3.1 Procedure
3.1.1 Opgelet:
Het is van essentieel belang dat de PTFE-koker van de sondetip niet beschadigd wordt tijdens het afsnijden van
de sondetip.
-
Zorg ervoor dat het water op het vereiste alarmniveau staat, met inbegrip van een eventuele stijging van het
niveau door "zwelling".
-
Markeer een metalen staaf met een in water oplosbare viltstift en dompel de ketel onder om de diepte te vinden
van de bovenkant van de bevestigingsflens van de sonde tot het waterniveau. U kunt deze diepte ook verkrijgen
door het niveau van het peilglas over te nemen.
-
Meet vanaf de onderzijde van het sondelichaam, snijd de sondetip met een fijne ijzerzaag af op 15 mm (½")
minder dan de ondergedompelde lengte en ontbraam het uiteinde. Zie Figuur 4. Hierbij wordt rekening gehouden
met de draadbezetting.
Opmerking: De minimale lengte van de sonde met huls bedraagt 30 mm (1 ") en de minimale lengte van de
blootgestelde tip 40 mm (1½"). Installeer de sonde in een ½" BSP vrouwelijke aansluiting.
3.1.2 Installeer de sonde als volgt:
-
Zorg ervoor dat zowel de binnen- en buitendraad in goede staat zijn.
-
Gebruik maximaal drie draaien (niet meer) PTFE-schroefdraadtape op de schroefdraad van de sonde.
-
WAARSCHUWINGEN: Gebruik niet te veel afdichtingstape. Gebruik geen afdichtingspasta.
-
Monteer de sonde en draai hem aanvankelijk met de hand vast - gebruik daarna een geschikte sleutel om de
sonde verder vast te draaien. Gebruik in geen geval een pijpsleutel.
-
Gezien de aard van een tapse/parallelle verbinding is het niet mogelijk om een spanmoment aan te bevelen.
-
Niet te vast aandraaien - er moet altijd schroefdraad op de sonde zichtbaar blijven.
-
Opmerking: De schroefdraad van de sonde raakt de bodem niet (d.w.z. de zeshoek van het sondelichaam
raakt het vlak van de vrouwelijke schroefverbinding niet), tenzij er sprake is van overmatige slijtage of een
binnendraad met een te grote tolerantie, in welk geval het nodig zal zijn de flens of de verbinding te vervangen
of opnieuw te bewerken.
3.1.3 Achteraf verwijderen en herinstalleren:
WAARSCHUWING: Zorg ervoor dat de ketel of het vat drukloos is en ontlucht naar de atmosfeer, voordat u
probeert de sonde los te schroeven of te verwijderen.
-
Gebruik altijd een moersleutel met de juiste maat - geen pijpsleutel.
-
Inspecteer de binnen- en buitendraad op tekenen van beschadiging, die ontstaan kunnen zijn door te hard
aandraaien, wat tot een gescheurde schroefdraad of zelfs plaatselijk koudlassen (vreten/picking up) kan leiden.
-
Als er schade is opgetreden, vervangt u de sonde.
LP41 Zelfcontrolerende Hoogwateralarmsonde met hoge integriteit
10
IM-P693-10-NL EMM-UKn-02