5.3.1 Bedradingscontrole
5.3 Bedradingscontrole
De juiste bedrading kan gecontroleerd worden in het WAVE bereik.
5.3.1 Controleprocedure
1 Selecteer het WAVE bereik met de
2 De bedradingscontrole start.
3 De bedradingscontrole is beëindigd.
OK licht op bij een juiste aansluiting; NG licht op bij een foutieve aansluiting.
5.7
toets en druk op F2.
De status wordt aangeduid als de
controle start.
Correcte vector (varieert in functie van de
bedradingsconfiguraties)
De NG parameters knipperen.
KEW6310
· W6310