WAARSCHUW1NG
Benzine is zeer ontvIambaar en exp osief en u kunt
brandwonden of ernstig letsel oplopen terwijI u benzine bijvult
• Zet de motor af en houd warmtebronnen, vonken en open
vuur uit de buurt.
• Vul alleen benzine bij in de open lucht.
• Veeg gemorste benzine direct weg.
.20
0
20
40
60
80 100 F
-30
-20
-10
20
30 4Ó'C
OMGEVINGSTEMPERATUUR
TANKDOP
MAXIMUMNIVEAU_
BRANDSTOF
BRANDSTOF TANKEN
Aanbevolen brandstof
Loodvrije benzine
VS
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Behalve VS
RON-octaangetal van 91 of hoger
Pompoctaangetal (PON) van 86 of hoger
Deze motor is alleen vrijgegeven voor gebruik met loodvrije benzine met
een pompoctaangehalte (PON) van 86 of hoger (een research-
octaangehalte (RON) van 91 of hoger).
Vul brandstof bij in een goed geventileerde ruimte en met de motor uit. Als
de motor gedraaid heeft, laat deze eerst afkoelen. Vul de tank nooit bij in
een ruimte waar benzinedamp in contact kan komen met open vuur of
vonken.
U kunt normale loodvrije benzine gebruiken die maximaal 10
volumeprocent ethanol (E10) of 5 volumeprocent methanol bevat.
Daarnaast moet de methanol verdunners en corrosieremmers bevatten.
Gebruik van brandstoffen met een hoger ethanol- of methanolgehalte dan
hierboven is aangegeven, kan leiden tot start- en/of prestatieproblemen. Er
kan dan ook schade optreden aan metalen, rubberen en kunststoffen
onderdelen van het brandstofsysteem. De garantie dekt geen motorschade
of prestatieproblemen die het gevolg zijn van het gebruik van een
brandstof met een hoger percentage ethanol of methanol dan hierboven is
aangegeven.
ATTENTIE
Brandstof kan schade toebrengen aan de lak en sommige soorten
kunststof. Wees voorzichtig en mors geen brandstof terwijI u de
brandstoftank bijvult. Schade veroorzaakt door morsen van brandstof
wordt niet gedekt door dedealergarantie (Distributor's Limited Warranty).
1. Plaats de afgezette motor op een vlakke ondergrond, verwijder de
brandstofvuldop en controleer het brandstofniveau. Vul de tank bij als
het brandstofniveau laag staat.
2. Vul brandstof bij tot onderaan de brandstofniveaulimiet in de
brandstottank. Vul niet teveel bij. Veeg gemorste benzine weg voordat u
de motor start.
Blijf met benzine uit de buurt van waakvlammen, barbecues, elektrische
huishoudelijke apparatuur, elektrisch gereedschap, enz.
Gemorste benzine levert niet alleen een brandgevaar op, maar veroorzaakt
ook milieuverontreiniging. Veeg gemorste benzine direct weg.
MOTOROLIE
Olie heeft een belangrijke invloed op de prestaties en de levensduur.
Gebruik olie voor 4-takt automotoren met reinigende eigenschappen.
Aanbevolen olie
SAE-viscositeiten
Gebruik 4-taktmotorolie die voldoet
aan de eisen voor API-classificatie
SJ of hogere klasse (of
gefijkwaardig). Controleer altijd het
API-servicelabel op de
olieverpakking om te zien of de
aanduidingen SJ of hogere klasse
(of gelijkwaardig) vermeld staan.
SAE 10W-30 wordt aanbevolen voor algemene gebruiksdoeleinden.
Andere viscositeitsklassen die in het schema staan aangegeven, kunt u
gebruiken als de gemiddelde temperatuur in uw omgeving binnen het
aangeduide bereik ligt.
Vul zorgvuldig bij om morsen van brandstof te voorkomen. Vul de tank niet
tot aan de rand. Eventueel moet u het brandstofniveau iets verlagen,
afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Schroef na het bijvullen de
brandstofvuldop weer op en draai aan tot deze klikt.
8
NEDERLANDS