Liedje 2
Ik zag twee beren broodjes smeren.
O, dat was een wonder.
dat die beren smeren konden.
ik stond erbij en ik keek ernaar.
Liedje 3
Weet je wie het is?
Liedje 4
Kijk hij zwemt heel graag en springt hoog en laag.
Ja, hij maakt plezier en speelt graag met zijn vriendjes.
Liedje 5
Alle eendjes zwemmen in het water,
falderal de riere, falderal de rare.
Alle eendjes zwemmen in het water,
fal de ral, de ral, de ral, de raaaa.
BEDTIJDVERHAALTJES
Verhaaltje 1
A is van aap.
De aap is een grappig dier.
A is van aap.
De aap maakt graag plezier.
Verhaaltje 2
B is van beer.
De beer is dol op vis.
B is van beer.
De beer leeft in de wildernis.
12