Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Emotron TSA
Softstarter
Gebruiksaanwijzing
Nederlands
Geldig vanaf softwareversie 1.27

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor CG Products Emotron TSA

  • Pagina 1 Emotron TSA Softstarter Gebruiksaanwijzing Nederlands Geldig vanaf softwareversie 1.27...
  • Pagina 3 Emotron TSA softstarter GEBRUIKSAANWIJZING Geldig vanaf softwareversie 1.27 Documentnummer: 01-5980-03 Uitgave: R2 Datum van uitgifte: 28-01-2017 © Copyright CG Drives & Automation Sweden AB 2013-2017 CG Drives & Automation Sweden AB behoudt zich het recht voor om, zonder kennisgeving vooraf, specificaties en illustraties in de tekst te wijzigen.
  • Pagina 5: Veiligheidsinstructies

    Veiligheidsinstructies Gefeliciteerd met uw product van CG Drives & 6. De gebruiker moet alle noodzakelijke maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat het apparaat alleen Automation! worden bediend als het in perfecte toestand is. Voordat u de softstarter voor het eerst installeert, in bedrijf stelt of inschakelt, is het zeer belangrijk dat u eerst deze Cos phi compensatiecondensator handleiding zorgvuldig hebt gelezen.
  • Pagina 6 CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 7: Inhoudsopgave

    Start- en stopmethodes .......... 49 Aansluitingen..........15 7.1.3 Functies voor de kruipsnelheid......50 Netvoedings- en motoraansluitingen..... 15 7.1.4 Prioriteit Start/Stop-signaal........50 3.1.1 Railafstanden voor Emotron TSA-softstarter..19 7.1.5 Motorgegevens instellen ........51 3.1.2 Kabelafdekkingen ........... 19 7.1.6 Procesinformatie............. 51 Indeling print en stekkers........20 Werken met parametersets ........
  • Pagina 8 8.2.2 Extern signaal Niveau/Flank [21A] ......75 Opsporen van fouten, diagnose en 8.2.3 Motor Data [220] ............ 76 onderhoud........... 155 8.2.4 Mot Beveilig [230]........... 78 11.1 Trip-condities, oorzaken en oplossingen ..... 155 8.2.5 Parametersetkeuze [240] ........83 11.1.1 Technisch gekwalificeerd personeel....155 8.2.6 Autoreset [250] ............
  • Pagina 9: Inleiding

    Gebruik van deze gebruiksaanwijzing Controleer of het softwareversienummer op de eerste pagina De Emotron TSA softstarter is bedoeld voor het regelen van van deze gebruiksaanwijzing overeenkomt met de de start en stop van standaard asynchrone driefasemotoren. softwareversie van de softstarter. Zie hoofdstuk 8.9.1 pagina Een ingebouwde krachtige digitale signaalprocessor (DSP) 143.
  • Pagina 10: Typecodenummer

    Typecodenummer In Afb. 1 staat een voorbeeld van de typecodenummering die op de Emotron TSA softstarter wordt gebruikt. Deze identificatie is nodig voor type-afhankelijk informatie bij montage en installatie. Het codenummer staat op het productlabel op de rechterkant van de eenheid (vanaf de voorkant bekeken).
  • Pagina 11: Normen

    De Emotron TSA softstarter voldoet aan de productnorm EN(IEC) 60947-4-2: 2007. De standaard Emotron TSA softstarters voldoen aan de EMC-eisen in overeenstemming met: Categorie C1 – Emotron TSA bouwvorm 1 & 2 Categorie C2 – Emotron TSA bouwvorm 3 & 4 Tabel 2 Normen...
  • Pagina 12: Woordenlijst

    Woordenlijst 1.7.1 Afkortingen en symbolen 1.7.2 Definities In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende afkortingen In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende definities gebruikt: gebruikt: Tabel 3 Afkortingen Tabel 4 Definities Afkorting/ Naam Beschrijving Eenheid Beschrijving symbool Nominale stroom softstarter n_soft Bedienpaneel, de programmeer- en Nominale motorstroom n_mot presentatie-eenheid van de softstarter...
  • Pagina 13: Monteren

    Monteren Installatie in een kast In dit hoofdstuk wordt de montage van de Emotron TSA softstarter beschreven. Wij adviseren u om de installatie vóór Bij installatie van de softstarter: de montage goed te plannen: • Zorg dat de kast na installatie voldoende wordt •...
  • Pagina 14: Mechanische Specificaties En Tekeningen

    H2 = Totale montagehoogte van eenheid. H3 = Totale hoogte inclusief kabelafdekkingen. Emotron TSA bouwvorm 1 - 2 Afb. 2 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 1 en 2. Afb. 3 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 1 en 2, onderaanzicht. Monteren...
  • Pagina 15 Emotron TSA bouwvorm 3 Afb. 4 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 3. Afb. 5 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 3, onderaanzicht. CG Drives & Automation 01-5980-03r2 Monteren...
  • Pagina 16 Emotron TSA bouwvorm 4 Afb. 6 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 4. Afb. 7 Afmetingen voor Emotron TSA, bouwvorm 4, onderaanzicht. Monteren CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 17: Montageschema's

    Emotron TSA bouwvorm 1 - 2 104,5 Ø 13 Ø 6,5 (x 4) Afb. 8 Gatenpatroon voor Emotron TSA, bouwvorm 1 en 2. Ø 7 (x 4) Emotron TSA bouwvorm 3 Afb. 10 Gatenpatroon voor Emotron TSA, bouwvorm 4. Op onze websites, www.cgglobal.com en Ø...
  • Pagina 18 Monteren CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 19: Aansluitingen

    U kunt naar wens kabels met koper of aluminium gebruiken. Het is niet nodig om afgeschermde motorkabels bij de Emotron TSA softstarter te gebruiken. Het apparaat straalt zeer lage emissies uit. Er hoeven ook geen afgeschermde netvoedingskabels voor de Emotron TSA softstarter te worden gebruikt.
  • Pagina 20 Emotron TSA bouwvorm 1-2 Afb. 12 Netvoedings- en motoraansluitingen voor Emotron TSA Bouwvorm 1-2. 1. 3-fase netvoedingsaansluiting, L1, L2, L3 2. Aardingsaansluiting (PE) voor netvoeding 3. Netvoedingsaansluiting motor T1, T2, T3 4. Motoraarde, aansluiting WAARSCHUWING! Er kan zich aardlekstroom voordoen vanaf de thyristors als er een 3-fase netvoeding is aangesloten.
  • Pagina 21 Emotron TSA bouwvorm 3 Afb. 13 Netvoedings- en motoraansluitingen voor Emotron TSA Bouwvorm 3. 1. 3-fase netvoedingsaansluiting, L1, L2, L3 2. Aardingsaansluiting (PE) voor netvoeding 3. Netvoedingsaansluiting motor T1, T2, T3 4. Motoraarde, aansluiting WAARSCHUWING! Er kan zich aardlekstroom voordoen vanaf de thyristors als er een 3-fase netvoeding is aangesloten.
  • Pagina 22 Emotron TSA bouwvorm 4 Afb. 14 Netvoedings- en motoraansluitingen voor Emotron TSA Bouwvorm 4. 1. 3-fase netvoedingsaansluiting, L1, L2, L3 2. Aardingsaansluiting (PE) voor netvoeding 3. Netvoedingsaansluiting motor T1, T2, T3 4. Motoraarde, aansluiting WAARSCHUWING! Er kan zich aardlekstroom voordoen vanaf de thyristors als er een 3-fase netvoeding is aangesloten.
  • Pagina 23: Railafstanden Voor Emotron Tsa-Softstarter

    3.1.1 Railafstanden voor Emotron TSA-softstarter W3 W2 W1 Afb. 15 Algemene tekening railafstanden Tabel 10 Railafstanden. Afst. W1 Afst. W2 Afst. W3 bouwvorm [mm] [mm] [mm] 3.1.2 Kabelafdekkingen Nadat de netvoedings- en motorkabels zijn aangesloten, monteert u de kabelafdekkingen aan de hand van Afb. 16. Afb.
  • Pagina 24: Indeling Print En Stekkers

    In deze paragraaf staat algemene informatie over het powerboard en de controlprint voor elke bouwvorm van de Emotron TSA. Zie voor meer informatie over speciale omstandigheden paragraaf 4.4, pagina 36. Ga voor een beschrijving van de beschikbare opties naar hoofdstuk 12.
  • Pagina 25 Afb. 17 Indeling print voor Emotron TSA. Aansluitingen en details Emotron TSA 1. Aansluiting besturingsvoeding PE, N, L (powerboard). 10. RS232, met 9-polige vrouwelijke D-sub-stekker. Voor tijdelijke aansluiting van een computer of aansluiting van een extern bedienpaneel (optie). Voor permanente...
  • Pagina 26: Aansluitingen Stuursignalen

    Aansluitingen stuursignalen WAARSCHUWING! Relaisaansluitklemmen 21-33 zijn enkelvoudig geïsoleerd. Combineer de SELV-spanning NIET met bijvoorbeeld 230 VAC op deze aansluitklemmen. Een oplossing bij gebruik van gecombineerde SELV-/systeemspanningssignalen is om een extra I/O-optieprint (zie Hoofdstuk 12.3 pagina 161) te installeren en alle SELV- spanningssignalen aan te sluiten op de relaisaansluitklemmen van deze optieprint, terwijl alle 230VAC-signalen worden...
  • Pagina 27: Bedradingsvoorbeelden

    Bedradingsvoorbeelden De volgende voorbeelden 1 - 3 zijn alternatieven voor het starten en stoppen van de Emotron TSA via digitale ingangen. OPMERKING: De TSA gebruikt standaard flankgestuurde start-/stopsignalen. Vergeet niet om de instelling van menu [21A] te wijzigen als u niveausignaalingang gebruikt.
  • Pagina 28 11 (DigIn1) geeft Start. Openingscontact (puls) tussen aansluitklem 18 (24 VDC) en aansluitklem 12 (DigIn2) geeft Stop. Om de Emotron TSA te starten, moet aansluitklem 12 (DigIn2) worden aangesloten op aansluitklem 18 (24 VDC). OPMERKING: Dit alternatief werkt met de fabrieksinstellingen voor standaardparameters.
  • Pagina 29: Voorbeeld 2: Gedeelde Start-/Stop-Signalen (Aansluiting Met 2 Draden)

    Voorbeeld 2: Gedeelde Start-/Stop-signalen (aansluiting met 2 draden) • Het sluiten van het contact tussen aansluitklem 18 (24 VDC) en aansluitklem 11(DigIn1) en aansluitklem 12 (DigIn2) geeft Start. Het openen van het contact tussen aansluitklem 18 (24 VDC) en aansluitklem 11(DigIn1) en aansluitklem 12(DigIn2) geeft Stop.
  • Pagina 30: Voorbeeld 3: Gedeelde Start-/Stop-Signalen (Aansluiting Met 2 Draden)

