Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tage E Aa S Uiti G; Keuze Van De Standplaats; Tage - Rittal 3237 Series Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4

tage e aa s uiti g

4.1 Keuze van de standplaats

Neem bij kiezen van de locatie van de be-
huizing de volgende aanwijzingen in acht:
– De locatie en daarmee de plaatsing van
de ventilator dient zodanig te worden
gekozen dat een goede be- en ontluch-
ting is gewaarborgd
– De locatie dient vrij van sterke verontrei-
niging en vocht te zijn
– De ventilator dient altijd aan vlakke verti-
cale delen (deur of wanden) te worden
gemonteerd
– De omgevingstemperatuur dient lager
te zijn dan de toelaatbare behuizings-
binnentemperatuur
– De op het typeplaatje van de ventilator
vermelde netaansluitgegevens dienen
te zijn gewaarborgd
4.2 Aanwijzingen bij de montage
4 2 1 A ge ee
– Let op of de verpakking niet is bescha-
digd. Elke verpakkingsschade kan de
oorzaak zijn van een latere storing
– Om de uitwisseling van lucht te waarbor-
gen, is het noodzakelijk een ventilator en
ventilatierooster aan een behuizing te
monteren.
p er i g
Het ventilatierooster dient ten-
minste dezelfde afmetingen te
hebben als de ventilator.
– De behuizing dient aan alle zijden te zijn
afgedicht (IP 54). Bij ondichte behuizin-
gen kan er, afhankelijk van de luchtstro-
mingsrichting van de ventilator, ongefil-
terde en verontreinigde lucht in de be-
huizing terechtkomen.
– Bij verticale koppeling van de ventilator
dient een minimale afstand van 15 mm
(van boorsjabloon tot boorsjabloon) te
worden aangehouden. Alleen zo is een
probleemloos openen van de ventilatie-
roosters gegarandeerd.
Montage- en bedieningshandleiding Rittal ventilator
4
tage e aa s uiti g
4 2 2
Let op de luchtstroom van de ventilatoren
van de elektronicacomponenten. Bij de in-
stallatie dient erop te worden gelet dat de
luchtstromen van de ventilator en de elek-
tronicacomponenten elkaar niet beïnvloe-
den (luchtkortsluiting). De betreffende mini-
mumafstanden tussen ventilator en compo-
nent dienen te worden aangehouden, zodat
een ongehinderde luchtcirculatie is gewaar-
borgd.
4.3 Ventilator resp.
De ventilator resp. het ventilatierooster
wordt aan een vlak verticaal deel van de
behuizing gemonteerd:
De ventilator wordt doorgaans in het on-
derste deel van de behuizing gemonteerd
en het ventilatierooster het bovenste deel
van de behuizing.
4 3 1 Uitspari g i de behui i g
Op het boorsjabloon zijn maatlijnen aange-
bracht t.b.v. de uitsparing en noodzakelij-
ke boringen voor de montage en bevesti-
ging van uw ventilator (alleen noodzakelijk
bij een plaatdikte > 2,5 mm). Zie ook afb. 8
en afb. 9, op pagina 16.
pb uw va de e e tr
c
p
e te i de behui i g
ventilatierooster monteren
Hiertoe dient u overeenkomstig het
meegeleverde boorsjabloon een uit-
sparing in de deur, zij- of achterwand
aan te brengen.
aa bre ge
Plak de meegeleverde zelfklevende
boorsjabloon op de hiervoor bestemde
plek op de deur, zij- of achterwand van
de behuizing.
etse gevaar!
Verwi der
rgvu dig a e
scherpe ra de va de
uitspari ge
v
r
e
Breng de uitsparingen inclusief de lijn-
breedte volgens de boorsjabloon aan.
Verwijder de scherpe randen van de uit-
sparingen.
ische
etse te
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave