e_kb489.book Page 116 Friday, August 14, 2009 8:50 AM
5
Druk op de knop 4.
De instelling wordt opgeslagen.
6
Druk op de knop 3.
De camera gaat terug naar de opnamestand.
• In de standen C (Video) en N (Beeld inkadering) kan het AF-veld
niet worden ingesteld op W.
• In de standen 9 (Snelinstelling) en b (Autom. opname) wordt het
AF-veld vast ingesteld op J.
• Als u de instelling van het AF-veld vaak wijzigt, kunt u tijd besparen
3
door deze toe te wijzen aan de knop Snelinstelling (p.132).
De resolutie selecteren
Voor foto's kunt u kiezen uit acht instellingen voor opnamepixels.
Hoe groter het aantal opnamepixels, des te scherper de details wanneer
u de opname afdrukt. Omdat de kwaliteit van de afgedrukte opname ook
afhangt van de opnamekwaliteit, de belichtingsregeling, de resolutie van
de printer en andere factoren, hoeft u niet meer dan het benodigde
aantal opnamepixels te selecteren. h is afdoende voor het maken van
afdrukken op ansichtkaartformaat. Hoe groter het aantal pixels, hoe
groter de opname en daarmee ook het bestand.
In de tabel hierna kunt u zien welke instelling de beste is voor het
beoogde doel.
116