Advertenties
l Overspanningsbeveiliging:
AC stroom : 480A AC/DC gedurende 10sec
AC spanning: 720V AC/DC gedurende
10sec
Weerstand : 300V AC/DC gedurende
10sec
l Maximale overspanning:
3700VAC (rms 50/60Hz) gedurende 1minuut
tussen elektrisch circuit en behuizing
l Isolatieweerstand
10M
of
meer
bij
1000V
tussen
elektrisch circuit en behuizing
l Diameter van de geleider:
Circa 30 mm max
l Afmetingen :
187(L) x 68.5(B) x 38.5(D) mm
l Gewicht:
Circa 200g (incl. batterijen)
l Toebehoren :
Meetsnoeren
Twee R03 batterijen
Gebruikershandleiding
4. Voorbereiding
4-1 Batterijspanningstest
Plaats de functieschakelaar in een willekeurige
tand behalve "OFF". Als het scherm duidelijk
s, zonder aanduiding van het symbool "BAT",
an u de meting beginen. Als daarentegen het
cherm niets weergeeft of als het symbool
BAT" verschijnt, vervang dan de batterijen
olgens de richtlijnen beschreven in punt 9.
Vervangen van de batterijen.
OPMERKING
De sluimermodus zorgt ervoor dat het toestel
circa 10 minuten na de laatste verrichting
uitgeschakeld wordt. Vandaar dat het scherm
soms niets weergeeft ondanks het feit dat de
functieschakelaar op een bepaalde functie
(behalve "OFF") ingesteld is. Om het toestel
opnieuw aan te schakelen zet men de
functieschakelaar eerst op "OFF" en daarna
op de gewenste functie, ofwel drukt men op
een willekeurige toets.
Blijft het scherm
zonder weergave dan zijn de batterijen
uitgeput en moeten ze vervangen worden.
4-2
Controle
van
de
functieschakelaarstand
Let erop dat de functieschakelaar juist ingesteld
s en dat de data hold toets niet werkzaam is,
anders kan de geselecteerde meting niet
uitgevoerd worden.
5. Meten van stroom
!
WAARSCHUWING
l Voer geen meting uit op een stroomkring
met een spanning van meer dan 600
VAC/DC. Dit kan een eelektrische schok
veroorzaken of de te testen installatie
beschadigen.
l De stroombek is zodanig ontworpen dat het
gevaar voor kortsluiting van de geleiders
minimaal is. Als de te testen apparatuur
blootgestelde
geleidende
onderdelen
vertoont, dient men uiterst voorzichtig te
zijn voor kortsluiting.
l Voer
geen
metingen
uit
indien
het
batterijcompartiment niet goed gesloten is.
l Doe
geen
stroommeting
indien
de
meetsnoeren met het toestel verbonden
zijn.
OPMERING
l Tijdens een stroommeting de stroombek
volledig gesloten houden, anders kan men
geen nauwkeurige meting doen.
De
maximale
diameter
van
de
geleider
bedraagt 30 mm.
l Bij het meten van hoge stroomintensiteit
produceert de stroombek soms een geluid.
Dit is normaal en heeft geen enkele invloed
op de nauwkeurigheid.
5-1 Meten van wisselstroom
(1) Plaats de functieschakelaar op "ACA".
(2) Druk op de tuimelschakelaar om de
stroombek te openen en omsluit één
enkele geleider.
(3) Noteer de uitlezing.
5-2 Meten van gelijkstroom
(1) Plaats de functieschakelaar op "DCA".
(2) Met gesloten stroombek en zonder de
geleider te omsluiten drukt men gedurende
meer dan 2 sec. op de nulinstellingstoets
om de uitlezing op nul te brengen. (drukt
men gedurende minder dan 2 seconden,
dan
wordt
de
data
hold
modus
geactiveerd). De nulinstellingstoets is enkel
werkzaam in het DC 40A bereik.
(3) Druk op de tuimelschakelaar om de
stroombek te openen en omsluit één enkele
geleider.
