BESCHRIJVING VAN DE CONTROLE
A1. RCC pictogram voor radiocontrole
A2. Externe temperatuur
A3. MAX / MIN geheugen
A4. Signaalicoon externe sensor
A5. Externe sensor zendkanaal
A6. Externe vochtigheid
A7. Indicatie lage batterijspanning externe sensor
A8. Weersvoorspelling
A9. Interne vochtigheid
A10. Interne temperatuur
A11. Weerstation met lage batterij-indicatie
A12. Daters
A13. Tijdzone / Time zone
A14. Pictogram actief alarm
A15. Klok / Alarmtijd
B1. SET / AL SET toets
B2. OMHOOG / CH-knop
B3. MEM toets
B4. BARO-toets
B5. OMLAAG / RCC toets
B6. C / F / BL toets
B7. RST-knop
B8. 5V
1A voedingsaansluiting
B9. 2x 1.5V AAA batterij compartiment (batterijen niet meegeleverd)
C1. Gat voor wandmontage
C2. Bedrijfsindicator-LED
C3. 2x 1.5V AAA batterij compartiment (batterijen niet meegeleverd)
C4. Zendkanaal keuzeschakelaar
C5. TX sleutel, gegevensoverdracht
WEERSTATION
Open het batterijvakje (B9) aan de achterkant van het apparaat en plaats twee batterijen van het formaat "AAA" en let daarbij
op de aangegeven polariteit.
Als alternatief kan de bus van de externe voeding in bus B8 worden gestoken en de voeding in een stopcontact worden
gestoken.
EXTERNE SENSOR
Open het batterijvak (C3) aan de achterkant van het apparaat en plaats twee batterijen van het formaat "AAA" en let daarbij
op de aangegeven polariteiten.
Opmerking: de weergave van de pictogrammen A7 of A11 geeft aan dat de batterijen van de externe sensor of het
weerstation bijna leeg zijn.
EXTERNE SENSOR SETUP
Dit weerstation is ingesteld om te communiceren met drie externe sensoren. Eén daarvan wordt met het toestel meegeleverd,
de overige twee zijn optioneel.
1. Zet het weerstation aan zoals beschreven in de paragraaf "WEERSTATION".
2. Plaats de batterijen in de externe sensor, plaats de keuzeschakelaar (C4) op het gewenste zendkanaal (1, 2 of 3). De
gegevens worden automatisch naar het weerstation verzonden.
3.Druk herhaaldelijk op de toets UP / CH (B2) om het kanaal te selecteren dat op de externe sensor is ingesteld.
Achtereenvolgens wordt kanaal 1, kanaal 2, kanaal 3 of de opeenvolgende weergave van de 3 kanalen (draaiend pijlsymbool)
geselecteerd. Als het signaal niet wordt ontvangen,wordt het teken op het display getoond.
Opmerking: indien de communicatie tussen het weerstation en de externe sensor niet tot stand komt, moet u lang op de UP-
toets (B2) drukken tot het signaalontvangsticoon van de externe sensor op het display verschijnt. Daarna is het noodzakelijk
enkele minuten te wachten totdat de verbinding tot stand is gebracht. Als alternatief is het nodig de hierboven beschreven
stappen 1 tot en met 3 te herhalen. Opmerking: Plaats het weerstation uit de buurt van apparaten die magnetische velden
genereren, zoals mobiele telefoons, televisies, enz.