Handleiding installatie en bediening
4.2 Het configureren van de netwerkinstellingen van uw IP-camera
Bij het aansluiten van de netwerkhardware moet u de netwerkfunctie activeren en de juiste
netwerkinstellingen van de IP-camera configureren.
4.2.1DHCP-functie inschakelen
Opmerking: De standaardinstelling van de IP-camera is DHCP UIT. Gebruikers kunnen de
werkomgeving van de IP-camera opzetten met een statisch IP-adres. Het standaard
statische IP-adres is 192.168.1.168.
IP box camera:
Deze functie werkt alleen als de LAN waaraan de unit is verbonden, een DHCP-server heeft. Als de
DHCP-server werkt, zet u de dipschakelaar op het zijpaneel op 3; nu haalt de netwerkcamera
automatisch een IP-adres op van de DHCP-server. Sla in dit geval paragraaf 4.2.2 (IP-adres
instellen) over en volg paragraaf 4.3 (TCP/IP-communicatiesoftware).
IP binnenshuis/buitenshuis mini-dome & IP bulletcamera:
Deze functie werkt alleen als de LAN waaraan de unit is verbonden, een DHCP-server heeft. Als de
DHCP-server in de LAN werkt, sluit u de USB-connector aan op de USB-aansluiting van uw pc en
de andere kant van de connector op de camera. Er wordt een venster weergegeven met de opties
"Programma uitvoeren", "Map openen en bestanden weergeven" of "Geen actie ondernemen".
Kies "Programma uitvoeren" en klik op "OK" en het venster "USB-configuratie" wordt weergegeven.
Stel de netwerkinstelling in en schakel de DHCP-instelling in om het DHCP-protocol te gebruiken.
De IP-camera haalt automatisch een IP-adres op van de DHCP-server.
4.2.2 IP adres instellen
U moet een IP-adres voor de unit instellen als de LAN-unit niet is verbonden met een DHCP-server.
Volg anders de onderstaande instructies:
StelIP, MASKER en GATEWAY in. Het volgende is een voorbeeldinstelling.
IP:
192.168.1.X
MASKER:
255.255.255.0
GATEWAY:
0.0.0.0
OPMERKING: Wanneer maar één unit van de netwerkcamera op een computer of LAN
wordt aangesloten, kunt u naar eigen inzicht een IP-adres toewijzen voor de
IP-camera. Er is bijvoorbeeld een reeks IP-adressen voor de IP-camera beschikbaar
van 192.168.1.1 tot 192.168.1.255. U kunt er uit deze reeks een gebruiken. Het is niet
noodzakelijk om MASKER en GATEWAY in te stellen; laat deze instellingen zoals ze
zijn.
Wanneer een IP-camera wordt verbonden met een WAN, moet u een uniek,
permanent IP-adres ophalen en de MASKER- en GATEWAY-instellingen correct
configureren in overeenstemming met uw netwerkarchitectuur. Als u vragen hebt
over deze instellingen, kunt u een gekwalificeerde MIS-professional raadplegen of
uw ISP.
OPMERKING: Bij verbinding met een netwerk moet iedere aangesloten IP-camera een
unieke IP krijgen toegewezen dat in hetzelfde klassetype moet liggen als uw
netwerkadres. IP-adressen bestaan uit 4 getallenreeksen die door een punt worden
gescheiden; bijvoorbeeld, 192.168.1.1. Als het aangesloten netwerk wordt
geïdentificeerd als klasse C,
IP-adres van de IP-camera hetzelfde zijn als het netwerkadres. Als het aangesloten
netwerk wordt geïdentificeerd als klasse B, moeten de eerste twee sets van cijfers
moeten de eerste twee getallenreeksen van het
33