Gebruik
Controle en wisselen van de gebruikte werktuigen
• Draag bij het wisselen van het werktuig veiligheidshandschoenen om
snijwonden te vermijden.
• Gebarsten, versleten of anderszins beschadigd werktuig mag niet worden
gebruikt.
• Draai de bevestigingsschroef (8) los met de meegeleverde inbussleutel en
neem het werktuig dat u hebt gebruikt van de aandrijfas.
• Zet het nieuwe werktuig dat u gaat gebruiken op de aandrijfas.
• Bevestig het werktuig vervolgens met de bevestigingsschroef (7) en trek de
schroef vast met de inbussleutel.
• Controleer of het werktuig goed vast zit.
Inbedrijfstelling
Inschakelen: bedrijfsschakelaar (1) naar voren schuiven.
Uitschakelen: bedrijfsschakelaar (1) naar achteren trekken.
• Eerst de machine inschakelen en hem dan pas op het werkstuk zetten.
• Oefen geen bovenmatige druk uit om verhoogde slijtage van het werktuig en
de motor te vermijden.
• Schakel de machine niet uit zolang die zich op het werkstuk bevindt. Eerst de
machine eraf halen, dan pas uitschakelen.
Schoonmaken en Onderhoud
De multifunction tool vergt geen onderhoud. Maak de kast af en toe schoon met
een droge doek. Gebruik geen schoonmaakmiddelen, omdat die het materiaal
van de kast kunnen beschadigen.
Uitgerangeerd elektrisch gereedschap en milieubescherming
• Mocht uw elektrische werktuig op een dag zo intensief gebruikt zijn dat het
moet worden vervangen of mocht u het niet meer nodig hebben, dan bent u
verplicht om deze elektrische apparatuur bij een centrale plek af te leveren.
• Informatie over plekken waar uw elektrische apparatuur wordt ingezameld
krijgt u via uw plaatselijke afvalverwerkingsbedrijf resp. bij de plaatselijke
overheid.