4 Installatie
Type back
Aansluitingen op de
upverwarming
voeding van de back
upverwarming
F1B
6 kW 3N~ 400 V
(*9W)
L1 L2 L3
L1 L2 L3
9 kW 3N~ 400 V
(*9W)
3 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
4 Configureer de gebruikersinterface voor de desbetreffende
elektrische voeding. Zie
"5.2.2 Snelle wizard: Standaard" op
pagina 14.
Wanneer de backupverwarming wordt aangesloten, bestaat de
kans dat fout wordt bekabeld. Om mogelijke foute bedradingen op te
sporen
wordt
geadviseerd
verwarmingselementen te meten. Afhankelijk van de verschillende
types
van
backupverwarming
weerstandwaarden gemeten worden (zie onderstaande tabel). Meet
de weerstand ALTIJD op de schakelcontactklemmen K1M, K2M en
K5M.
3 kW
6 kW
1~
1~
230 V
230 V
K1M/1
K5M/13 52,9 Ω
52,9 Ω
K1M/3
∞
∞
K1M/5
∞
∞
K1M/3
K1M/5
26,5 Ω
26,5 Ω
K2M/1
K5M/13 ∞
26,5 Ω
K2M/3
∞
∞
K2M/5
∞
∞
K2M/3
K2M/5
52,9 Ω
52,9 Ω
K1M/5
K2M/1
∞
∞
Voorbeeld van de meting van de weerstand tussen K1M/1 en
K5M/13:
K1M
1 3 5 13
2 4 6 14
Ω
Ω
K5M
1 3 5 13
2 4 6 14
4.5.5
De gebruikersinterface aansluiten
▪ Als u 1 gebruikersinterface gebruikt, kunt u deze installeren bij de
binnenunit (voor bediening dichtbij de binnenunit), of in de ruimte
(indien gebruikt als kamerthermostaat).
Installatiehandleiding
10
Aansluitingen op de
aansluitklemmen
X6M
X7M
1 2 3 4
5
6 7 8
met
kabelbinders
op
de
weerstand
van
moeten
de
volgende
6 kW
6 kW
9 kW
3~
3N~
3N~
230 V
400 V
400 V
52,9 Ω
∞
∞
∞
105,8 Ω 105,8 Ω
∞
105,8 Ω 105,8 Ω
26,5 Ω
105,8 Ω 105,8 Ω
26,5 Ω
∞
∞
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
∞
∞
∞
K2M
K2M
1 3 5 13
2 4 6 14
▪ Als u 2 gebruikersinterfaces gebruikt, kunt u 1 gebruikersinterface
installeren bij de binnenunit (voor bediening dichtbij de
binnenunit), + 1 gebruikersinterface in de ruimte (gebruikt als
kamerthermostaat).
De procedure verschilt een beetje naargelang waar u de
gebruikersinterface installeert.
#
Bij de binnenunit
1
Sluit de kabel van de gebruikersinterface aan op de
binnenunit.
Bevestig de kabel met kabelbinders op de
kabelbinderbevestigingen.
de
de
2
Steek een schroevendraaier in de openingen onderaan de
gebruikersinterface en maak voorzichtig de voorplaat los
van de wandplaat.
De printplaat bevindt zich in de voorplaat van de
gebruikersinterface. Wees voorzichtig om deze NIET te
beschadigen.
3
Bevestig de wandplaat van de
gebruikersinterface op de frontplaat
van de unit.
Let op dat u de vorm van de
achterzijde van de
gebruikersinterface NIET vervormt
door de montageschroeven te stevig
vast te draaien.
4
Sluit aan zoals getoond in 4A.
5
Zet de voorplaat terug op de wandplaat.
Wees voorzichtig de bedrading NIET te knijpen wanneer u
de frontplaat op de unit vastmaakt.
In de kamer
2 1
X5M
X2M
A2P
A2P
a
b
(a)
a Hoofdgebruikersinterface
b Optionele gebruikersinterface
Bevestig de
wandplaat van de
gebruikersinterface
op de muur.
Sluit aan zoals
getoond in 4A, 4B,
4C of 4D.
RHBH/X04~16CB
ROTEX HPSU lagetemperatuur BiBloc
4P3849781 – 2015.01