Metingen op doorgeleiding en weerstand
PAS OP: Schakel de elektrostatische
spanning uit en verbind de pistoolelektrode
aan aarde voordat u de volgende
werkzaamheden uitvoert. Als u deze
waarschuwing negeert, kan een ernstige
schok het gevolg zijn.
Hanteer de volgende tests om problemen op te
sporen met de spanningsversterker of de resistor,
besturingskabel en triggerschakelaar.
Weerstand van spanningsversterker en
resistor meten
Weerstandsmetingen moeten worden gedaan met
een 500 volt megohmmeter.
LET OP: Kortsluit de drie pennen in de
aansluiting van de spanningsversterker of
de betreffende pennen in de
besturingskabel aan elkaar voordat u de
spanningsversterker/resistor/elektrode
groep doormeet op doorgeleiding en
weerstand. Als u dit nalaat, kunt u de
spanningsversterker beschadigen.
Gebruik de optionele kortsluitstekker getoond in
afbeelding 11 als u de weerstand doormeet vanaf het
aansluitcontact van de spanningsversterker naar de
adapterveerplunjer. Zie onder Opties in Onderdelen
voor het onderdeelnummer van de kortsluitstekker.
Weerstandstest − uiteinde besturingskabel
naar adapterveerplunjer
1. Zie afbeelding 10. Verwijder de spuitmond.
2. Ontkoppel de besturingskabel van de eenheid
voor handbediening.
3. Kortsluit kabelconnectorpennen J1−2, J1−3, en
J1−4 aan elkaar en verbind aan de positieve
meetpen van de megohmmeter.
4. Verbind de negatieve meetpen van de
megohmmeter aan de adapterveerplunjer.
De megohmmeter moet 350−420 megohm aangeven.
Ligt de meetwaarde buiten dit bereik, test de resistor
dan afzonderlijk. Als de resistortest OK uitwijst,
vervang dan de versterker.
E
Nordson Corporation
2007
Prodigyr handbediend poederspuitpistool
350−420
megohm
Pen 2
Afb. 10
Test kabeluiteinde aan veerplunjer
Weerstandstest met
optionele kortsluitstekker
1. Zie afbeelding 11. Haal de afsluitkap en de
spuitmond los van het spuitpistool.
2. Koppel de versterkerconnector los van zijn
aansluitcontact.
3. Sluit de connector van de kortsluitstekker aan op
het aansluitcontact voor de spanningsversterker.
4. Verbind de positieve meetpen van de
megohmmeter aan de contactring aan de
kortsluitstekker en verbind de negatieve meetpen
aan de veerplunjer. (Als meetwaarde oneindig is,
wissel de meetpennen dan om.)
5. De megohmmeter moet 350−420 megohm
aangeven. Ligt de meetwaarde buiten dit bereik,
test de resistor dan afzonderlijk. Als de
resistortest OK uitwijst, vervang dan de versterker.
11
Pen 3
Pen 4
P/N 7135465E03