Download Print deze pagina

Endress+Hauser Cerabar PMP11 Beknopte Handleiding pagina 2

Procesdrukmeting
Verberg thumbnails Zie ook voor Cerabar PMP11:

Advertenties

KA01603P
Invloed van de installatiepositie
Elke inbouwrichting is mogelijk. Echter, de inbouwrichting kan een verschuiving
van het nulpunt tot gevolg hebben, d.w.z. de meetwaarde is niet nul wanneer de
tank leeg is of gedeeltelijk gevuld, zie de bedieningshandleiding.
A
Type
As procesmembraan
horizontaal (A)
PMP11
Kalibratiepositie, geen
invloed
Montagelocatie
Elektrische aansluiting
Aansluiten van het meetinstrument
Klemtoekenning
L
WAARSCHUWING
Gevaar voor lichamelijk letsel door ongecontroleerd activeren van
processen!
Schakel de voedingsspanning uit voor aansluiten van het instrument.
Waarborg dat de processen stroomafwaarts niet onbedoeld worden gestart.
WAARSCHUWING
L
Een verkeerde aansluiting brengt de elektrische veiligheid in gevaar!
Conform IEC/EN61010 moet een afzonderlijke uitschakelaar voor het
instrument worden opgenomen.
De maximale stroom is begrensd tot Ii = 100 mA door de voedingseenheid
van de transmitter wanneer het instrument wordt gebruikt in een
intrinsiekveilig circuit (Ex ia).
Beveiligingscircuits tegen omgekeerde polariteit zijn geïntegreerd.
Sluit het instrument aan in de volgende volgorde:
1.
Waarborg dat de voedingsspanning overeenkomt met hetgeen dat is
vermeld op de typeplaat.
2.
Sluit het instrument zoals getoond in het volgende diagram.
Voor instrumenten met een kabelaansluiting: sluit de referentieluchtslang niet af
(zie (a) in de volgende tekeningen)! Bescherm de referentieluchtslang tegen
binnendringen van water/condensaat.
4 - 20 mA-uitgang
M12-connector
Ventielconnector
0.5A
L+
1
2
1
3
3
L–
2
2
B
C
Procesmembraan
Procesmembraan
wijst naar boven
wijst naar beneden
(B)
(C)
Tot
Tot
+4 mbar
–4 mbar
(+0,058 psi)
(–0,058 psi)
Kabel*
0.5A
0.5A
1
L+
2
4
3
L–
Drukmeting in gassen
Monteer het instrument met afsluiter boven het aftappunt zodat condensaat
terug kan stromen in het proces.
Drukmeting in dampen
Gebruik een sifon bij de drukmeting in dampen. Het sifon reduceert de
temperatuur tot praktisch omgevingstemperatuur. Monteer het instrument de
met afsluiter onder of op hetzelfde niveau als het tappunt.
Houd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur van de transmitter aan!
Drukmeting in vloeistoffen
Monteer het instrument de met afsluiter onder of op hetzelfde niveau als het
tappunt.
Niveaumeting
• Installeer het instrument altijd onder het onderste meetpunt.
• Installeer het instrument NIET op de volgende posities:
• In de vulstroom
• In de tankuitlaat
• In het aanzuiggebied van een pomp
• Of op een punt in de tank waar invloed kan bestaan door drukpulsen van
het roerwerk.
* 1: bruin = L+; 2: blauw = L-; 3: groen/geel = aardverbinding; (a): referentie
luchtslang
0 tot 10 V uitgang
M12-connector
0.5A
L+
2
1
3
L–
Zie voor andere aansluitopties de bedieningshandleiding.
Voedingsspanning
Elektronica versie
4 - 20 mA-uitgang
0 tot 10 V uitgang
Stroomverbruik en alarmsignaal
Elektronica versie
4 - 20 mA-uitgang
0 tot 10 V uitgang
L+
1)
Voor MAX-alarm (fabrieksinstelling)
L–
(a)
Ventielconnector
1
3
4
2
0.5A
Voedingsspanning
10 tot 30 V DC
12 tot 30 V DC
Instrument
Stroomverbruik
PMP11
≤ 26 mA
PMP11
< 12 mA
L–
L+
1)
Alarmsignaal
> 21 mA
11 V
Endress+Hauser

Advertenties

loading