2.4
Beschrijving zomernachtventilatie
Deze functie wordt tijdens de warme periode gebruikt om energie te besparen door de koude buitenlucht te gebruiken
(bv. 's nachts) om het gebouw af te koelen. Daardoor is er overdag minder energie nodig voor koeling.
Let op:
Het volgende geldt alleen als de functie zomernachtventilatie is geactiveerd in het programmamenu.
Zomernachtventilatie is alleen geactiveerd als aan de volgende startvoorwaarden is voldaan.
Startvoorwaarden:
• Er zijn minder dan 4 dagen verstreken sinds de unit voor het laatst in bedrijf was
• De buitentemperatuur tijdens de vorige bedrijfsperiode was hoger dan een ingestelde grens (+22°C)
• Het is tussen 00:00 en 07:00:00 uur (in te stellen)
• De timeruitgangen voor normale snelheid, verlengde looptijd normaal en externe stop zijn uit
• Tijdens de recent gestarte 24 uur is een tijdkanaal aan.
De unit controleert de nachttemperatuur (binnen- en buitentemperatuur) gedurende 3 minuten op het ingestelde star-
tuur als de ventilatoren zijn gestart, zodat de sensoren een temperatuurmeting kunnen doen. Als aan bovenstaande
voorwaarden is voldaan, wordt de functie zomernachtventilatie gestart. Zo niet, dan gaat de unit terug in de UIT-stand.
Als de buitensensor niet in het buitenluchtinlaatkanaal zit en er een ruimtesensor is geselecteerd, start de unit zomer-
ventilatie niet zolang alle temperaturen niet binnen de start- en stoptemperatuurintervallen liggen.
Stopvoorwaarden:
• Buitentemp. boven de ingestelde max. waarde (+18°C) of onder de ingestelde min. waarde (kans op condensatie,
+10°C)
• De ruimtetemp./uitblaasluchtemp. ligt onder de ingestelde stopwaarde (+18°C)
• Een van de timeruitgangen voor normale snelheid, externe stop of verlengde looptijd normaal is aan
• De tijd is 07:00:00 gepasseerd.
Als na drie minuten wordt voldaan aan één of meer stopvoorwaarden, zal de unit weer stoppen. Als dat niet het geval
is, blijft de unit doorwerken tot er aan een stopvoorwaarde wordt voldaan.
Als zomernachtventilatie actief is, draaien de ventilatoren op normale snelheid of de ingestelde waarde voor druk-/vo-
lumeregeling en de digitale uitgang zomernachtventilatie is actief. De uitgangen blokkeren verwarming, koeling en
warmtewisselaar. Nadat zomernachtventilatie is geactiveerd, wordt de verwarmingsuitgang 60 minuten geblokkeerd
(te configureren tijd). Bij het gebruik van zomernachtventilatie kan een offset-waarde voor het instelpunt van de nor-
male ventilatorregeling worden ingesteld.
3
Ontdooifunctie
Door het drukverschil te meten over de afvoer-/afblaasluchtzijde van de wisselaar kan de behoefte aan het ontdooien
van de wisselaar worden bepaald. De differentieeldruktransmitter wordt automatisch gekalibreerd door het systeem
om de correcte druk in verhouding tot de luchtstroom te verkrijgen. Handmatige kalibratie is mogelijk, bv. na het
schoonmaken van de wisselaar. Ontdooien is mogelijk met bypass of stop ontdooien, instelbaar in het display.
Het ontdooien wordt gestopt wanneer de gewenste, instelbare afname in de druk op de warmtewisselaar is behaald.
Als de druk tijdens de ontdooicyclus niet daalt, wordt de luchtbehandelingsunit gestopt en verschijnt er een alarm in
het display.
4
Onderhoud
4.1
Belangrijk
Gevaar
• Controleer of de netvoeding naar de unit is ontkoppeld, voordat onderhouds- of elektrische
werkzaamheden worden verricht!
• Alle elektrische aansluitingen moeten door een bevoegde installateur en volgens de lokale wet- en
regelgeving worden verricht.
15162813 | A002
5
Ontdooifunctie |