5. Over de werking
utomatische ontdooi-functie
ls de buitentemperaturen laag zijn, met een hoge luchtvochtigheid, kan er tijdens de verwarmings-
functie ijs ontstaan op de buitenunit. Dit kan de prestaties van de airconditioner nadelig beïnvloeden.
Om de airconditioner tegen vorst te beschermen is deze unit voorzien van een micro-computer-
gestuurde automatische ontdooifunctie. ls er ijs ontstaat zal de airconditioner van tijd tot tijd
stoppen en het ontdooi-proces zal korte tijd werken (max. 15 minuten). Tijdens dit proces knippert
het OPER TION-lampje. ls na de verwarmingsfunctie ijs op de buitenunit ontstaat, zal de unit
automatisch stoppen na een een aantal minuten draaien. Vervolgens start de ontdooi-functie.
utomatische herstart-functie
• ls de airconditioner uitvalt door een stroomstoring, dan zal deze automatisch herstarten en
in dezelfde functie doorgaan als voor de stroomstoring.
• ls zich een stroomstoring voordoet tijdens de timer-functie, dan wordt deze gereset.
Het toestel zal starten en stoppen op de nieuwe tijdsinstelling. ls zich een timer-fout voordoet,
dan knippert het timer-lampje.
Storingen door andere elektrische apparaten
• Wordt in de directe omgeving van de airconditioner gebruik gemaakt van een radio of een elektrisch
scheerapparaat (korte golf), dan kan het gebeuren dat de airconditioner wordt verstoord. Plaats
de stekker opnieuw in het stopcontact. Gebruik de afstandsbediening om de airconditioner opnieuw
op te starten.
Multi-type airconditioner
Deze binnenunit kan worden aangesloten op een multisplit buitenunit. De multisplit airconditioner
geeft de mogelijkheid om verschillende binnenunits te laten werken in verschillende ruimten.
De binnenunits kunnen tegelijkertijd worden gebruikt, elke unit in z'n eigen functie.
Gelijktijdig gebruik van meerdere units
• ls er twee of meer binnenunits van eenzelfde groep tegelijkertijd worden gebruikt, zullen de
koel- en verwarmingsprestaties lager zijn dan wanneer er een enkele binnenunit gebruikt wordt.
In dat geval wordt aangeraden de units samen te gebruiken met een ander middel om de ruimte
te verwarmen.
• Er kan geen gebruik worden gemaakt op de volgende gebruikscombinaties:
- Verwarmen en koelen/ontvochtigen,
- Verwarmen en circuleren.
• De functie (verwarmen, koelen of ontvochtigen) van de buitenunit wordt bepaald door de binnen-
unit die als eerste in gebruik genomen is. ls een binnenunit is gestart in de circulatiefunctie zal
de functie van de buitenunit niet ingesteld worden.
Bijvoorbeeld: als de binnenunit ( ) is gestart met de circulatiefunctie en daarna de binnenunit (B)
met de verwarmingsfunctie, dan zal binnenunit ( ) tijdelijk starten met de circulatiefunctie. Maar
wanneer binnenunit (B) aangezet wordt met de verwarmingsfunctie zal het stand-by lampje (groen)
van binnenunit ( ) gaan knipperen (1 sec. aan, 1 sec. uit) en daarna overgaan
in de stand-by functie. Binnenunit (B) zal dan opstarten en gaan verwarmen.
• In de Verwarmingsfunctie kan de bovenkant van de binnenunit warm worden door warmteafgifte
van het circulerende koudemiddel, ook nadat de unit is uitgezet. Dit is geen mankement.
13