    Voorbeeld 3: Gedeelde Start-/Stop-signalen (aansluiting met 2 draden) • Het sluiten van het contact tussen aansluitklem 18 (24 VDC) en aansluitklem 11(DigIn1) geeft Start. Het openen van het contact tussen aansluitklem 18 (24 VDC) en aansluitklem 11(DigIn1) geeft Stop. OPMERKING: Dit alternatief werkt niet met fabrieksinstellingen voor de standaardparameters.
  • Pagina 31 Voorbeeld 4 Verlengde bedrading Afb. 23 geeft een bedradingsvoorbeeld met de volgende Menu Beschrijving Instelling functies: Emotron TSA start als de druk lager is dan 4 bar en stopt als Niveau/Flank Niveau de druk een waarde van 6 bar bereikt. 2331 PTC AA Soft trip •...
  • Pagina 32: Voorbeeld 5: Bedrading Omkeerrem

    Voorbeeld 5: Bedrading omkeerrem Het voorbeeld in Afb. 24 toont de bedrading voor de functie omkeerrem. Zie voor meer instellingen de beschrijving voor Menu Beschrijving Instelling “Remmethode [344]” op pagina 98. Remmethode Omkeer Rem De magneetschakelaars moeten worden bestuurd door de Relais 1 (aansluitklemmen 21 RunSignaal R relaisuitgangen van de softstarter.
  • Pagina 33 Voorbeeld 6: Functie omgekeerde start VOORZICHTIG! De digitale ingang kunnen zo worden geconfigureerd dat Er kunnen zich zeer hoge koppel-/ een motor in twee richtingen kan worden gestart met behulp vermogenswaarden voordoen als de motor wordt omgekeerd vanuit maximaal toerental van de programmeerbare relais R1 en R2.
  • Pagina 34 De werking voor gebruik met of zonder omkeerstroomfunctie is als volgt: Deze voorbeelden zijn alleen geldig bij flanksturing (standaardinstelling). Als DigIn 1 “Rechtsom” is gesloten en DigIn 3 “Run Links” open is, wordt de magneetschakelaar voor de netvoeding (K1) voor voorwaarts draaien geactiveerd door relais R1 en start de motor in de voorwaartse richting.
  • Pagina 35: Richtlijnen Bij Toepassing

    Tabel 15, pagina 34. pagina 32 geeft de aanbevolen stroomsterkte voor de meeste toepassingen. Dimensionering softstarter Het Emotron TSA-model wordt geselecteerd op basis van de afmetingen van het model en van de werkcyclus van de volgens AC-53b toepassing: De standaard EN(IEC) 60947-4-2:2007 definieert AC-53b...
  • Pagina 36: Lijst Met Specificaties Voor Toepassingen

    TSA-model 52- Voorbeeld: 140 te kiezen, waarvoor de gespecificeerde stroom voor Als de Emotron TSA 52-070 uit het vorige voorbeeld wordt zwaar bedrijf gebruikt in bijvoorbeeld een toepassing met een walsmolen, 84 A is.
  • Pagina 37: De Applicatie Functielijst

    “Oplossing Emotron TSA” In deze kolom staat de mogelijke oplossing voor het probleem met een van de functies van de Emotron TSA. “Menu/Hoofdstuk” Deze kolom stuurt u naar het menu, de menugroep of het deel in de handleiding waar u een beschrijving van de instellingen voor de functie vindt.
  • Pagina 38 Tabel 15 Applicatie Functielijst Toepassing Uitdaging Oplossing Emotron TSA Menu/Hoofdstuk Kwadratische koppelregeling voor 331=Kwadr Koppel Niet-lineaire aanloop kwadratische ladingen 341=Kwadr Koppel Waterslag Kwadratische koppelregeling Hoge stroom en pieken tijdens starten Kwadratische koppelregeling POMP Pomp loopt in verkeerde richting Alarm faseomkering...
  • Pagina 39 Tabel 15 Applicatie Functielijst Toepassing Uitdaging Oplossing Emotron TSA Menu/Hoofdstuk Lineaire koppelbesturing geeft lineaire Hoge traagheid acceleratie en lage inschakelstroom. Zware belasting bij starten met materiaal Verhoogd aanloopkoppel Laag vermogen als er een dieselgenerator Stroombegrenzing bij start wordt gebruikt. ROTSBREKER...
  • Pagina 40: Speciale Omstandigheden

    Houd er rekening mee dat de motorstroom niet kan worden ingesteld op minder dan 4.4.6 Draaiende, aan elkaar 25% van de nominale stroom voor de Emotron TSA. gekoppelde motoren 4.4.2 Omgevingstemperatuur lager Als motoren die mechanisch zijn gekoppeld worden gestart en draaien, maar met één softstarter aangesloten op elke...
  • Pagina 41: It-Aardingssysteem

    Als u de Emotron TSA in deze systemen wilt gebruiken, moet die worden voorbereid op voeding via IT-net. De eenheid voldoet dan niet aan de EMC-eisen.
  • Pagina 42 Richtlijnen bij toepassing CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 43: Aan De Slag

    Aan de slag Dit hoofdstuk is een stapsgewijze handleiding die u laat zien • Bediening via het toetsenbord selecteren (menu [2151], hoe u de motor het snelst aan het draaien krijgt. Wij laten u paragraaf 7.1.1, pagina 49). twee voorbeelden zien: met externe bediening en met •...
  • Pagina 44: Standaard-Toggle-Lus

    Standaard-toggle-lus 1. Druk op om menu [211] "Taal" weer te geven. NQE1 Kies de taal met de toetsen Er is een standaard-toggle-lus om de eerste gegevens Bevestig met gemakkelijker in te stellen, zie Afb. 28. Deze lus bevat de benodigde menu’s die moeten worden ingesteld voordat de 2.
  • Pagina 45: Werking Van Het Bedienpaneel

    Werking van het bedienpaneel Via het bedienpaneel kan er een handmatige testrun wordt uitgevoerd. In dit voorbeeld laten we zien hoe u dit bij een standaardmotor kunt doen. Spanning inschakelen Als de besturingsvoeding is ingeschakeld, wordt het systeem gestart, gaat het display branden en draait de interne ventilator (geen ventilator bij bouwvorm 1) gedurende 5 seconden.
  • Pagina 46 Aan de slag CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 47: Bediening Via Het Bedienpaneel

    Bediening via het bedienpaneel 6.1 Display Het bedienpaneel toont de status van de softstarter en wordt gebruikt om alle parameters in te stellen. Het is ook Het display heeft achtergrondverlichting en bestaat uit 2 mogelijk om de motor direct vanaf het bedienpaneel te regels met ruimte voor 16 tekens per regel.
  • Pagina 48: Lampjes

    6.2 Lampjes De drie lampjes onder de display geven de operationele status van de softstarter en de motor/machine aan (zie Afb. 31). Afhankelijk van de bedieningsmodus knipperen de lampjes TRIP en RUN ook om de gebruiker te TRIP VOEDING waarschuwen voor een gebeurtenis of actie. In de Tabel 17 (groen) (rood) (groen)
  • Pagina 49: Functietoetsen

    6.4 Functietoetsen Parameterwaarden bewerken De meeste parameters kunnen tijdens bedrijf worden Met de functietoetsen kunt u de menu’s gebruiken en alle gewijzigd zonder de softstarter te stoppen. menu-instellingen programmeren en aflezen. De parameters die niet tijdens bedrijf kunnen worden Tabel 19 Commando's functietoetsen. gewijzigd, worden in deze handleiding aangegeven met een slotsymbool: Ga naar een lager menuniveau.
  • Pagina 50: Toets Toggle En Lokaal/Ext

    6.5 Toets Toggle en Lokaal/Ext. Alle menu’s verwijderen uit de toggle-lus 1. Druk de Toggle-toets in en houd deze ingedrukt terwijl Deze toets heeft twee functies: wisselen u op de toets ESC drukt. tussen geselecteerde menu's (toggle) en schakelen tussen lokale en externe bediening. 2.
  • Pagina 51: Functie Lokaal/Ext

    6.6 De menustructuur 6.5.2 Functie Lokaal/Ext Met de functie Lokaal/Ext. kunt u vanaf het bedienpaneel De menustructuur bestaat uit 4 niveaus: tussen lokale en externe bediening van de softstarter schakelen. De functie Lokaal/Ext. van de toets is standaard Hoofdmenu Het eerste teken in het menunummer. ingeschakeld op "Toggle".
  • Pagina 52: Het Hoofdmenu

    6.6.1 Het hoofdmenu In deze paragraaf vindt u een korte beschrijving van de functies in het hoofdmenu. Zie hoofdstuk 8. pagina 69 voor een uitgebreide beschrijving van de inhoud onder elk hoofdmenu. Startvenster Wordt weergegeven bij het opstarten; in dit menu staan twee actuele procesdata (standaard elektrische voeding en stroom).
  • Pagina 53: Belangrijkste Kenmerken

    Belangrijkste kenmerken In dit hoofdstuk wordt een beschrijving van de belangrijkste een lijst met de verschillende mogelijkheden paragraaf 7.4, functies van de Emotron TSA-softstarter gegeven. pagina 62. OPMERKING: Als u een verkeerd commando probeert te De Start-, Stop- en Run-...
  • Pagina 54: Functies Voor De Kruipsnelheid

    7.1.3 Functies voor de kruipsnelheid U kunt de acceleratiesnelheid vanuit stilstand naar het geselecteerde niveau voor de kruipsnelheid aanpassen in De kruipsnelheid (jog) kan worden geactiveerd via de jog- menu “[353] Jog Ramp Rate” zodat de kruipsnelheid soepel toetsen op het bedienpaneel, via de externe I/O-besturing of start.
  • Pagina 55: Motorgegevens Instellen

    Werken met 7.1.5 Motorgegevens instellen parametersets Voor optimale prestaties moeten de motorgegevens worden geconfigureerd op basis van het typeplaatje van de motor. Parametersets kunnen worden gebruikt om de softstarter in De menu's hiervoor zijn te vinden in paragraaf 8.2.3, pagina te stellen voor verschillende parameters, zoals verschillende 76;...
  • Pagina 56: Voorbeeld: Handmatige En Automatische Bediening

    7.2.2 Parametersets configureren Als het kiezen van de parameterset is uitgevoerd in menu Parameterset A [241], kunnen de instellingen voor de specifieke toepassing Run/Stop of besturingsmodus worden uitgevoerd. Parameterset A is standaard, wat betekent dat alle wijzigingen in de Besturing standaardinstellingen in het menusysteem worden kruipsnelheid opgeslagen onder parameterset A.
  • Pagina 57: Het Geheugen Van Het Bedienpaneel Gebruiken

