Het verwarmingssysteem moet:
NL
met de brandstof, aangegeven op het type-etiket
en met de nominale spanning, aangegeven op
het type-etiket bediend worden.
bij sterke rookontwikkeling, ongewone
brandgeluiden of brandstofgeur uitgezet worden
door de zekering te verwijderen. Ingebruikname
mag pas nadat het geautoriseerde servicepunt
het systeem gecontroleerd heeft.
minimaal eenmaal per maand, bij een koude
motor en bij de laagste stand van de ventilator, 10
minuten aangezet worden. Ten laatste aan het
begin van het stookseizoen moet het
verwarmigssysteem vakkundig getest worden.
5