4.6. Elektrische verbindingen
WAARSCHUWING: Controleer de polariteit voordat de accu en PV-spanning verbonden wordt.
WAARSCHUWING: Volg de in dit hoofdstuk beschreven correcte installatieprocedure.
BELANGRIJK: Draai de accu en PV-verbindingen aan op 2.4Nm.
Aansluitingsvolgorde elektrische aansluitingen:
1.
Verbind de accu: laat de PV-lader toe automatisch de systeemspanning te herkennen (wacht 10 seconden).
2.
Het wordt aanbevolen systeemspanning te verifiëren: gebruik VictronConnect of een externbedieningsdisplay.
3.
Sluit de PV aan.
4.
Sluit de toepasselijke andere aansluitingen aan: zoals de remote aan/uit connector, de programmeerbare
relaisconnectorof de VE.Direct-poort.
De correcte aansluit volgorde is noodzakelijk om de automatische systeemspanningsdetectie correct verloopt. Het is alleen
toegestaan de PV eerst te verbinden als de systeemspanning handmatig is ingesteldvóór het verbinden van de accu. Het niet
volgen van de correcte procedures kan de lader en/of de installatie uitschakelen of beschadigen.
Raadpleeg onderstaande afbeelding over hoe de basis elektrische aansluitingen gemaakt worden:
ID
Omschrijving
A
PV-lader, links het Tr-model en rechts het MC4-model.
B
Accu of accubank, loodzuur of lithium.
C
PV-paneel of PV-paneel reeks.
D
DC-belastingen.
DC-zekering.
4.7. Verbind het MPPT Control beeldscherm
Sluit het (optionele)
MPPT
Control-beeldscherm aan op de VE.Direct-poort van de PV-lader via een VE.Direct-kabel.
De VE.Direct-kabel is beschikbaar in verschillende lengtes en is niet meegeleverd bij het MPPT Control-beeldscherm. Houd er
rekening mee dat het niet mogelijk is om de VE.Direct-kabel te verlengen, de maximale lengte mag niet meer zijn dan 10 meter.
Raadpleeg voor meer informatie de
Pagina 12
MPPT zonnelader handleiding
MPPT
Control-handleiding.
Installatie