    Het geheugen van het bedienpaneel is handig als er meerdere voordat er wordt overgeschakeld naar de andere motor. Emotron TSA-eenheden worden gebruikt. Met de kopieer-/ 1. Kies parameterset A in menu [241]. laadfunctie kunt u gegevens uitwisselen tussen de interne controlprint van de softstarter en het bedienpaneel, een 2.
  • Pagina 58: Kopiëren Door Het Bedienpaneel Tussen De Eenheden Te Verplaatsen

    5. Schakel TSA-eenheid 2 in en laad de gewenste instellingen vanaf bedienpaneel 1 naar de interne controlprint van TSA-eenheid 2, met menu [245]. Afb. 38 Parameters kopiëren en laden tussen twee Emotron TSA-eenheden via het bedienpaneel. WAARSCHUWING! Schakel alle voedingsaansluitingen uit voordat u de voorste kap opent.
  • Pagina 59 Ext CP TSA-eenheid 1 TSA-eenheid 2 Afb. 39 Parameters kopiëren en laden tussen twee Emotron TSA-eenheden met een extern bedienpaneel (optioneel). OPMERKING: Een andere oplossing voor het kopiëren van instellingen en gegevens tussen verschillende softstarters is via de computer, met het programma EmoSoftCom (optie).
  • Pagina 60: Limieten, Alarmen En Autoreset Toepassen

    Limieten, alarmen en 7.3.2 Alarminstellingen autoreset toepassen Gebruik om de motor te beschermen de alarminstellingen en limieten voor de werking in menu [230] De proceswaarden worden continu door het systeem "Motorbeveiliging" met submenu's. Zie paragraaf 8.2.4, bewaakt om de softstarter en aangesloten apparaten te pagina 78.
  • Pagina 61: Tripmelding

    7.3.4 Functie belastingsmonitor Tripmelding De tripmelding kan worden bekeken in het menu Het menu voor de belastingsmonitor [410] kan worden “Tripgeheugen” [800], waarin de negen meest recente gebruikt om machines en processen tegen mechanische over- tripmeldingen worden opgeslagen ([810] - [890]). Voor elke en onderbelasting te beschermen, zoals het vastlopen van een opgeslagen trip worden datum en tijd - van de real-time klok transportband of transportschroef, een riembreuk in een...
  • Pagina 62: Handmatig Ingestelde Alarmniveaus

    Handmatig ingestelde alarmniveaus Zie Afb. 40. Voor de handmatige instellingen voor de belastingsmonitor worden de “Alarmniveaus” [411] - [414] Voorbeeld: direct als percentage van het nominale motorvermogen ingesteld (menu [223]). De actuele waarde voor het 4112 MaxAlarmNiv asvermogen wordt tussen haakjes weergegeven, samen met (104%) 116% de waarde voor het alarmniveau om het instellen gemakkelijker te maken.
  • Pagina 63: Functie Autoset Met Alarmmarges

    Functie Autoset met alarmmarges Autoset kan ook worden geactiveerd met een extern signaal (geactiveerd door flank) door de functie van een digitale Zie Afb. 41. De snelste manier om de monitor aan te passen ingang in te stellen op “Autoset”. aan verschillende belastingssituaties is de functie "Autoset", die automatisch vier "Alarmmarges"...
  • Pagina 64: Belastingsmonitor Alarmacties

    Belastingsmonitor alarmacties D. Als de ingestelde alarmvertragingstijd (10 seconden) is verstreken, wordt de maximale alarmactie uitgevoerd (in Alle alarmen en vooralarmen kunnen afzonderlijk worden dit geval een zachte trip, zoals ingesteld in menu [4111]). geconfigureerd voor de werking door een alarmactie toe te passen, zoals een trip of een waarschuwing.
  • Pagina 65: Reset En Autoreset

    7.3.5 Reset en autoreset De volgende gebeurtenissen doen zich voor (zie Afb. 43): A. De functie belastingsmonitor wordt geactiveerd als de Als de softstarter wordt getript vanwege een storing, moet er ingestelde startvertragingstijd (30 seconden) is een resetcommando worden gegeven om de softstarter verstreken.
  • Pagina 66: Voorbeeld: Autoreset Voor Thermische Overbelasting

    Voorbeeld: Autoreset voor onderspanning softstarterbeveiliging [255] en Autoreset netspanningsfout [256]. In een toepassing is het bekend dat de netspanning af en toe heel even wegvalt, een zogenaamde "dip". Hierdoor activeert Mogelijkheid 1 de softstarter een “Onderspanningsalarm”. Met de functie U kunt de functie Autoreset inschakelen door “Reset” op Autoreset wordt deze trip automatisch gereset.
  • Pagina 67: Externe Bedieningsfuncties

    Externe 7.5.2 Enable- en Stop-functies bedieningsfuncties Beide functies kunnen afzonderlijk of gelijktijdig worden gebruikt. Welke functie moet worden gebruikt, hangt af van Bediening van de Run/Stop/Enable/Reset-functies de toepassing en de regelmodus van de ingangen (Niveau/ Flank [21A]). Standaard zijn alle run/stop-commando’s geprogrammeerd voor externe bediening via de ingangen op de klemmenstrook op de controlprint.
  • Pagina 68 Flanksturing [21A] Niveausturing [21A] INGANGEN INGANGEN Enable Enable Stop Run voorwaarts Run voorwaarts Run Links Run Links MOTORBEDIENING MOTORBEDIENING Rotatie rechts Rotatie rechts Rotatie links Rotatie links Afb. 46 Ingangs- en uitgangsstatus voor niveausturing Afb. 45 Ingangs- en uitgangsstatus voor flanksturing Run-ingang met niveausturing Als de "Run"-ingang in zijn stand blijft staan, start de softstarter onmiddellijk nadat het "Reset"-commando wordt...
  • Pagina 69: Logische Functies

    Logische functies 7.6.1 Kruipsnelheid bij Start en/of Stop Logische signalen kunnen worden geprogrammeerd voor verschillende besturings- of signaleringsfuncties (met de Het is mogelijk om logische functies te gebruiken voor operators AND/OR/EXOR) en daarbij zijn verschillende kruipsnelheid bij start en/of stop met bijvoorbeeld een teller functies beschikbaar: of timer.
  • Pagina 70 Voorbeeld 1 Kruipsnelheid bij start en stop met teller Dat kan gebeuren als de motor voor een bepaalde toepassing met laag toerental een specifiek aantal omwentelingen moet draaien. In dat geval willen we dat de motor met kruipsnelheid gedurende 4 omwentelingen voor het starten en daarna met kruipsnelheid gedurende 2 omwentelingen voor het stoppen draait.
  • Pagina 71 Voorbeeld 2 Kruipsnelheid bij starten en stoppen met een timer. Dit kan van toepassing zijn als de motor bij de toepassing met een laag toerental gedurende een specifieke tijd moet draaien. In dat geval willen we dat de motor voor het starten 10 seconden met kruipsnelheid en daarna voor het stoppen 5 seconden met kruipsnelheid draait Speed...
  • Pagina 72 Belangrijkste kenmerken CG Drives & Automation, 01-5980-03r2...
  • Pagina 73: Functionaliteit

    Bedrijfsstatus Waarden voor bedrijfsparameters bekijken. 8.7, pagina 135 Tripgeheugen Tripmeldingen en tripdata bekijken. 8.8, pagina 142 Model en software- en hardwareversie Emotron TSA. Service- Systeemgegevens 8.9, pagina 143 informatie. WAARSCHUWING! De motor start mogelijk meteen! Controleer of de parameterinstellingen en I/O-aansluitingen zijn ingesteld voor de gewenste functie, voordat u de netvoeding inschakelt.
  • Pagina 74: Beschrijving Van Menutabelindeling

    Beschrijving van menutabelindeling Resolutie van instellingen De resolutie voor alle in dit hoofdstuk beschreven  bereikinstellingen is 3 significante cijfers (tenzij anders Aanv Koppel   vermeld). In Tabel 26 staan de resoluties voor 3 significante  Alleen lezen cijfers. ...
  • Pagina 75: Startvenster [100]

    Startvenster [100] 8.1.2 2e Regel [120] Stelt de inhoud in van de onderste regel in het menu Dit menu wordt bij iedere inschakeling weergegeven. Tijdens [100] “Startvenster”. Zelfde keuze als in menu [110]. bedrijf wordt het menu [100] automatisch weergegeven als het toetsenbord gedurende 5 minuten niet wordt gebruikt.
  • Pagina 76: Hoofdinst [200]

    HOOFDINST [200] Kies Motor [212] Dit menu wordt gebruikt als u meer dan één motor in uw Het menu "HOOFDINST" bevat de belangrijkste toepassing gebruikt. Kies de motor die u wilt definiëren. Er instellingen voor de inbedrijfstelling van de softstarter en het kunnen in de softstarter maximaal vier verschillende motoren afstemmen van de softstarter op de toepassing.
  • Pagina 77: Toetsfunctie

    Jog Signaal [2152] 216 Reset Sgnl In dit menu wordt de besturingsbron voor de kruipfunctie Klem+Toets geselecteerd. Als de toetsen Jog Rechts en Jog Links worden gebruikt, moet een van de toetsenbordalternatieven in dit Standaard: Klem+Toets menu worden geselecteerd en moet het toetsenbord in menu Resetcommando via digitale ingang of [218] worden vergrendeld.
  • Pagina 78: Rechtsomtts

    LokRunCtrl [2173] van het toetsenbord te blokkeren/deblokkeren (zie paragraaf 6.4.1, pagina 45). Als het toetsenbord niet is geblokkeerd De modus “Lokaal” van de functie “Lokaal/Ext.” wordt in dit (standaard), dan wordt de keuze "Lock Code?" weergegeven. menu gedefinieerd (zie ook pagina 47). Als de softstarter in Als het toetsenbord al is geblokkeerd, wordt de keuze de bedieningsmodus “Lokaal”...
  • Pagina 79: Extern Signaal Niveau/Flank [21A]

    8.2.2 Extern signaal Niveau/Flank Eenheden [21C] [21A] In dit menu selecteert u de eenheden die voor de verschillende parameterwaarden in de menu's staan, inclusief In dit menu kiest u het type bediening voor de eenheden die via seriële communicatie worden uitgelezen. ingangssignalen voor Run Rechts, Run Links en RESET die SI-eenheden worden aangestuurd via de digitale ingangen van de...
  • Pagina 80: Motor Data [220]

