13
Voeding
14
Kop
15
Extra handgreep
Technische gegevens
Spanning
Vermogen
Toerental
Geluidsdrukniveau
Niveau geluidsvermogen
Vibratie
Beschermingsklasse
Gegevens slijpschijf:
Doorsnee
Wandsterkte
Gatkaliber
Max. toerental
Max. snelheid
Bij gebruik in ieder geval veiligheidsbril en
gehoorbescherming dragen !
Voor het apparaat in bedrijf wordt genomen
Fig. 1 Het inleggen der zaagketting
Open het stelwiel (9). Leg de zaagketting op de juiste
wijze in de geleidingsrail van de slijper in, zodat de
snijkant van de ketting in de richting van slijpschijf (5)
wijst.
Fig. 2 Het instellen van de slijphoek
Stel de slijphoek in zoals in fig. 9 te zien is. De ver-
deelschaal gaat van – 30° tot + 30° . De mogelijke
instellingen zijn –30° /-15° /0° /+15° /+30° . Deze 5
instellingsmogelijkheden kunnen inrasten.
Fig. 3 Het beveiligen & bevestigen van de
zaagketting
Klap de aanslag naar beneden zoals in
gedemonstreerd. Controleer de juiste afstand van de
tand tot de slijpschijf door de slijpkop langzaam naar
beneden tegen de eindaanslag te drukken. Stel de
juiste slijpdiepte in door middel van de begren-
zingsaanslag. Fixeer de zaagketting door vast-
schroeven met schroef A & B.
LET OP!
Let er op dat u de slijphoek – als u de tanden
achter elkaar slijpt - afwisselend positief & nega-
tief moet instellen bij dezelfde waarde, omdat de
tanden op de zaagketting afwisselend zijn aan-
gebracht.
Een andere mogelijkheid is telkens iedere tweede
tand te slijpen, dan vermijd u het telkens weer
opnieuw instellen van de hoek.
230V~/50Hz
130W
3000 min^-1
86 dB(A)
99 dB(A)
3,2 m/s²
II
100 mm
3,2 mm
10 mm
5600U/min
85 m/s
fig. X
wordt
Markeer op de eerste tand waar u begint met
slijpen.
Stel de slijphoek telkens in op –30° resp. +30°!
Stel de schroef van de eindaanslag (4) zo in dat
de slijpschijf in contact komt met het te slijpen
tandoppervlak.
Inschakelen
Gebruik om het apparaat in te schakelen de
bedrijfsschakelaar (1) en druk op „I".
Hoe werkt het
Slijp de tand van de zaagketting door de slijpschijf
licht naar beneden te drukken. Herhaal de slijppro-
cedure voor ieder tweede stuk. Om te kunnen zien
aan welke tand u het eerst geslepen hebt moet die
overeenkomstig worden gekenmerkt.
Stel de schroef (4) zolang bij tot het spanvlak volledig
is geslepen.
LET OP!
Vermijd te diep slijpen omdat anders de onderdelen
van de zaagketting beschadigd kunnen raken. Dit
kan mogelijk tot gevolg hebben dat de levensduur
van de zaagketting bekort wordt.
Nadat u de tanden aan de ene kant hebt geslepen
stelt u de kop (15) in op de overeenkomstige hoek
van de andere kant ( ca. 30° ).
Dan kunt u de slijpprocedure net als tevoren
voortzetten.
Deze informatie is alleen als voorbeeld bedoeld en
moet altijd worden aangepast aan de te slijpen
zaagketting.
Uitschakelen
Gebruik om het apparaat uit te schakelen de
bedrijfsschakelaar (1), en druk op „0".
Bijzondere tips
Er kunnen zaagkettingen worden geslepen met een
hoek van 30°. Let er dan wel op dat u de juiste
slijpschijf gebruikt:
Hobby zaagkettingen:
slijpschijfdikte
Professionele kettingen: slijpschijfdikte 4,5 mm
De dieptegrensafstand resp. slijpafstand is altijd
noodzakelijk. Als dat niet het geval is wordt de ketting
weliswaar scherp, maar snijdt hij niet. Het afvoeren
van de spanen functioneert dan niet.
Hiervoor moet u de afstand controleren en volgens
de informatie m.b.t. uw ketting met een vijl afvijlen.
3,2 mm