CABINE
Alle voertuigen zijn uitgerust met automatische transmissie, stuurbekrachtiging en rembekrachtiging. De
cilinderinhoud van de V8-motor bedraagt 7,3 liter en een vermogen van 325 pk
CONTACTSLOT
Het contactslot heeft 5 verschillende sleutelstanden:
Positie A (Accessoires)
Positie B (Lock)
Positie C (Uit):
Positie D
(Aan):
Positie E (Start)
ACCU BOOST SCHAKELAAR
De Accu Boost Schakelaar maakt het starten van de motor vanaf de huisaccu's mogelijk wanneer de
motoraccu leeg is. Deze schakelaar bevindt zich links van het stuurwiel onder de ontgrendelingshendel
van de parkeerrem. Als de accu te leeg is om de motor te starten, houdt u de Battery Boost/Auxiliary
Start-schakelaar ingedrukt terwijl u het contactslot draait en laat u deze los wanneer de motor start.
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE
De versnellingspook bevindt zich rechts van het stuur. Het instrumentencluster geeft de huidige stand weer. U
moet het rempedaal intrappen om van P (parkeren) naar R (achteruit) of D (rijden) te schakelen. De
versnellingspook heeft de volgende standen:
P
PARK
R
REVERSE/Achteruit
N
NEUTRAL/Neutraal
D
DRIVE/Rijden
M
Manual/zelf
schakelen
2
2
nd
gear/versnelling
st
1
1
gear/ versnelling
LET OP!:
TOW/HAUL
De Tow/Haul-functie optimaliseert de schakelprestaties en vermindert de kans op
oververhitting van de transmissie of storingen door te veel schakelen tijdens het rijden in
bergachtige gebieden. Deze functie biedt extra vermogen bij het bergopwaarts rijden en
remassistentie van de motor bij het bergafwaarts rijden om het risico op oververhitting van de
remmen van de auto te verminderen. Selecteer deze functie door op de knop aan het einde van de
versnellingshendel in te drukken.
CRUISE CONTROL
Het voertuig is uitgerust met cruisecontrol. Deze wordt alleen ingeschakeld bij een snelheid van minimaal 50
km/u. Niet gebruiken in bergachtig terrein. Meer schakelen leidt tot een hoger brandstofverbruik en kan schade
aan de transmissie veroorzaken.
zorgt ervoor dat de elektrische accessoires, zoals de radio, kunnen werken terwijl de motor niet draait.
zet de motor af en vergrendelt het stuur op zijn plaats.
Het contact staat uit.
Alle elektrische circuits zijn operationeel. Waarschuwingslampen en richtingaanwijzers branden.
start de motor. Laat de sleutel los zodra de motor start.
om de motor te starten of af te zetten. De sleutel kan alleen in deze stand uit het contactslot worden getrokken.
om het voertuig achteruit te rijden. De achteruitkijkcamera wordt automatisch geactiveerd.
Kies deze stand alleen als uw voertuig wordt weggesleept!
Meest efficiënt voor alle normale rijomstandigheden.
kan worden gebruikt om handmatig door de versnellingen te gaan. Wanneer u van "D" naar "M" schakelt, geeft de
indicator op het instrumentenpaneel de huidige versnelling aan.
Om te accelereren op een gladde ondergrond.
Zorgt voor maximaal afremmen van de motor. Schakel bij hoge snelheden niet naar de 1e versnelling!
We raden ten zeerste aan om D in alle rijsituaties te gebruiken!
PROGRAMMERING
1.
Zet de cruise control aan met de knop ON.
2.
Accelereer met SET + tot u de gewenste snelheid heeft bereikt. Laat de knop los en de bereikte snelheid blijft behouden.
U kunt ook versnellen met het voetpedaal. Zodra de gewenste snelheid is bereikt kort op de toets SET + drukken.
3.
U kunt de snelheid verlagen door op SET - te drukken.
4.
Als u moet remmen en daarna de vorige snelheid wilt hervatten, drukt u op RES en het voertuig versnelt automatisch
tot die snelheid is bereikt.
5.
Druk op CANCEL om de cruise control te pauzeren.
6.
Druk op OFF om de cruise control uit te schakelen.
7