3 Diver-installatie en onderhoud
Introductie
In de praktijk wordt de Diver wordt opgehangen in een peilbuis en wordt de Baro-Diver geïnstalleerd
aan het oppervlak voor het meten van de luchtdruk. Atmosferische drukgegevens worden gebruikt
om de drukmetingen geregistreerd door de Divers te compenseren voor variaties in de atmosferische
druk. In principe, is één Baro-Diver voldoende voor een gebied met een straal van 15 kilometer
afhankelijk van de terreinomstandigheden. Zie ook bijlage I Gebruik van Divers op variërende hoogte.
Een verandering van 10 meter in hoogte is equivalent aan een luchtdrukverandering van ca. 1 cmH2O
of 1 mbar.
In de volgende paragrafen wordt beschreven hoe u de Diver en Baro-Diver installeert.
Het configureren en lezen van de Diver
Een Diver moet worden geprogrammeerd met de gewenste bemonsteringsmethode, bemonsterings-
interval, en meetpuntnaam voordat de Diver wordt ingezet. De Divers kunnen worden geprogram-
meerd, gestart, gestopt en de gegevens gelezen met behulp van de Diver-Office software. De nieuwste
versie van Diver-Office kan gratis worden gedownload vanaf www.vanessen.com. Zodra de software is
geïnstalleerd, kan een Diver worden aangesloten op de computer via een USB uitleesunit (artikel nr
AS330), een USB-interface-kabel (artikel nr AS327) of de Diver-Gate (M) (artikel nr AS345).
3.2.1
Configureren van een Diver
Open het Diver-Office-software en klik op de Diver-knop om de Diver te openen. Zie de afbeelding
hieronder voor een voorbeeld waarbij de volgende
meetpuntnaam: "MW17-ob",
•
bemonsteringsmethode: "Vast – Vaste-lengte geheugen"
•
opslaginterval: 1 uur.
•
Na het invoeren van de instellingen, moet de Diver worden geprogrammeerd door op de Program
knop te drukken.
© maart 2018 Van Essen Instruments. Alle rechten voorbehouden
www.vanessen.com
10