    8.2.3 Motor Data [220] Nominale Motor Spann [221] In dit menu voert u de motorgegevens in om de softstarter af Hier wordt de nominale motorspanning ingesteld, U n_mot te stemmen op de aangesloten motor. Dit zorgt voor een verbetering van de regelnauwkeurigheid en van verschillende 221 Motor Spann waarden en analoge uitgangssignalen.
  • Pagina 81 Tabel 27 hierboven) ) kW n_mot 25 - 200 % x I [A] afhankelijk van n_soft Bereik: Standaard: model Emotron TSA. n_mot 25-400% x P , standaard; zie Tabel 27, n_soft Bereik: pagina 77. OPMERKING: De standaardinstellingen zijn voor een...
  • Pagina 82: Mot Beveilig [230]

    Nominaal Motor Cos φ [227] 8.2.4 Mot Beveilig [230] Hier wordt de nominale Motor cosphi (arbeidsfactor) Deze functie beschermt de motor tegen overbelasting op ingesteld. basis van de norm IEC 60947-4-2. Zie paragraaf 7.3, pagina 56 voor algemene informatie over verschillende alarminstellingen.
  • Pagina 83: Motor I 2 T Alarmactie

    Motor I t Alarmactie [2311] Motor I t Klasse [2313] Classificatie volgens IEC60947-4-2, waarmee de startcapaciteit van de motor wordt gedefinieerd om 2311 Mot I t AA thermische overbelasting te vermijden. M1 Zachte trip Met dit menu kunt u de interne beschermingsklasse kiezen, waarbij de thermische motorbeveiliging wordt ingeschakeld.
  • Pagina 84: Pt100 Alarm Actie

    VerbrkThCap [2314) PT100-ingangen [2323] Dit menu toont de gebruikte thermische capaciteit van de Er kunnen twee PT100-optieprints (B1 en B2) worden motor, dus de werkelijke waarde I t gedeeld door de aangesloten, voor maximaal zes PT100-ingangen. Met menu maximale waarde I t, uitgedrukt in (%).
  • Pagina 85: Alarmactie Startlimiet

    PTC Alarm [233] StartLimiet [234] De PTC-alarmmenu's worden altijd weergegeven als er De startlimiet kan worden gebruikt om de softstarter/motor standaard een geïntegreerde PTC-ingang op de te beschermen door het aantal starts per uur te beperken of aansluitklemmen 69 en 70 van het powerboard (PB-PTC) een minimale tijdsvertraging tussen starts in te voegen.
  • Pagina 86: Minimale Tijd Tussen Starten

    Minimale tijd tussen starten [2343] StroomBergAA [236] In dit menu kan een minimale tijd tussen achtereenvolgende Dit alarm is alleen acties als er een stroomlimiet is gekoppeld starts worden ingesteld. Als er een nieuwe startpoging wordt aan de startmethode (instellingen in [331] en [335]). Er gedaan voordat deze minimale tijd is verstreken, wordt er een wordt een alarm geactiveerd als de stroom nog steeds op de alarm gegeven en wordt de actie gekozen in menu [2351]...
  • Pagina 87: Parametersetkeuze [240]

    8.2.5 Parametersetkeuze [240] Kopieer Set [242] Parametersets worden gebruikt als er voor een toepassing Deze functie kopieert de inhoud van een parameterset naar verschillende instellingen voor verschillende modi nodig zijn. een andere parameterset; zo betekent A>B dat de inhoud van Zie de uitgebreide beschrijving in "Werken met parameterset A wordt gekopieerd naar parameterset B.
  • Pagina 88: Fabrieksinstellingen Naar Set Laden

    PC of een extern bedienpaneel, wordt deze tijdelijk parametersets. Bij het laden van de standaardinstellingen geblokkeerd. worden alle wijzigingen in het de Emotron TSA softstarter ingesteld op de fabrieksinstellingen. Deze functie bevat ook Als u de instellingen van de controlprint wilt kopiëren naar...
  • Pagina 89: Laad Instellingen Vanaf Het Bedienpaneel

    Laad instellingen vanaf het 8.2.6 Autoreset [250] bedienpaneel [245] Met deze menu's kan er een automatische reset van alarmen worden uitgevoerd. Deze functie zorgt ervoor dat af en toe De functie kan enkele of meerdere parametersets en voorkomende trips die geen gevolgen hebben voor het proces motorgegevens laden van het actuele bedienpaneel naar het automatisch worden gereset en dat de uptime van uw geheugen van de controlprint van de softstarter.
  • Pagina 90: Aantal Toegestane Pogingen Voor Autoreset

    • Na de 6e trip vindt er geen Autoreset plaats, want de toegevoegd. Als de vertragingstijd is verstreken, wordt het Autoreset-teller is zo ingesteld dat slechts 5 pogingen tot alarm gereset. Autoreset van een trip zijn toegestaan. • Als u de Autoreset-teller wilt resetten, geeft u een nieuw 2521 Motor I resetcommando (vanuit een van de bronnen voor resetregeling geselecteerd in menu [216]).
  • Pagina 91 Autoreset bij Rotor Vast [2524] Autoreset Procesbeveiliging [254] In dit menu wordt de vertragingstijd voor een Autoreset door Als de functie belastingsmonitor wordt gebruikt, menugroep een alarm voor rotor vast ingesteld. Een geblokkeerde rotor [410], kunnen de volgende instellingen voor een Autoreset kan niet worden gedetecteerd in de gestopte status en dus worden uitgevoerd.
  • Pagina 92 Autoreset extern Alarm 1 [2549] Autoreset fout netspanning [256] De vertragingsteller begint met tellen zodra de ingang van het De volgende menu's zijn voor de Autoreset van verschillende relevante externe alarm inactief is. foutcondities voor netspanning. Autoreset door ingang faseverlies 2549 Ext Alarm 1 [2561] Een fout in een fase-ingang kan niet worden gedetecteerd in...
  • Pagina 93: Autoreset Overspanning

    Autoreset overspanning [2563] 8.2.7 Seriële communicatie [260] In dit menu wordt de vertragingstijd voor een Autoreset bij In dit menu configureren we parameters voor de opties voor een alarm voor overspanning [432] ingesteld. De seriële communicatie. vertragingstijd begint te teller als de storing is verdwenen. De De optie RS485 en USB (instellen type communicatie USB/ supervisie voor overspanning is niet ingeschakeld in een RS485 in menu [261]) gebruikt het standaard Modbus...
  • Pagina 94: Modus Procesgegevens

    Modbus RTU [262] Veldbus [263] Stel de parameters voor Modbus/RTU-communicatie in. Stel de parameters voor veldbuscommunicatie in. 262 Modbus RTU 263 Veldbus Baudrate [2621] Adres [2631] Stel de baud rate voor de communicatie in. Voer het eenheids-/node-adres van de softstarter in of bekijk dit.
  • Pagina 95: Aanvullende Proceswaarden

    Read/Write [2633] Selecteer “Read/Write” om de softstarter te besturen via een veldbus 2641 CommFout AA te regelen. Raadpleeg voor meer informatie de handleiding Geen actie voor de Veldbus-optie. Standaard: No action No action Geen communicatiebewaking. 2633 Read/Write Harde trip 1 Zachte trip 3 Standaard: Zie voor een definitie Tabel 23, pagina 56.
  • Pagina 96: Fieldbus Status

    Proces [300] Subnetmasker [2653] Deze parameters worden meestal aangepast om een processignaal voor analoog starten/stoppen te creëren. De 2653 Subnet Mask ingangssignalen worden opnieuw geschaald om te worden 0.000.000.000 gebruikt voor weergeven in SI-eenheden of als signaal voor de analoge comparators. De werkelijke waarde van de uitlezing Standaard: 0.0.0.0 is afhankelijk van de gekozen procesbron [321].
  • Pagina 97: Proceseenheid

    Proceseenheid [322] Nr. voor Nr. voor Character Character seriële comm. seriële comm. Selectie van de eenheid voor de proceswaarde. Dit menu is alleen zichtbaar als er een procesbron is geselecteerd in menu [321] "Proces Bron". 322 Proc Eenheid å Standaard: ä...
  • Pagina 98: Startinstel [330]

    8.3.3 StartInstel [330] Voorbeeld: Een gebruikerseenheid aanmaken met de naam "kPa". Submenu met alle functies voor starten. 1. Druk in menu [323] op om de cursor weer te geven. Startmethode [331] 2. Druk op om de cursor naar rechts verplaatsen. De beschikbare startmethodes zijn: 3.
  • Pagina 99 Aanv Koppel [332] Spanning Gebruikt met startmethode voor lineaire/kwadratische koppelregeling. 332 Aanv Koppel n_mot Standaard: Bereik: 0 - 250 % van T Starttijd Tijd Eind Koppel [333] Gebruikt met startmethode voor lineaire/kwadratische Afb. 52 Aanvangsspanning en starttijd. koppelregeling. Direct on line starten, DOL Als dit alternatief is geselecteerd, dan kan de motor worden 333 Eind Koppel gestart alsof deze direct was aangesloten op de netvoeding (als...
  • Pagina 100: Spanningsaanloop Met Stroombegrenzing

    helling van de aanloop neemt toe tot boven de Als de regelaar nog in de actieve modus is als de starttijd oorspronkelijke helling om een start binnen de ingestelde verstrijkt, wordt er een alarm voor "Stroombegrenzing" starttijd te realiseren. Zie Afb. 54. gegeven en wordt de alarmactie ingesteld in menu [237] uitgevoerd.
  • Pagina 101: Tijd Verhoogd Aanloopkoppel

    Verh Koppel [337] 8.3.4 Stopinstelling [340] In specifieke toepassingen is er voor de start een verhoogd Stoppen wordt altijd geactiveerd door de thyristors om de aanloopkoppel nodig. De parameter voor verhoogd stroom over te nemen als het interne bypasscontact is aanloopkoppel zorgt dat er een hoog koppel beschikbaar is geopend.
  • Pagina 102: Spanning Bij Stoppen

    de remmethode (“Dyn Vec Rem” of “Omkeer Rem”) worden geactiveerd in menu [344]. Spanning 341 Stop Methode n_mot Uitlopen Standaard: Uitlopen Het motorkoppel wordt geregeld volgens Stoptijd Lin Koppel een lineaire aanloop. Tijd Het motorkoppel wordt geregeld volgens Kwadr Kwadr 2 een kwadratische aanloop.
  • Pagina 103: Vertraging Omkeerrem

    Stoptijd [345] geactiveerd om de fasevolgorde te wijzigen. Vanwege de veiligheid kan er in menu [346] een vertragingstijd tussen “Stop Tijd” wordt gedefinieerd als de tijd waarin een deze twee signalen worden ingesteld. stoppoging wordt gedaan. Deze functie is beschikbaar voor alle stopmethodes, behalve voor "Uitlopen".
  • Pagina 104: Kracht Dc-Rem

