1. Fundamentele richtlijnen
Deze montage- en bedieningsrichtlijnen
•
zijn een vast bestanddeel van het toestel en moeten
altijd bij de installatie bewaard worden
•
zijn uitsluitend bestemd voor de gekwalificeerde
vakman
•
omvatten de belangrijkste aanwijzingen voor een veilige
montage, inbedrijfname en onderhoud van het toestel
•
dienen in acht genomen te worden door alle personen
die aan het toestel werken
Verklaring van symbolen en aanwijzingen
Dit symbool kenmerkt richtlijnen die, wanneer
ze niet in acht genomen worden, zware
gezondheidsrisico's of zelfs levensgevaarlijke
verwondingen tot gevolg kunnen hebben.
GEVAAR
Dit symbool kenmerkt richtlijnen die, wanneer
ze niet in acht genomen worden,
levensgevaarlijke elektrische schokken tot
gevolg kunnen hebben.
GEVAAR
Dit symbool kenmerkt richtlijnen die, wanneer
ze niet in acht genomen worden, een
beschadiging of vernieling van het toestel of
milieuschade tot gevolg kunnen hebben.
OPGELET
Dit symbool kenmerkt handelingen die door u
uit te voeren zijn.
1.
Een reeks opeenvolgende handelingen met
2.
doorlopende nummering
3.
Dit symbool vereist een controle.
•
Dit symbool kenmerkt opsommingen.
Afkortingen
Tab.
Tabel
Hfst.
Hoofdstuk
Opleverings- en bedieningsinstructies
De leverancier van de verbrandingsinstallatie moet uiterlijk
bij de oplevering van de installatie aan de gebruiker de
bedieningsinstructies overmaken, met de verwijzing deze
in de opstellingsruimte van de warmtegenerator te
bewaren. Op de bedieningsinstructies moet het adres en
telefoonnummer van de dichtstbijzijnde servicedienst
genoteerd worden. De gebruiker wordt erop gewezen dat
de installatie minstens éénmaal per jaar door een bevoegd
technicus moet onderhouden worden. Om een
regelmatige controle te verzekeren, wordt door
-weishaupt- een onderhoudscontract aanbevolen.
De leverancier moet de gebruiker uiterlijk tijdens de
overdracht vertrouwd maken met de bediening van de
installatie en hem uitvoerig over de werking informeren,
wanneer en eventueel welke verdere maatregelen
(keuringen) voor de inbedrijfname van de installatie nog
noodzakelijk zijn.
Borgstelling en aansprakelijkheid
Principieel gelden onze "Algemene leverings- en betalings-
voorwaarden". Borg- en aansprakelijkheidsstelling bij
personen- en bedrijfsschade zijn uitgesloten, indien deze
op één of meerdere van de onderstaande oorzaken zijn
terug te voeren :
•
geen doelgericht gebruik van het toestel
•
ondeskundige montage, inbedrijfname, bediening en
onderhoud van het toestel
•
het in bedrijf hebben van het toestel bij defecte
veiligheidsinrichtingen of niet volgens de regels
aangebrachte of niet functionerende veiligheden
•
het niet opvolgen van de aanwijzingen in de montage-
en bedieningsrichtlijnen
•
eigenmachtige veranderingen aan de constructie van
het toestel
•
inbouw van aanvullende componenten, die niet
tesamen met het toestel door de fabriek getest zijn
•
eigenmachtig veranderen van het toestel
•
gebrekkige bewaking door onderdelen van het toestel
die aan slijtage onderhevig zijn
•
ondeskundig uitgevoerde herstellingen
•
overmacht
•
schade ontstaan door verdere benutting, ondanks het
optreden van gebreken
•
niet toegestane brandstoffen
•
gebreken in de toevoerleidingen
•
het niet gebruiken van originele -weishaupt- onder-
delen
1
3