Daarna schakelt het apparaat naar de ontvangstmodus waarbij het aantal
radiogolven de kwaliteit van de ontvangst aangeeft: hoe meer radiogolven op het
display worden weergegeven, hoe beter de ontvangst.
Zodra het signaal voldoende sterk wordt ontvangen, worden de overeenkomende
gegevens weergegeven op het display en wordt het symbool van de radiomast permanent
weergegeven. Deze bewerking kan enkele minuten duren.
Het weerstation schakelt onmiddellijk meerdere malen automatisch naar de
ontvangstmodus en vergelijkt de weergegeven tijd met deze die van de tijdseinzender is
ontvangen.
Als er een onvoldoende sterk signaal wordt ontvangen, breekt het basisstation de
ontvangst af en verzwakt het symbool van de radiomast. De ontvangst wordt op een later
tijdstip opnieuw gestart.
De tijd loopt in dit geval - uitgaande van de starttijd "00:00" - normaal verder.
Controleer eerst of de locatie van het basisstation geschikt is (zie pagina 20).
U kunt de ontvangst nogmaals handmatig starten (zie pagina 19).
U kunt ook wachten tot het basisstation op een later tijdstip automatisch opnieuw naar
de ontvangstmodus schakelt. Tijdens de nacht is de ontvangst meestal beter.
Wanneer de ontvangst op uw locatie niet mogelijk is, kunt u het tijdstip en de datum
handmatig instellen (zie volgend hoofdstuk).
17