    Kracht DC-rem [348] 8.3.5 Jog [350] Hier kunt u de kracht van de DC-rem instellen, uitgedrukt Zie voor het instellen van de functie voor de kruipsnelheid in een waarde als percentage van het maximaal beschikbare paragraaf 7.1.3, pagina 50. De jogfunctie kan worden door DC-remvermogen.
  • Pagina 105: Belastingsmonitor En Procesbeveiliging [400]

    Belastingsmonitor en Toerental Jog linksom [352] procesbeveiliging [400] 352 JogToeren L 8.4.1 Belastingsmonitor [410] Standaard: Met de functies in dit menu kan de softstarter worden gebruikt als een belastingsmonitor. Zie de uitleg in paragraaf 1 – 30 % van nominaal motortoerental Bereik: 7.3.4, pagina 57.
  • Pagina 106: Maximale Alarmvertraging

    Niveau maximum alarm [4112] Maximaal vooralarm [412] In dit menu wordt het ingestelde “Maximaal alarmniveau” In deze menu's staan de instellingen voor het maximale getoond (rechts op het display - gebied F). Tegelijkertijd vooralarm voor de belastingsmonitor. wordt de werkelijke waarde van het asvermogen (%) links op het display weergegeven (gebied F), de waarde tussen haakjes.
  • Pagina 107 Minimaal vooralarm [413] Vertraging minimaal vooralarm [4133] In deze menu's staan de instellingen voor het minimale Als het belastingsniveau daalt tot onder het alarmniveau vooralarm van de belastingsmonitor. langer dan de ingestelde tijd voor “Vertraging minimaal vooralarm”, dan wordt de geselecteerde “Actie minimaal vooralarm”...
  • Pagina 108: Vertraging Minimaal Alarm

    Vertraging minimaal alarm [4143] OPMERKING: Als u een alarmmarge verandert zonder dat u een Autoset uitvoert, heeft dit GEEN invloed op de Als het belastingsniveau onder het alarmniveau daalt langer alarmniveaus. dan ingesteld bij de tijd voor “Vertraging min. alarm”, dan wordt de geselecteerde "Actie minimaal alarm"...
  • Pagina 109 Marge maximaal vooralarm [4172] Marge minimaal alarm [4174] Dit menu voor Autoset stelt de band in boven de In dit menu voor Autoset wordt de band ingesteld waaronder NormaalLast [417] waarbij geen maximaal vooralarm wordt de NormaalLast [4176] geen minimaal alarm genereert. Het gegenereerd.
  • Pagina 110: Procesbeveiliging [420]

    NormaalLast [4176] 8.4.2 Procesbeveiliging [420] Dit menu is alleen-lezen. Als het menu “Uit” aangeeft, zijn de instellingen voor Autoset gedeactiveerd en worden de Extern alarm [421] handmatig ingestelde alarmniveaus in menu [4112], [4122], De functie extern alarm wordt gebruikt om een alarm te [4132] en [4142] toegepast.
  • Pagina 111: Netspanningsbeveiliging [430]

    Dit alarm wordt gebruikt om een hoge motorstroom te voorkomen door een mechanisch geblokkeerde motor. Als de De Emotron TSA houdt continu de netspanning in de bediening is onderbroken door een alarm voor rotor vast, dan gaten. Dit betekent dat de motor eenvoudig kan worden...
  • Pagina 112 Vertraging alarm spanningsonbalans Vertraging alarm overspanning [4323] [4313] In dit menu wordt de reactievertraging voor het spanningsalarm, zoals ingesteld in [4321] en [4322], In dit menu wordt de reactievertraging voor het alarm voor geselecteerd. spanningsonbalans, zoals ingesteld in [4311] en [4312], geselecteerd.
  • Pagina 113: Alarmactie Faseomkering

    I/O [500] Vertraging alarm onderspanning [4333] Hoofdmenu met alle instellingen van de standaardingangen en -uitgangen van de softstarter. In dit menu wordt de reactievertraging voor het alarm voor spanningsonbalans, zoals ingesteld in [4431] en [4432], 8.5.1 Analoge ingang [510] geselecteerd. Submenu met alle instellingen voor de analoge ingangen.
  • Pagina 114 Analoge ingang Geavanceerd [513] OPMERKING: De verschillende menu’s worden automatisch ingesteld op “mA” of “V” op basis van de keuze in "AnIn Setup" [512]. 513 AnIn Advan Afb. 60 Selecteer spannings- of stroomingang met jumper S1. AnIn Min [5131] Parameter voor het instellen van de minimumwaarde van het OPMERKING: Het kiezen van spannings- of externe stroomingang vindt plaats met S1.
  • Pagina 115: Functie Minimumwaarde Anin

    Functie minimumwaarde AnIn [5135] Voorbeeld: Processensor is een sensor met de volgende specificatie: Met “AnIn WaMin” kunt u een door de gebruiker Bereik: 0-3 bar gedefinieerde waarde voor het signaal definiëren. Alleen Uitgang: 2-10 mA zichtbaar als eigen definitie is gekozen in menu [5134]. Analoge ingang moet worden ingesteld overeenkomstig: [512] AnIn Setup = Eigen mA 5135 AnIn WaMin...
  • Pagina 116: Digitale Ingangen [520]

    AnIn Filter [5139] 8.5.2 Digitale ingangen [520] Als het ingangssignaal instabiel is, dan kan het filter worden Submenu met alle instellingen voor de digitale ingangen. gebruikt om het signaal te stabiliseren. Zie Afb. 62. Dit leidt tot een wijziging van 63% in het ingangssignaal binnen de OPMERKING: Extra ingangen worden beschikbaar als de ingestelde "AnIn-filtertijd"...
  • Pagina 117: Digitale Ingang 2 [522] Naar Digitale

    ingang 4 [524] Activeert andere parameterset. Zie Tabel Set Ctrl 1 29 voor keuzemogelijkheden. Dezelfde functie als DigIn 1 [521]. Standaardinstelling voor DigIn 2 [522] is “Stop”. Voor DigIn 3 [523] is de standaard Activeert andere parameterset. Zie Tabel Set Ctrl 2 29 voor keuzemogelijkheden.
  • Pagina 118: Functie Analoge Uitgang

    8.5.3 Analoge uitgang [530] Instellingen analoge uitgang [532] Submenu met alle instellingen voor de analoge uitgang. Vooraf ingestelde schaal en offset van de Er kan worden gekozen uit toepassings- en uitgangsconfiguratie. softstarterwaarden om de actuele status weer te geven. De analoge uitgang kan ook worden gebruikt als een spiegel voor 532 AnOut Setup de analoge ingang.
  • Pagina 119: Functie Minimum Anout

    Analoge uitgang geavanceerd [533] Functie minimum AnOut [5334] Met de functies in het menu "AnOut Advanced" kan de Met "Functie Min AnOut" wordt de fysieke uitgang volledig worden afgestemd op de behoeften van de minimumwaarde aangepast aan de gekozen presentatie. De toepassing.
  • Pagina 120: Functie Minimumwaarde Anout

    Functie Minimumwaarde AnOut [5335] 8.5.4 Relais [550] Bij “AnOutVaMin” definieert u een eigen waarde voor het Submenu met alle instellingen voor de relaisuitgangen. De signaal. Alleen zichtbaar als "Eigen definitie" is gekozen in relaismoduskeuze maakt het mogelijk om een menu [5334]. “storingsbestendige”...
  • Pagina 121 Maximale alarmconditie actief (trip Logische uitgang 3 omgekeerd. Max Alarm of waarschuwing). Logische uitgang 4. Maximale vooralarmconditie actief Logische uitgang 4 omgekeerd. Max Vooralrm (trip of waarschuwing). Uitgang 1 flipflop. Minimale alarmconditie actief (trip Min Alarm of waarschuwing). Uitgang 1 flipflop omgekeerd. Minimale vooralarmconditie actief Uitgang 2 flipflop.
  • Pagina 122 Motor draait in omgekeerde richting (-) rechtsom. Wordt Motorspanning Linksom gebruikt voor besturing van de magneetschakelaar voor achteruit in toepassingen vooruit/achteruit. Actieve trip die handmatig moet HandRst Trip worden gereset Er is een trip-conditie actief Trip (ex LM) (behalve belastingsmonitor) Bedrijf Overspanningsalarm actief (trip of Overspann...
  • Pagina 123: Relais 1 Mode [55D1]

    Printrelais [554] t/m [559] 8.5.5 Virtuele I/O's [560] Deze extra relais zijn alleen zichtbaar als er een I/O-optieprint Virtuele aansluitingen worden gebruikt om een digitale in positie 1 of 2 is geplaatst. De uitgangen heten “B1 Relais uitgangsfunctie draadloos op een digitale ingangsfunctie aan 1”...
  • Pagina 124: Virtuele Verbinding 1 Bron

    Logische functies en Virtuele verbinding 1 Bron [562] timers [600] Met deze functie wordt de bron bepaald van de virtuele verbinding. Zie "Relais [550]", pagina 116 voor een In het menu Logic&Timers” menu [600] hebt u toegang tot beschrijving van de verschillende keuzemogelijkheden. comparators, logische functies, SR flipflops, timers en tellers, zodat er voorwaardelijke signalen kunnen worden 562 VIO 1 Bron...
  • Pagina 125 Setup Analoge Comparator 1 [611] Het uitgangssignaal kan worden geprogrammeerd als een virtuele Analoge comparator 1, parametergroep. aansluitingsbron en op de relaisuitgangen. Analoge comparator 1, Waarde [6111] 6111 CA1 Waarde Keuze van de analoge waarde voor "Analoge Comparator 1" Current (CA1).
  • Pagina 126 Menu Functie Instelling Niveau/Flank Niveau Beschrijving AnIn-functie Proceswaarde Het referentiesignaal passeert de Niveau LO-waarde van onderen (positieve flank). De comparator CA1-uitgang AnIn Setup 4-20 mA blijft laag, modus = STOP. DigIn2 Het referentiesignaal passeert de Niveau HI-waarde van 6111 CA1 Waarde AnIn onderen (positieve flank).
  • Pagina 127 Afb. 67 Tabel 31 Opmerkingen bij Afb. 67 voor de keuze "Hysterese”. Beschrijving Hysterese Temp. Het referentiesignaal passeert de Niveau LO- waarde van onderen (positieve flank). De CA1 Niveau HI comparator CA1 verandert niet, dus de 50 °C uitgang blijft laag. Hysterese/ Window 40 °C...
  • Pagina 128: Ingestelde Vertraging Analoge Comparator

