desbetreffende satelliet heeft gericht, de zenderzoeker en laat uw receiver zenders zoeken.
Nadat de zenders van de satellieten in de receiver zijn geprogrammeerd, kent u aan de satellieten
een bepaalde positie toe. In het instellingsmenu van een normaal in de handel verkrijgbare receiver
ziet dat er bijvoorbeeld zo uit:
•
Satellietpositie 1
•
Satellietpositie 2
Verlaat het Instellingen menu van de receiver als u de posities heeft opgeslagen en kies een op-
geslagen zender. Controleer nu of het systeem correct functioneert. Selecteer daarvoor de menu-
keuze DiseqC-Monitor op de bedieningseenheid van de Caro Vision II. Op de display ziet u nu een
serie verschillende getallen en letters. Alleen de satellietpositie, het getal helemaal links, is daarbij
voor u van belang.
WEERGAVE OP DE DISPLAY VAN DE CARO VISION II BEDIENINGSEENHEID
•
Satellietpositie 1
•
Satellietpositie 2
Als u nu een zender op de receiver heeft gekozen, dan moet het positienummer van de satelliet
die in de receiver aan deze zender is toegekend, hier verschijnen. Dit is een van de belangrijkste
voorwaarden voor een foutloos functioneren van het systeem! Als het desbetreffende positienum-
mer niet verschijnt, dan kunt u niet doorgaan met de configuratie omdat de DiseqC-functie gegaran-
deerd niet zal functioneren. Zie de storingstabel voor eventuele hulp bij een foutieve weergave.
In ons voorbeeld moet nadat u een Astra-zender op uw receiver heeft gekozen, het getal 01 ver-
schijnen omdat wij aan Astra de positie A (1) hebben toegekend. Als u overschakelt naar een Hot-
bird-zender moet er 02 verschijnen omdat aan deze satelliet de positie B (2) is toegekend.
Als de positieweergave goed functioneert, dient u op de Caro Vision II bedieningseenheid de satel-
lietpositie aan de desbetreffende satelliet toe te kennen.
Open daarvoor de menukeuze Diseqc/Sat-positie.
In ons voorbeeld kennen we nu positie 1 toe aan de satelliet Astra1 en positie 2 aan
Eutelsat-Hotbird. Kies als de instelling is voltooid op de Caro Vision II bedieningseenheid
de menukeuze Diseqc: aan/uit en selecteer met deze knop DiseqC: aan.
•
Hiermee is de programmering voltooid. Sluit nu het instellingenmenu af.
Zoek nu met de Automat.zoeken een van de voorgeprogrammeerde satellieten. Nadat de satel-
liet is gevonden, moet de schotelantenne, wanneer er op de receiver een zender van een andere
satelliet wordt gekozen, zich richten op deze desbetreffende satelliet. Deze omschakeling naar een
andere satelliet duurt na het automatische zoeken slechts enkele seconden. De schotelantenne
beweegt wezenlijk sneller richting de gewenste satelliet als de schotelantenne reeds eerder gericht
stond op die satelliet, sindsdien het automatisch zoeken niet meer is gestart en het voertuig niet is
verreden. Houdt u er rekening mee dat de DiseqC-commando's alleen worden opgevolgd als de
Caro Vision II zich in de satellietmodus bevindt. U kunt dit zien aan de weergave Satelliet mode
op de display. Als het hoofdmenu wordt weergegeven, worden de DiseqC-commando's eveneens
opgevolgd voorzover satellietmodus daadwerkelijk actief is. Als er een andere menukeuze op de
display van de bedieningseenheid is geselecteerd, worden alle DiseqC-commando's genegeerd!
ASTRA1
DiseqC: A
HOTBIRD
DiseqC: B
01 E0 10 38 F3
02 E0 10 38 F4
13