd
met het ingestelde verschil in de waarde van
het instelpunt dat kan worden gewijzigd via
Installatiemenu > Instellingen verwarming >
Verschil instellingen open deur, fabrieksinstelling
3,0 K. Het instelpunt kan worden ingesteld
onder Hoofdmenu > Temperatuurinstellingen >
Kamertemperatuur dag. Als het weekprogramma
wordt gebruikt, kan de waarde van het
instelpunt 's nachts worden ingesteld onder
Hoofdmenu > Temperatuurinstellingen >
Kamertemperatuur nacht. De kamertemperatuur
wordt geregeld met behulp van de ingebouwde
sensor kamertemperatuur of de externe sensor
kamertemperatuur, SIReRTX (optie).
Gesloten deur
Op het installatiescherm verschijnt CL. Bij
een verwarmingsbehoefte draait de ventilator
op een laag toerental dat kan worden ingesteld
onder Hoofdmenu > Toerental > Toerental
gesloten deur. Verwarming wordt ingeregeld
SIRe Advanced Air Curtains Electric
op Kamertemperatuur. Dag, wordt ingesteld
onder Hoofdmenu > Temperatuurinstelling >
Kamertemperatuur Dag. Als het weekprogramma
wordt gebruikt, kan de waarde van het instelpunt
's nachts worden ingeregeld ten opzichte van
de Kamertemperatuur en worden ingesteld
onder Hoofdmenu > Temperatuurinstellingen >
Kamertemperatuur nacht. De kamertemperatuur
wordt geregeld met behulp van de ingebouwde
sensor kamertemperatuur of de externe sensor
kamertemperatuur, SIReRTX (optie).
Als de deur is gesloten - naloop
Als de deur dicht is, blijft het maximale toerental
gehandhaafd gedurende de afgestelde tijd die is
ingesteld onder Installatiemenu > Instellingen
ventilator > Naloop deur > Naloop hoog toerental
en op een laag toerental onder Installatiemenu
> Instellingen ventilator > Naloop deur >
Naloop laag toerental, op voorwaarde dat het
voldoende warm is in het pand. Anders draaien
de ventilatoren totdat de gewenste temperatuur is
bereikt. Als de deur dicht is, verschuift de waarde
van het instelpunt van kamertemperatuur +
ingesteld verschil in de waarde van het instelpunt
voor open deur naar Kamertemperatuur dag/
nacht.
De naloop wordt in de fabriek ingesteld zodat
de nalooptijden worden geregeld op basis van de
frequentie waarmee de deur wordt geopend (Auto-
stand onder Installatiemenu > Instellingen ventila-
tor > Naloop deur > Naloopstand).
Deuren die altijd of vaak voor langere
perioden open blijven
Als een deur altijd of vaak open is, is het mogelijk
de functie ACTUELE STAND te gebruiken. De
instellingen van de ventilator of verwarming
verhogen/verlagen met 6 of 9 stappen (afhankelijk
van het type unit) en worden alleen aangestuurd
via de kamertemperatuur. De actuele stand wordt
in het statusvenster weergegeven.
De functie Actuele stand kan op twee manieren
worden geactiveerd:
Deuren die altijd open blijven
Voor een deur die altijd open is, kan deurstand
Vergrendeling open deur worden geselecteerd
onder Instellingen ventilator > Deurstand.
NL
127