3
Druk op ./> om het volgende/voorgaande albumscherm te kiezen en
druk daarna op V/v/B/b om een afbeelding in het "Album"-scherm te
kiezen.
Een gekozen afbeelding weergeven
1
ENTER
2
Een diavoorstelling afspelen
1
2
Een afbeelding roteren
1
Druk op V/v/B/b om een beeld op het "Album"-
scherm te kiezen en druk daarna op ENTER.
2
Druk op B/b om "
ENTER.
Bij iedere druk op ENTER, wordt het beeld 90°
rechtsom geroteerd.
Een beeld inzoomen
1
Druk op V/v/B/b om een beeld op het "Album"-
scherm te kiezen en druk daarna op ENTER.
2
Druk op B/b om "
ENTER.
"
" verschijnt.
3
Druk op V/v/B/b om "
positie waarin u wilt inzoomen.
4
Druk herhaald op ENTER om de vergroting te
wijzigen. Bij iedere druk op ENTER, wijzigt de
vergrotingsfactor zoals hieronder aangegeven.
2× t normale vergroting
Druk op ENTER.
Het nummer van het gekozen beeld
verschijnt in het uitleesvenster.
Om het volgende/voorgaande beeld af te
beelden, drukt u op ./>.
Druk op H.
U kunt de diavoorstelling ook met behulp
van het menu op het gekozen beeld
weergeven.
Voor details, zie "Een diavoorstelling
geven" op pagina 104.
Druk op B/b om de gewenste
afspeelsnelheid te kiezen op het menu
"Interval", en druk vervolgens op ENTER.
De diavoorstelling begint vanaf het
gekozen beeld.
" te kiezen en druk daarna op
" te kiezen en druk daarna op
" te verplaatsen naar de
IMAGE
: Hoge snelheid
: Normale
Interval:
IMAGE
Afspelen van JPEG-beeldbestanden
snelheid
: Lage
snelheid
wordt vervolgd
103