(4) Noteer de uitlezing.
OPMERKING
Als de stroom van boven naar onder door het
toestel vloeit is de polariteit van de uitlezing
positief (+). In het omgekeerde geval is de
polariteit negetief (-).
6. Meten van spanning
!
GEVAAR
l Voer geen metingen uit op een stroomkring
met een spanning van meer dan 600
VAC/DC. Dit kan een elektrische schok
veroorzaken of de te testen stroomkring
beschadigen.
l Doe geen meting als het batterijcompartiment
niet gesloten is.
6-1 Meten van wisselspanning
(1) Plaats de functieschakelaar op "ACV" .
(2) Plug het rode meetsnoer in de V/
klem
en het zwarte in de COM.
(3) Verbind de meetpunten met het te testen
circuit et noteer de uitlezing.
6-2 Meten van gelijkspanning
(1) Plaats de functieschakelaar op "DCV".
(2) Plug het rode meetsnoer in de V/
klem
en het zwarte in de COM.
(3) Verbind de meetpunten met de te testen
stroomkring en noteer de uitlezing.
7. Meten van weerstand
!
GEVAAR
l Alvorens een meting uit te voeren de te
testen stroomkring uitschakelen.
l Geen
meting
beginnen
als
het
batterijcompartiment niet gesloten is.
(1) Plaats de functieschakelaar op " / .)))".
(2) Plug het rode meetsnoer in de V/
klem
en het zwarte in de COM.
(3) Controleer of het scherm "OL." weergeeft
terwijl
u
de
meetpunten
kortsluit.
Controleer eveneens of het geluidssignaal
geactiveerd wordt en of het scherm de
waarde "0." weergeeft.
(4) Verbind de meetpunten met de te testen
stroomkring en noteer de uitlezing.
Er
wordt een geluidssignaal geactiveerd bij
een uitlezing van minder dan 50±35 .
OPMERKING
l Bij het kortsluiten van de meetpunten wordt
er
soms
een
lage
weerstandswaarde
weergegeven i.p.v. nul.
Deze is afkomstig
van de weerstand van de meetsnoeren en is
volkomen normaal.
l Als één van de meetsnoeren open is, wordt
het symbool "OL" weergegeven
8. Andere functies
8-1 Sluimermodus
OPMERKING
Het toestel verbruikt steeds een zeer kleine
hoeveelheid stroom in sluimermodus. Plaats de
functieschakelaar op "OFF" na elke meting.
(1) Sluimermodus
Deze
functie
voorkomt
dat
het
toestel
aangeschakeld
blijft
en
vermijdt
aldus
vroegtijdig slijtage van de batterijen.
Tien
minuten na de laatste verrichting schakelt het
toestel automatisch over in sluimermodus.
Om deze modus te verlaten plaatst men de
functieschakelaar eerst op "OFF" en daarna op
een willekeurige functie of drukt men op gelijk
welke toets.
(2) Sluimermodus ongedaan maken
Schakel het toestel aan terwijl u op de data hold
toets drukt.
Het bericht "P.OFF"
wordt
weergegeven gedurende ongeveer 3 seconden
na het aanschakelen. Om de sluimermodus te
activeren, het toestel uitschakelen en daarna
aanschakelen zonder de data hold toets in te
drukken.
8-2 Data Hold functie
Met deze functie kan men de gemeten waarde
op het scherm bewaren. Druk hiervoor op de
"Data
Hold"
toets.
De
waarde
blijft
weergegeven
ongeacht
daaropvolgende
ingangsveranderingen.
Het symbool " H "
verschijnt links bovenaan op het scherm. Om
deze modus te verlaten drukt men nogmaals op
de "Data Hold" toets.
OPMERKING
l
Als het toestel in data hold modus is en in
sluimermodus overschakelt, wordt de data
hold modus tenietgedaan.
l Als men de data hold toets gedurende meer dan
2 seconden indrukt in het DC40A bereik, wordt
de nulinstellingsfunctie (0 ADJ.) geactiveerd.
Advertenties