    Analoge comparator 1 Niveau laag [6113] Tabel 32 Opmerkingen bij Afb. 67 voor de selectie “Window”. Stelt het lage niveau voor de analoge comparator in, met eenheid en bereik volgens de in het menu gekozen waarde Beschrijving Window [6111]. Het referentiesignaal passeert de waarde voor Niveau HI van boven (signaal binnen 6113 CA1 NivoLO...
  • Pagina 129: Ingestelde Vertraging Digitale Comparator

    Vertraging analoge comparator 1 resetten [6117] Het resetten van het uitgangssignaal van analoge comparator 1 wordt vertraagd met de ingestelde tijd in het menu. Zie Ingangssignaal voor CD1 [6151] Digitale comparator 1 Afb. 68. 6117 CA1RstVertr 0:00:00.0 Afb. 69 Digitale comparator. Standaard: 0:00:00.0 (uren:minuten:seconden) Ingestelde vertraging digitale...
  • Pagina 130: Logica-Uitgangen [620]

    8.6.2 Logica-uitgangen [620] Expressie Logisch 1 [6211] Keuzemogelijkheden voor uitvoeringsvolgorde van de logische expressie voor de functie Logisch 1: Logisch 1 [621] Met behulp van een expressie-editor kunnen de 6211 L1 Expr ingangssignalen op logische wijze worden samengevoegd tot ((1.2).3).4 de Logic Y-functie om een logisch uitgangssignaal te creëren.
  • Pagina 131: Ingang Logisch

    Met de standaardinstelling voor L1 Expressie wordt dit Analoge uitgang comparator 4 gezien als: omgekeerd. ((CA1&F1)+T1Q)&!A2 Digitale uitgang comparator 1. Digitale uitgang comparator 1 Laten we de volgende waarden op de ingangssignalen als omgekeerd. voorbeeld gebruiken: Digitale uitgang comparator 2. CA1=1 (actief/hoog) Digitale uitgang comparator 2 F1= 1 (actief/hoog)
  • Pagina 132: Ingestelde Vertraging Logisch

    Logisch 1 Ingang 3 [6216] CTR1 Uitgang 1 teller. In dit menu wordt de derde ingang voor de functie Logisch 1 !CTR1 Uitgang 1 teller omgekeerd. geselecteerd. CTR2 Uitgang Teller 2. !CTR2 Uitgang 2 teller omgekeerd. 6216 L1 Input 3 Logisch 1 Operator 1 [6213] Standaard: In dit menu wordt de eerste operator voor de functie Logisch...
  • Pagina 133: Reset Vertraging Logisch 1 [621A]

    Reset vertraging Logisch 1 [621A] triggersignaal weer wordt gedeactiveerd (laag), wordt het uitgangssignaal voor de timer ook weer gedeactiveerd (laag). Het resetten van het uitgangssignaal voor de functie Logisch 1 wordt vertraagd met de ingestelde waarde in dit menu. Vergelijk met Afb. 68, pagina 124. Timer1 Trig 621A L1 RstVertr 0:00:00.0...
  • Pagina 134: Vertraging Timer

    Modus Timer 1 [6312] Timer 1 T2 [6315] Selectie van de conversie van het triggersignaal, volgens de In dit menu wordt de “Uit”-tijd in de modus “Schakelen” beschrijvingen in Afb. 70 - Afb. 72. ingesteld. 6312 Timer1 Mode 6315 Timer1 T2 Vertraging 0:00:00.0 Standaard:...
  • Pagina 135: Sr Flipflops [640]

    8.6.4 SR Flipflops [640] Prioriteit resetten “Prioriteit resetten” betekent dat als beide ingangssignalen De functie Flipflop is een geheugencircuit dat kan worden actief zijn, er wordt gereageerd op het RESET-commando, gebruikt om gegevens over de toestand op te slaan. De waardoor het uitgangssignaal inactief wordt (=0).
  • Pagina 136 Flipflop 1 [641] Vertraging reset flipflop 1 [6415] Functies voor SR flipflop 1. Het ingangssignaal RESET voor flipflop 1 wordt vertraagd met de ingestelde waarde in dit menu. Modus Flipflop 1 [6411] 6415 F1 Rst Vert Prioriteitsinstelling van ingangssignalen voor flipflop 1. 0:00:00.0 6411 F1 Mode Standaard:...
  • Pagina 137: Tellers [650]

    8.6.5 Tellers [650] Reset teller 1 [6512] De tellerfunctie telt pulsen en kan een signaal op een Het geselecteerde signaal wordt gebruikt als resetsignaal voor geselecteerde uitgang geven als de teller een specifiek niveau teller 1. Als het resetsignaal wordt geactiveerd (hoog), wordt bereikt.
  • Pagina 138: Kloklogica [660]

    8.6.6 Kloklogica [660] Datum uit klok 1 [6614] Er zijn twee klokfuncties, Klok 1 en Klok 2. Elke klok heeft Datum waarop het uitgangssignaal (CLK1) voor de klok aparte instellingen voor Time on, Time Off, Date on, Date wordt gedeactiveerd. Off en Weekday.
  • Pagina 139: Bedrijf/Status [700]

    Bedrijf/status [700] Voorbeeld 2: De uitgang CLK1 is actief in het weekend, alle dagen. Menu met parameters voor het weergeven van alle werkelijke bedrijfsgegevens, zoals toerental, koppel en vermogen. Menu Tekst Instelling 6611 Clk1TimeOn 0:00:00 8.7.1 Bedrijfswaarden [710] 6612 Clk1TimeOff 23:59:59 2013-02-01 (datum in het 6613...
  • Pagina 140: Lijnnetspanning

    Asvermogen [715]- [716] Temperatuur koellichaam [71A] In deze menu's wordt het werkelijke asvermogen In dit menu wordt de werkelijke temperatuur van het weergegeven, uitgedrukt met verschillende eenheden in de koellichaam weergegeven. twee menu's: 71A Temperatuur Alleen lezen 715 Asvermogen Alleen lezen Eenheid: °C Eenheid:...
  • Pagina 141: Verbruikte Thermische Capaciteit [71K]

    L12, L13 en L23 Spanning [71G]-[71I] 8.7.2 Status [720] In deze menu's wordt de actuele spanning weergegeven. TSA Status [721] 71G L12 Spann In dit menu wordt de algemene status van de softstarter Alleen lezen weergegeven. Eenheid: 721 TSA Status Resolutie: Alleen lezen 1/222/333...
  • Pagina 142 Voorbeeld: “A/- - - /Toets” De volgende trip- of waarschuwingsmeldingen zijn mogelijk: Dit betekent: Tabel 36 Trip- en waarschuwingsmeldingen Parameterset A is actief. ---: Bedrijf is gestopt. Integere waarde Trip-/waarschuwingsmelding Tts: Bron van commando Run/Stop is zowel intern als communicatie →...
  • Pagina 143: Status Digitale Ingang

    Status digitale ingang [723] Status Analoge uitgang [726] Dit menu geeft de status van de digitale ingangen aan. Zie Dit menu geeft de status van de analoge uitgang aan. voorbeeld in Afb. 76. DigIn 1 726 Analoog Uit Alleen lezen DigIn 2 DigIn 3 DigIn 4...
  • Pagina 144: Timer Status 1- 4 [72D]

    Timer status 1- 4 [72D] 8.7.3 Opgeslagen waarden [730] Dit menu heeft de actieve timers (T1Q - T4Q) aan. De weergegeven waarden zijn de feitelijke waarden die in de loop van de tijd zijn opgebouwd. Waarden worden opgeslagen bij uitschakeling en bij inschakeling weer 72D Timer 1-4 Alleen lezen bijgewerkt.
  • Pagina 145: Instellingen Van De Realtime Klok [740]

    Energie [733] 8.7.4 Instellingen van de realtime klok [740] Dit menu geeft het totale energieverbruik weer sinds de laatste energie-reset [7331]. In deze menugroep wordt de actuele tijd en datum weergegeven. De menu's zijn snel toegankelijk vanuit de standaard-toggle-lus. Zie Afb. 32, pagina 46. 733 Energie Alleen lezen Tijd en datum worden in de fabriek ingesteld op MET...
  • Pagina 146: Tripgeheugen Bekijken [800]

    Tripgeheugen bekijken Tripmelding [8111]-[8133] [800] De informatie van de statusmenu's wordt gekopieerd naar het tripmeldingslog als er een trip plaatsvindt. Hoofdmenu met parameters voor het bekijken van alle opgeslagen tripgegevens. In totaal slaat de softstarter de Tabel 37 Opgeslagen parameters tripmeldingen laatste 9 trips op in het tripgeheugen.
  • Pagina 147: Tripmeldingen [820] - [890]

    8131 Run time 8132 Netspanningstijd Type TSA [921] In dit menu wordt het type Emotron TSA op typecode 8.8.2 Tripmeldingen [820] - [890] weergegeven. De opties worden aangegeven op het productlabel van de softstarter. Zie paragraaf 1.4, pagina 6. Zelfde informatie als voor menu [810] 8.8.3...
  • Pagina 148 OPMERKING: Het is belangrijk dat de softwareversie in menu [922] hetzelfde softwareversienummer heeft als het softwareversienummer op de titelpagina van deze handleiding. Als dat niet het geval is, kunnen de functies die in deze handleiding worden beschreven afwijken van de functies van de softstarter. Build Info [9221] Softwareversie aangemaakt, Datum en tijd.
  • Pagina 149: Seriële Communicatie

    176/18 21283 bewakingssoftware) op de RS232-connector bovenop de 45001– 176/120 tot 21385 - 5389 - 5706 Emotron TSA-eenheid aan te sluiten. Dit kan handig zijn 45899 179/253 22283 bij het kopiëren van parameters tussen softstarters enz. Voor 46001– 180/100 tot...
  • Pagina 150: Motor Data

    Motor Data Proceswaarde Communicatiegegevens voor de verschillende motoren. Het is ook mogelijk om de Proceswaarde-feedbacksignaal via een bus te verzenden (bv. vanaf een proces- of temperatuursensor). Modbus/ Profibus EtherCAT DeviceNet Profinet IO Stel het menu Procesbron [321 ] in op F(Bus). Gebruik de Motor Positie/ index...
  • Pagina 151: Beschrijving Van De Eint-Formaten

    Beschrijving van de EInt- Een signed getal moet worden weergegeven als een 2-complement binair getal, zoals hieronder formaten weergegeven: Een parameter met EInt-formaat kan in twee formaten (F) Waarde binair worden weergegeven: als een 15-bits unsigned integer- formaat -8 1000 (F = 0) of als een Emotron floating point-formaat (F = 1).
  • Pagina 152 Programmeervoorbeeld: typedef struct int m:11; // mantisse, -1024..1023 int e: 4; // exponent -8..7 unsigned int f: 1; // format, 1->special emoint format eint16; //--------------------------------------------------------------------------- unsigned short int float_to_eint16(float value) eint16 etmp; int dec=0; while (floor(value) != value && dec<16) dec++;...
  • Pagina 153: Theorie Over Softstarters

