1 OPZETTEN
LOCATIE & INSTALLATIE
Uw broedmachine geeft de beste broedresultaten
in
een
verwarmde
ruimte,
vrij
van
temperatuurschommelingen en met een gulle
ventilatie – in het bijzonder als er meerdere
broedmachines tegelijk lopen.
Verzekert u dat de temperatuur niet sterk kan dalen
in een koude nacht. De ideale, met een thermostaat
gecontroleerde, temperatuur ligt tussen de 20 en
25°C (68 en 77°F). Laat nooit toe dat de
ruimtetemperatuur onder de 17°C (63°F) zakt.
Verzekert u dat de broedmachine niet aan direct
zonlicht is blootgesteld en op een vlakke
ondergrond, werkblad of tafel en niet op de grond is
geplaatst.
Sluit de stroomkabel op de adapter aan en sluit
deze op het deksel van de broedmachine aan.
Verzekert u dat alle stekkers goed in hun
stopcontacten zijn geduwd.
Gebruik uitsluitende bij dit product meegeleverde
adapter. Het gebruik van een andere adapter is
gevaarlijk en doet de garantie vervallen.
1.
grote
2.
6
AC26 NL Issue 01