Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Draairichting Van De Motor; Parallelle Aansluiting Van Motoren; Motorkabels - Danfoss VLT Series Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor VLT Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

Draairichting van de motor

De fabrieksinstelling zorgt voor kloksgewijze draaiing
als de uitgang van de frequentie-omvormer als volgt
is aangesloten:
Klem 96 aangesloten op U-fase.
Klem 97 aangesloten op V-fase.
Klem 98 aangesloten op W-fase.
De draairichting kan worden gewijzigd door twee
fasen op de motorklemmen te verwisselen.

Parallelle aansluiting van motoren

De frequentie-omvormer kan meerdere, parallel
aangesloten motoren besturen. Indien de motoren
verschillende snelheden hebben, dienen ze verschil-
lende nominale snelheden te hebben. De
motorsnelheid wordt simultaan gewijzigd, hetgeen
betekent dat de verhouding tussen de nominale mo-
torsnelheden in het gehele bereik gehandhaafd blijft.
De totale stroom die door de motoren wordt
opgenomen, mag niet groter zijn dan de maximale
MG.28.A5.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 2800
nominale uitgangsstroom I
omvormer.
Als de motorvermogens sterk verschillen, kunnen er
bij de start en bij lage snelheden problemen optre-
den. Dit wordt veroorzaakt doordat kleine motoren
een relatief grote ohmse weerstand in de stator
hebben, waardoor deze bij de start en bij lage snel-
heid een hogere spanning vereisen.
In systemen waar motoren parallel werken, kan het
elektronische thermische relais (ETR) van de
frequentie-omvormer niet gebruikt worden als motor-
beveiliging voor de afzonderlijke motor. Daarom
dienen extra motorbeveiligingen te worden
toegepast, bijvoorbeeld thermistors in iedere motor
(of een apart thermisch relais).
NB!:
Parameter 107 Automatische aanpassing aan
de motor, AMA kan niet worden gebruikt wan-
neer de motoren parallel zijn geschakeld. Parameter
101 Koppelkarakteristiek moet op Special motor
characteristics [8] worden ingesteld wanneer de mo-
toren parallel zijn geschakeld.

Motorkabels

Zie de Technische gegevens voor de juiste kabel-
doorsnede en -lengte. Houd u altijd aan de nationale
en lokale voorschriften wat de kabeldoorsnede be-
treft.
NB!:
Als een niet-afgeschermde/niet-gewapende
kabel wordt gebruikt, wordt niet voldaan aan
bepaalde EMC-vereisten, zieEMC-testresultaten in
de Design Guide.
Indien voldaan moet worden aan de EMC-
specificaties met betrekking tot emissie, dient de
motorkabel te worden afgeschermd/gewapend, tenzij
anders is aangegeven voor het RFI-filter. Het is be-
langrijk om de motorkabel zo kort mogelijk te
houden om interferentie en lekstromen tot een
minimum te beperken. De afscherming van de mo-
torkabel dient te worden aangesloten op de metalen
behuizing van de frequentie-omvormer en op de
metalen behuizing van de motor. De aansluitingen
voor de afscherming moeten met een zo groot mo-
gelijk oppervlak (kabelklem) worden gemaakt. Dit
wordt mogelijk gemaakt door de verschillende
installatiesystemen op de verschillende frequentie-
omvormers. Montage met gedraaide kabeluiteinden
(pigtails) dient vermeden te worden, aangezien dit
het afschermende effect bij hoge frequenties ver-
stoort. Indien het noodzakelijk is de afscherming te
van de frequentie-
INV
61

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Vlt 2800

Inhoudsopgave