    10. Theorie over softstarters In dit hoofdstuk worden verschillende startmethodes voor inductiemotoren uitgelegd en vergeleken. Ook worden de Current functies van softstarters met koppelbesturing en hun voordelen en beperkingen ten opzichte van andere startmethodes uitgelegd. Eerst krijgt u wat achtergrondinformatie over het starten van inductiemotoren in paragraaf 10.1.
  • Pagina 154 Typische toepassingen met een constante belasting zijn liften, kranen en transportbanden. Lineaire T ~ I belastingskenmerken zijn typisch voor kalanderrollen en → ≈ 1/4 T = 1/2 I → ≈ 1/9 T diverse polijstmachines, terwijl een kwadratische relatie = 1/3 I tussen toerental en koppel typisch is voor pompen en LV = Lage spanning ventilatoren.
  • Pagina 155: Starten Met Verlaagde Spanning

    10.2 Starten met verlaagde resulterende koppel in een steraansluiting te laag is om de belasting op te starten bij het ronddraaien. Aan de andere spanning kant zijn bij toepassingen met lage belasting verdere besparingen in startstroom onmogelijk, hoewel er wel een In deze paragraaf worden verschillende startmethodes groter koppelreserve beschikbaar is.
  • Pagina 156 In de volgende afbeelding ziet u het resulterende koppel en Torque stroomkenmerken. Torque Current Current Afb. 90 Soft start – koppelbesturing Voor optimale startprestaties is het belangrijk dat de Afb. 89 Soft start - spanningsaanloop met stroombegrenzing parameters van de softstarter, zoals beginkoppel en eindkoppel bij het starten en de starttijd, goed zijn ingesteld.
  • Pagina 157: Andere Startmethodes

    10.3 Andere startmethodes Torque In de vorige paragrafen van dit hoofdstuk hebben we motoren met kooirotor (kooiankermotoren) beschreven en nu behandelen we sleepringmotoren. Een sleepringmotor is voorzien van een gewikkelde rotor; één uiteinde van de rotorwikkeling is beschikbaar voor externe aansluiting via <...
  • Pagina 158: Gebruik Van Softstarters Met Koppelbesturing

    10.4 Gebruik van softstarters met koppelbesturing We kunnen bepalen of een specifieke toepassing voordeel heeft van het gebruik van een softstarter door de relatie tussen de koppelkenmerken van de motor tijdens het starten en de vereisten voor de belasting te evalueren. Zoals we in de bovenstaande voorbeelden konden zien, profiteert de toepassing alleen van het gebruik van een softstarter als het belastingskoppel tijdens het starten ruim onder de...
  • Pagina 159: Opsporen Van Fouten, Diagnose En Onderhoud

    11.2 Onderhoud veroorzaakt door veranderingen in het systeem of in de omgeving van het systeem (bijvoorbeeld slijtage). De Emotron TSA-softstarter is zodanig ontworpen dat er Storingen die regelmatig optreden zonder duidelijke oorzaak slechts minimale service en onderhoud aan hoeft te worden worden over het algemeen veroorzaakt door uitgevoerd.
  • Pagina 160: Te Nemen Voorzorgsmaatregelen Bij Een Aangesloten Motor

    Te nemen voorzorgsmaatregelen bij een aangesloten motor Als er werkzaamheden aan een aangesloten motor of de aangedreven machine moeten worden uitgevoerd, moet altijd eerst de netspanning naar de softstarter worden onderbroken. Opsporen van fouten, diagnose en onderhoud CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 161: Lijst Voor Het Opsporen Van Fouten

    11.3 Lijst voor het opsporen van fouten Tabel 40 Alarmen met mogelijke oorzaken en oplossingen. Trip/ Waarschuwing Alarm Actie Mogelijke oorzaak Oplossing smelding /Menu (en indicator) No action Controleer kabels en aansluiting van de seriële Hard trip communicatie. Fout in de seriële communicatie/ COMM fout Soft trip 2641...
  • Pagina 162 (aansluitklem Hard trip Thyristor kortgesloten Start opnieuw. Als het alarm zich weer voordoet, neem motor open) Contacten bypasrelais zitten contact op met uw lokale Emotron TSA-leverancier. vastgeplakt/vastgebrand M fase 2 of 3 fases verloren in Controleer zekeringen en netspanning. onderbroken netspanning.
  • Pagina 163 Tabel 40 Alarmen met mogelijke oorzaken en oplossingen. Trip/ Waarschuwing Alarm Actie Mogelijke oorzaak Oplossing smelding /Menu (en indicator) No action Hard trip Verkeerde fasevolgorde op 3-fase Wissen ingangsfases L2 en L3 om. Fase Verwissel Soft trip 4341 netspanning. Controleer instelling van menu [4342] ToegestVolg. Waarschu wing Voorspellende...
  • Pagina 164 Tabel 41 Observaties zonder storingsindicatie met mogelijke oorzaken en oplossingen. Observatie Storingsindicatie Oorzaak Oplossing Schakel de besturingsvoeding in. Als Het display is niet het display nog steeds niet oplicht, Geen Geen besturingsvoeding. verlicht. controleer de kabel tussen het bedienpaneel en de controlprint. Geef startcommando vanaf juiste Startcommando komt misschien besturingsbron zoals ingesteld in...
  • Pagina 165: Opties

    Vastleggen kan in de OPMERKING: Emotron TSA-softstarters zijn standaard oscilloscoopmodus. Neem voor meer informatie contact op voorzien van controlprints met coating en optieprints met de verkoopafdeling van CG Drives &...
  • Pagina 166: Seriële Communicatie En Veldbus

    12.5 Seriële communicatie en veldbus Van TSA Onderdeelnu Beschrijving softwareversie mmer (zie menu [922]) TSA Geïsoleerde RS485- 01-5385-54 1.0X module 01-5385-55 TSA Profibus-module 1.0X 01-5385-56 TSA DeviceNet-module 1.0X 01-5385-59 TSA Modbus/TCP-module 1.0X 01-5385-60 TSA EtherCAT-module 1.26 TSA Profinet IO-module met 1 01-5385-61 1.0X poort...
  • Pagina 167: Technische Gegevens

    13. Technische gegevens Tabel 42 Technische gegevens voor Emotron TSA52/69-016 tot -030. Emotron TSA - model bouwvorm 1: TSA52/69-016 TSA52/69-022 TSA52/69-030 Bedrijf Normaal Zwaar Normaal Zwaar Normaal Zwaar Nominale stroom I n_soft Motorvermogen P 400 V [kW] - TSA52-### n_mot...
  • Pagina 168 Tabel 44 Technische gegevens voor Emotron TSA52/69-070 tot -100. Emotron TSA - model bouwvorm 2: TSA52/69-070 TSA52/69-085 TSA52/69-100 Bedrijf Normaal Zwaar Normaal Zwaar Normaal Zwaar Nominale stroom I n_soft Motorvermogen P 400 V [kW] - TSA52-### n_mot Motorvermogen P 460 V [pk] - TSA52-###...
  • Pagina 169 Tabel 46 Technische gegevens voor Emotron TSA52/69-240 tot -450. Emotron TSA - model bouwvorm 4: TSA52/69-240 TSA52/69-300 TSA52/69-360 TSA52/69-450 Bedrijf Normaal Zwaar Normaal Zwaar Normaal Zwaar Normaal Zwaar Nominale stroom I n_soft Motorvermogen P 400 V [kW] - TSA52-### n_mot...
  • Pagina 170: Algemene Elektrische Specificaties

    13.1 Algemene elektrische specificaties Tabel 47 Algemene elektrische specificaties. Parameter Beschrijving Algemeen 200-525 V, +10%/-15% Netspanning 200-690 V, +10%/-15% Frequentie netvoeding en besturingsvoeding 50/60 Hz, ±10% Aantal volledig bestuurde fases Besturingsvoeding 100-240 V +10%/-15%, Enkelfase 20 VA voor TSA52/69-16 tot 52/69-56, 25 VA voor TSA52/69-70 tot 52/69-100 Energieverbruik voor besturingsvoeding 30 VA voor TSA52/69-140 tot 52/69-240...
  • Pagina 171: Omgevingscondities

    Bij temperaturen boven 40 °C bedraagt de reductie van de nominale stroom 2% per graad Celsius . De Emotron TSA- softstarter kan worden gebruikt bij een omgevingstemperatuur tot 55 °C, waarbij de softstarter alleen kan werken bij 70% van de nominale stroom.
  • Pagina 172: Reductie Op Grote Hoogte

    Voor hoogtes boven 1.000 m, bedraagt de reductie van de nominale stroom 1% per 100 m. De Emotron TSA- softstarter kan worden gebruikt op een hoogte tot 4.000 m, waarbij de softstarter alleen kan kan werken bij 70% van de nominale stroom waarvoor hij oorspronkelijk is gebouwd.
  • Pagina 173: Besturingsvoeding- En I/O-Signaalstekkers

    13.4 Besturingsvoeding- en I/O-signaalstekkers Tabel 49 Aansluitingen powerboard. Aansluit Functie Elektrische eigenschappen Aardgeleiding Beschermende aarding Besturingsvoeding 100-240 VAC ±10% Programmeerbaar relais 1. Fabrieksinstelling is 1-polig sluitcontact (NO), 250 VAC 8 A of 24 VDC 8 A “Bedrijf” met indicatie door sluitcontact op resistief, 250 VAC, 3 A inductief.
  • Pagina 174 Technische gegevens CG Drives & Automation 01-5980-03r2...
  • Pagina 175: Index

    Index Faseomkering ........ 109 Faseverlies ........82 Aandraaimoment CE-markering ........7 Fasevolgorde ......109, 137 ........16, 17, 18 Centrifuge ........35 Flank ..........63 Aansluitingen ........15 Checklijst .........39 Flanksturing ......63, 75 Motoraarde .......39 Clock logic ........134 Flipflop Motoruitgang ......39 Com Type ........89 Status ........
  • Pagina 176 Laad instellingen .......85 Step-up transformator voor Motor .........52, 76 hoogspanningsmotor ....... 36 Machinerichtlijn ........7 Standaardwaarden .....84 Stopcommando ......112 Maximum PCB-aansluitklemmen .....22, 169 Stopinstellingen ....... 97 Alarm ......101, 104 Productnorm, EMC ......7 Stroombegrenzing ......95 Menger ..........35 Profibus .........162 Stuursignalen Menu Profinet IO ........162 Flankgestuurd ......
  • Pagina 177: Bijlage 1: Menulijst

