TOEPASSING 0008
RETOUR, GEREGELD DOOR EEN THERMOSTAAT
15.1
TOEPASSINGSBESCHRIJVING
3-pijps vloerverwarmingssysteem met koeling, geregeld via
servomotoren en een gezamenlijke retour. Het Danfoss Icon™
systeem regelt de warmte- en koelvraag door de betreffende
uitgang (PWR1 en potentiaalvrij relais) te activeren. Voor koeltoe-
passingen adviseren we altijd om een dauwpuntsensor in het sys-
teem te installeren om vochtschade aan de vloer en de installaties
te voorkomen in gevallen waarbij de relatieve vochtigheid hoger
is dan het dauwpunt. Voordat het koelen van een ruimte wordt
toegestaan, moet er aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
-
De referentieruimtetemperatuur moet hoger zijn dan het
ruimtesetpoint + de koelhysterese.
-
Geen enkele ruimte heeft binnen de neutrale tijd om warmte
gevraagd.
-
De dauwpuntsensor is niet actief/er bestaat geen kans op
condensatie.
-
De kamerthermostaat dient te zijn ingeschakeld voor koeling
(standaard = ingeschakeld)
Wanneer er geen warmte- of koelvraag aanwezig is, sluiten de
twee afsluiters (AMZ 112). De algemene stand-by is een poten-
tiaalvrije ingang die kan worden gebruikt om het systeem op
afstand in te stellen op de algemene niet-thuis-modus, bijvoor-
beeld via een gsmmodule van een andere leverancier. Als de in-
gang voor algemene stand-by actief is, krijgen alle ruimten een
setpoint van 15 °C.
15.2
INSTELLINGEN
'SET 1'
= stel de gewenste koelhysterese voor omschakeling in
[+2 tot +4 K]
'SET 2'
= stel de neutrale tijd in die moet verstrijken zonder ac-
tieve verwarming of koeling voordat een omschakeling kan
worden geactiveerd [3-6 uur]
APPLICATION
SETTINGS
+31(0)85 06 03 881
-
3-PIJPS SYSTEEM MET KOELREGELING VIA SERVOMOTOREN EN EEN GEZAMENLIJKE
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
OK
-
info@vloerverwarmingsbedrijf.com
15.3
INSTELLINGEN OP DE THERMOSTAAT
Ruimten uitsluiten van koeling:
van koeling – gewoonlijk in badkamers, waar het toepassen van
koeling oncomfortabel zou zijn – gaat u naar de thermostaat en
stelt u menu ME.7 in op OFF. Zie de installatiehandleiding van de
thermostaat voor meer informatie.
Een referentiekamerthermostaat selecteren:
staat als referentiethermostaat toe te wijzen, gaat u naar de ge-
wenste referentiethermostaat en stelt u menu ME.6 in op ON. De
eventueel geselecteerde thermostaat zal op basis van de werke-
lijke temperatuur in de ruimte bepalen wanneer het systeem
van de verwarmingsmodus naar de koelmodus gaat. Er kan per
systeem slechts één referentiethermostaat worden toegewezen.
Als er meerdere thermostaten als referentiethermostaat
worden toegewezen, zal de laatst toegewezen thermostaat de
eerdere referentiethermostaat overschrijven, waardoor die
eerdere thermostaat terug zal keren naar de normale werking.
15.4
TOEPASSINGSTESTFUNCTIE
Gebruik de installatietoets om naar het menu 'Test' te gaan. De
toepassingstest (APP test) is specifiek voor elke toepassing.
De test is in stappen opgedeeld om ervoor te zorgen dat alle
componenten correct worden geïnstalleerd. Volg de aangegeven
procedure.
RUN
INSTALL
UNINSTALL
TEST
15.5
TESTSTAPPEN
Stap 1:
Tijdens de eerste minuut van de test wordt de AMZ 112
afsluiter aan de kant van de warme stroming via 'PWR1 output go-
ing ON' (Inschakeling PWR1-uitgang) ingesteld op 'heating mode'
(verwarmingsmodus). Controleer op de afsluiter/servomotor of
de geselecteerde stand correct is voor 'heating' (verwarming).
Stap 2:
Tijdens de tweede minuut van de test wordt de AMZ 112
afsluiter via 'PWR1 output going OFF' (Uitschakeling PWR1-uit-
gang) en 'Relay output going ON' (Inschakeling relaisuitgang)
ingesteld op 'cooling mode' (koelmodus). Controleer op de
afsluiter/servomotor of de geselecteerde stand correct is voor
'cooling' (koeling).
Stap 3:
Tijdens de laatste minuut van de test worden beide AMZ
112 afsluiters gesloten.
-
www.vloerverwarmingsbedrijf.com
Om een ruimte uit te sluiten
Om een thermo-
TEST NET
OK
TEST APP
TEST FLO
33