Apps en functies
In- en uitzoomen
Gebruik de verschillende methoden om in en uit te zoomen.
• S preid twee vingers op het scherm om in te zoomen en knijp samen om uit te zoomen.
• U bedient de zoom met één vinger. Sleep
Zoomfuncties zijn alleen beschikbaar wanneer de camera aan de achterzijde wordt
gebruikt.
De functies voor scherpstelling en belichting gebruiken
U kunt de scherpstelling of belichting vergrendelen op een geselecteerd gebied om te voorkomen
dat de camera deze automatisch aanpast op basis van veranderingen in de onderwerpen of
lichtbronnen.
Blijf het gebied aanraken waarop u wilt scherpstellen; het AF/AE-kader wordt weergegeven op het
gebied en de instellingen voor scherpstelling en belichting worden vergrendeld. De instellingen
blijven vergrendeld, ook nadat u een foto hebt gemaakt.
Deze functie is alleen beschikbaar in de standen AUTOMATISCH en PRO.
Camerastanden gebruiken
Als u de camerastand wilt wijzigen, sleept u de lijst met camerastanden naar links of rechts of veegt
u naar links of rechts op het voorbeeldscherm.
Selecteer de gewenste camerastand.
U kunt de lijst met camerastanden bewerken. Tik op het voorbeeldscherm op
→ Camerastanden bewerken. U kunt ook de lijst met camerastanden op het
voorbeeldscherm blijven aanraken.
Automatische stand
Met de Automatische stand kan de camera de omgeving evalueren en de ideale stand bepalen voor
de foto.
Tik op AUTOMATISCH in de lijst met camerastanden.
op de zoombalk naar
68
of
.