    Bijlage 1: Menulijst Dit is een lijst met menuparameters voor Emotron TSA en hun fabrieksinstellingen, samen met communicatie-instellingen voor de belangrijkste busformaten. U kunt een complete lijst met informatie over communicatiegegevens en parametersets downloaden via www. cgglobal.com of www.emotron.com. Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst.
  • Pagina 178 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Motor Verm [Motor] W 43043 Lang, 1=1W EInt Motor Stroom [Motor] A 43044 Lang, 1=0,1 A EInt Motor RPM [Motor] rpm 43045 UInt, 1=1 rpm UInt Motor Polen [Motor]...
  • Pagina 179 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Kopieer Set A>B 43021 UInt UInt Fabriek> Set 43023 UInt UInt Kopie>BP Geen Kopie 43024 UInt UInt Laden uit BP Geen Kopie 43025 UInt UInt Autoreset pagina 85...
  • Pagina 180 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 2563 Overspann 43077 Long, 1=1s EInt 2564 Onderspann 43088 Long, 1=1s EInt Serial Com pagina 89 Comm Type RS232 43031 UInt UInt Modbus RTU 2621 Baudrate 9600 43032...
  • Pagina 181 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 2653 Subnet Mask 0.0.0.0 42711 UInt, 1=1 UInt 0.0.0.0 42712 UInt, 1=1 UInt 0.0.0.0 42713 UInt, 1=1 UInt 0.0.0.0 42714 UInt, 1=1 UInt 2654 Gateway 0.0.0.0 42715 UInt, 1=1...
  • Pagina 182 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat FB Status pagina 92 2691 Board Type 31081 UInt, 1=1 UInt 2692 SUP-bit 31082 UInt, 1=1 UInt 2693 State FB 31083 UInt, 1=1 UInt 2694 Serial Nbr 31084 UInt, 1=1...
  • Pagina 183 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat StartInstel pagina 94 StartMethode Lin Koppel 43701 UInt, 1=1 UInt Aanv Koppel 43702 UInt, 1=1% UInt Eind Koppel 150% 43703 UInt, 1=1% UInt Aanv Spann 43704 UInt, 1=1% UInt...
  • Pagina 184 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 4111 MaxAlarmAct Geen actie 43775 UInt UInt 4112 MaxAlarmNiv 116 % 43776 Lang, 1=1% EInt 4113 MaxAlrmVert 0,5 s 43330 Long, 1=0.1s EInt Max VoorAlrm pagina 102 4121 MaxPreAlAct Geen actie...
  • Pagina 185 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 4221 RotVast AA Geen actie 43362 UInt UInt 4222 RotVast Tyd 5,0 s 43757 UInt, 1=0,1 s UInt 4223 RotorVast I 480% 43759 UInt, 1=1% UInt NetSpannBev pagina 107...
  • Pagina 186 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat AnIn Advan 5131 AnIn Min 4 mA 43203 Lang, 1=0,01 EInt 5132 AnIn Max 20mA 43204 Lang, 1=0,01 EInt 5134 AnIn FcMin 43206 UInt UInt Lang, 1= zie 1=0,001, 1 rpm, 1%, 1 °C, 0,001...
  • Pagina 187 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 5334 AnOutFcMin 43256 UInt UInt 1 W, 0,1 Hz, 0,1 A, 0,1 V, 1 rpm, Lang, 1= zie 5335 AnOutWaMin 43545 EInt 1% of 0,001 zoals ingesteld in opmerkingen [322] 5336 AnOutFcMax...
  • Pagina 188 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat VIO 1 Bron 43282 UInt UInt VIO 2 Doel 43283 UInt UInt VIO 2 Bron 43284 UInt UInt VIO 3 Doel 43285 UInt UInt VIO 3 Bron 43286 UInt...
  • Pagina 189 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6117 CA1RstVertr 00:00:00 43408 UInt, 1=1h UInt 43409 UInt, 1=1 m UInt 43410 UInt, 1=0,1 s UInt 6118 CA1TmrWaard 00:00:00 42600 UInt, 1=1h UInt 42601 UInt, 1=1 m UInt...
  • Pagina 190 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 1 W, 0,1 Hz, 0,1 A, 0,1 V, 1 rpm, Lang, 1= zie 6133 CA3 NivoLO 43424 EInt 1%, 0,1 °C, 1 kWh, 1 u of 0,001 opmerkingen zoals ingesteld in [322] 6134 CA3 Type...
  • Pagina 191 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 42611 UInt, 1=0,1 s UInt CD1 Setup pagina 125 6151 CD1 Bedrijf 43444 UInt UInt 6152 CD1SetVertr 00:00:00 43445 UInt, 1=1h UInt 43446 UInt, 1=1 m UInt 43447 UInt, 1=0,1 s...
  • Pagina 192 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6173 CD3RstVertr 00:00:00 43462 UInt, 1=1h UInt 43463 UInt, 1=1 m UInt 43464 UInt, 1=0,1 s UInt 6174 CD3TmrWaard 00:00:00 42618 UInt, 1=1h UInt 42619 UInt, 1=1 m UInt...
  • Pagina 193 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6219 L1 SetVertr 00:00:00 43480 UInt, 1=1h UInt 00:00:00 43481 UInt, 1=1 m UInt 00:00:00 43482 UInt, 1=0,1 s UInt 621A L1 RstVertr 43483 UInt, 1=1h UInt 43484...
  • Pagina 194 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Logisch 3 pagina 129 6231 L3 Expr ((1.2).3).4 43780 UInt UInt 6232 L3 Input 1 43781 UInt UInt 6233 L3 Op 1 & 43782 UInt UInt 6234 L3 Input 2...
  • Pagina 195 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6249 L4 SetVertr 00:00:00 43802 UInt, 1=1h UInt 43803 UInt, 1=1 m UInt 43804 UInt, 1=0,1 s UInt 624A L4 RstVertr 00:00:00 43805 UInt, 1=1h UInt 43806 UInt, 1=1 m...
  • Pagina 196 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6323 Timer2 Vert 00:00:00 43821 UInt, 1=1h UInt 43822 UInt, 1=1 m UInt 43823 UInt, 1=0,1 s UInt 6324 Timer2 T1 00:00:00 43824 UInt, 1=1h UInt 43825 UInt, 1=1 m...
  • Pagina 197 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Timer4 pagina 130 6341 Timer4 Trig 43841 UInt UInt 6342 Timer4 Mode Vertraging 43842 UInt UInt 6343 Timer4 Vert 00:00:00 43843 UInt, 1=1h UInt 43844 UInt, 1=1 m UInt...
  • Pagina 198 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6416 F1 TmrWaard 00:00:00 42648 UInt, 1=1h UInt 42649 UInt, 1=1 m UInt 42650 UInt, 1=0,1 s UInt Flip flop 2 pagina 132 6421 F2 mode Reset 43861 UInt...
  • Pagina 199 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 6436 F3 TmrWaard 00:00:00 42654 UInt, 1=1h UInt 42655 UInt, 1=1 m UInt 42656 UInt, 1=0,1 s UInt Flip flop 4 pagina 132 6441 F4 mode Flank 43879 UInt...
  • Pagina 200 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Kloklogica pagina 134 Klok 1 6611 Klok1TydAan 00:00:00 43600 Lang, 1=1 u EInt 43601 Lang, 1=1 m EInt 43602 Long, 1=1s EInt 6612 Klok1TydUit 00:00:00 43603 Lang, 1=1 u...
  • Pagina 201 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Asvermogen 31006 UInt, 1=1% UInt El Vermogen 31007 Lang, 1=1W EInt RMS Stroom 31008 Lang, 1=0,1 A EInt L Netspann 31009 Lang, 1=0,1 V EInt Koell.Temp 31010...
  • Pagina 202 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat CA1-4 31050 UInt, 1=1 UInt CD1-4 31051 UInt, 1=1 UInt Logic 1-4 31052 UInt, 1=1 UInt Timer 1-4 31053 UInt, 1=1 UInt FlipFlop1-4 31072 UInt, 1=1 UInt Teller 1-2...
  • Pagina 203 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat Bedrijf Lang, 1= zie 1 rpm, 1 %, 1 °C, 0,001 zoals 8111 ProcesWaard 31102 EInt opmerkingen ingesteld in [322] 8113 Koppel 31104 Lang, 1=0,1 Nm EInt 8114 Koppel 31105 Lang, 1=1%...
  • Pagina 204 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 8123 RelayStatus 31128 UInt, 1=1 UInt 8124 Analoog In 31129 Lang, 1=1% EInt 8125 Analoog Uit 31130 Lang, 1=1% EInt 8126 IO StatusB1 31131 UInt, 1=1 UInt 8127 IO StatusB2...
  • Pagina 205 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat (Tripgeheugenlijs pagina 143 (Tripgeheugenlijs (Tripgeheugenlijs Dezelfde parameters als voor menugroep 810 (Tripgeheugenlijs (Tripgeheugenlijst 1). (Tripgeheugenlijs Communicatiedata in Bijlage 2. (Tripgeheugenlijs (Tripgeheugenlijs (Tripgeheugenlijs Reset Trip L UInt UInt pagina 143...
  • Pagina 206 Instellingen voor de klant Standaard- Modbus Inst. Veldbus- Modbus- Menuparameters Opmerkingen instellingen DeviceNet nr. formaat formaat 42307 UInt UInt 42308 UInt UInt 42309 UInt UInt 42310 UInt UInt 42311 UInt UInt 42312 UInt UInt...
  • Pagina 207: Bijlage 2: Communicatiedata Tripmeldingen

    Bijlage 2: Communicatiedata tripmeldingen Tripgeheugenlijst 31101-31154 31201-31254 31301-31354 Modbus-instancenr./ 31401-31454 DeviceNet-nr.: 31501-31554 31601-31654 31701-31754 31801-31854 31901-31954 Tripgeheugenlijst 121/245-122/43 122/90-122/143 122/190-122/243 123/35-123/88 Profibus-positie/index 123/135--123/188 123/235-124/33 124/80-124/133 124/180-124/233 125/25-125/78 Tripgeheugenlijst 1101-1154 1201-1254 1301-1354 1401-1454 Profinet IO-index 1501-1554 1601-1654 1701-1754 1801-1854 1901-1954 Veldbusformaat Zie betreffende parameter.
  • Pagina 208 CG Drives & Automation Sweden AB Mörsaregatan 12 Box 222 25 SE-250 24 Helsingborg Sweden T +46 42 16 99 00 F +46 42 16 99 49 www.emotron.com/www.cgglobal.com...

Inhoudsopgave